vrijdag 13 januari 2023

  

 

Asperger.


“Het romantisme der heiligheid zou men gelijkwaardig naast het romantisme der ridderschap kunnen stellen, ermee bedoelende: de behoefte, om zekere ideale verbeeldingen van een bepaalde levensvorm in een mens verwezenlijkt te zien of te scheppen in litteratuur. Het is opmerkelijk, dat dit romantisme der heiligheid zich te allen tijde veel meer vermeit in de fantastisch prikkelende uitersten van nederigheid en onthouding, dan in de grote daden ter verheffing van godsdienstige cultuur.” Huizinga, Herfsttij der Middeleeuwen, pag. 181.

Deze passage zette me aan het denken over wat ik nu zoal te weten ben gekomen over de hoofdfiguur in de Klassieke Humor:  Nasreddin, Jeha (en het commentaar), Tijl Uilenspiegel  etc. We komen hem tegen als (nederige) wiskundige in de verhaaltjes rond Thales van Milete. We leren hem als de verteller kennen in de sprookjes van Aesopus. In de nuchtere filosofie heeft de hoofdpersoon trekken van Socrates en de Cynici. In het theater leren we hem beter kennen door Aristofanes, Plautus, Molière, Carlo Goldoni, Hooft en Bredero, allen schrijvers die ook voor het volk wensten te schrijven. In de elitaire literatuur verschijnt hij bij Boccaccio, Rabelais en Geoffrey Chaucer in geschrift en later als verfilming van de Canterbury Tales. In onze tijd komt hij voor bij Cortázar  ( zie ook dit blog); en bij Passolini. In de psychologie heeft hij te maken met Freud en Jung . Vooral in de mystieke theologie speelt hij een rol als Soefi (lees ook het begeleidende verhaal), als dwarsdenker en vernieuwer.


Het beeld dat mij voor ogen komt, is dat van iemand met het syndroom van Asperger, vooral doordat de gebeurtenissen keurig aaneengeregen kunnen worden en er allerlei situaties ontstaan, waaruit de “heilige” Asperger zich dient te redden uit zeer benarde omstandigheden. Het citaat van Huizinga lijkt op onze hoofdpersoon te kunnen slaan. Er lijkt sprake van een soort romantiek om aan de werkelijkheid te willen ontsnappen. En dat kan alleen nog maar in woord: de werkelijkheid zelf verzet zich als een muur tegen het erop losgelaten spervuur van de fantasie.  Of zoals Huizinga het zegt (pag.201): de uitingen van de hoofdpersoon zijn een “ultra-concrete geloofsverbeelding.” Als ooit verhalen het tekort, aanwezig in deze wereld,  hebben proberen te verwoorden, dan zijn het deze humoristische verhaaltjes. En misschien is dat ook de reden, waardoor reizigers in vreemde landen deze verhaaltjes lezen, want zijn reizigers in die landen niet vaak exponenten van het syndroom van Asperger?


Als ik naar de in het verleden behaalde resultaten kijk, zou hieruit een bevestiging moeten blijken, van mijn bewering. Ik noem alleen enkele verhaaltjes met een hoge score tussen de 500 en 1500 hits. Vier blogs springen er dan uit: 1. De geboorte van de reus Gargantua van Rabelais (1059 hits) en De vrolijke thuiskomst van Plautus (1482 hits) . Op deze twee blogs is het stempel “Asperger” zeker van toepassing!  2. Iets minder gelezen, maar voor een verhaaltje in het Nederlands toch nog steeds behoorlijk vaak: De eerste detective van Molière (848 hits)  en Is dit grappig van Flaubert (661 hits) . Opvallend is dat de meest oorspronkelijke versies met Nasreddin, Jeha, of Tijl in de hoofdrol in dit rijtje niet voorkomen. Pas in bewerkte teksten komt deze voorkeur tevoorschijn. Je zou kunnen concluderen: op het moment dat de individuele psychologie zijn intrede doet op het toneel of in de roman, treden de Asperger symptomen aan de dag. Het individu had het in het verleden moeilijk; nu is het individuele het hoofdkenmerk van een op het westen georiënteerde elite. Het lijkt erop dat uit de “heilige” zich de “asperger” ontwikkelde.


Wat zegt dit nou over de schrijvers van deze toneelstukken en romans, over de lezers en over mij? Natuurlijk, noch de lezers noch de schrijvers, noch de vertellers, noch de verzamelaars, hebben op welke manier dan ook het syndroom van Asperger, op een enkeling na natuurlijk. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Waarom dan de vraag stellen? Ik stel de vraag, omdat ik zou willen weten of deze verhaaltjes misschien dit syndroom zouden kunnen verhelderen, toelichten. Je ziet het autisme van de hoofdpersoon (maar het is niet absoluut), je ziet het misverstand met de omgeving, je ziet de hoofdpersoon overreageren. En niet onbelangrijk: het syndroom zou dan zo oud als de wereld zijn! En als je dit eenmaal weet, dan zie je bijna in elk van deze verhaaltjes Asperger om de hoek heen komen kijken. En dat zou toch een beetje “verlichting” moeten brengen?!


Ook in de verhaaltjes van het afgelopen jaar speelt de misinterpretatie van de hoofdpersoon – waaraan hij zelf behoorlijk debet is – een grote rol. U kunt alle stukken met een kort commentaar teruglezen in het Overzicht van 2022.


Wat brengt de toekomst? Net als afgelopen jaar zal ik proberen iedere maand één stukje te plaatsen. Nog steeds heeft het schrijven van de familiegeschiedenis prioriteit op het blog.  Op het programma staat allereerst het verhaal dat Fontaine over Aesopus vertelt. Dat is een lang verhaal en ik zal wel tot Pasen hiermee bezig zijn. Daarna hoop ik een toneelstuk van Bredero en Plautus te bespreken. Ten slotte enige bloemlezingen met Jeha-verhaaltjes. Er is nog zoveel, teveel om op te noemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten