maandag 20 april 2020

Thales van Milete (deel 1).


Thales stond naar de hemel te kijken. In de strak blauwe lucht dreven drie meeuwen en heel langzaamaan werd er een hap uit de zon genomen. Precies zoals hij had voorspeld, hoe op 28 mei 585 voor Chr. een eclips van de zon met een corona eruit zou zien: een steeds verder toenemende dreigende duisternis. De juistheid van de voorspelling bracht de Babylonische legers in verwarring en er ontstond bereidheid om de stad Milete  een grotere onafhankelijkheid toe te kennen dan de steden in zijn omgeving. Thales zou zelfs het idee geleverd hebben aan Cyrus II om de rivier om Babylon heen zó te verleggen dat de Perzische troepen Babylon gemakkelijker konden innemen .


Even lijkt het alsof hij met de meeuwen mee zweeft naar de zon. En vanaf de verduisterde zon aan de hemel lijken stralen met hem als zwevend snijpunt een 3D driehoek op de grond te vormen. Hij stond of liever gezegd lag in de schijnwerpers. In het midden van de driehoek net als veel later in een tekening van Leonardo da Vinci  zag hij zijn eigen persoon liggen als aan de grond vastgenageld. De blik van een roofvogel die neerdaalt op zijn prooi. De schrik slaat hem in de benen en hij valt. Mensen vinden hem in zwijm voor zich uit mompelend als een waarzegger. Vanaf dat moment berekende hij de hoeken van zijn parallellogrammen, omtrekdriehoeken, trapezia, sferen en blokken met de kracht van zijn verbeelding (2)!


Het belang van Thales van Milete is nauwelijks te overschatten. Dat geldt voor de Europese geschiedenis in het algemeen en voor mijn grappenverzameling in het bijzonder. Wij kennen Thales hoofdzakelijk als de grote wiskundige die aan de basis staat van onze goniometrie (meetkunde). Zijn vondsten in de meetkunde zijn rechtstreeks terug te vinden in de manier waarop ik de Humorale Theorie heb gereconstrueerd. Vreemd is dat wij ons daarbij altijd een statisch beeld voor ogen roepen: Thales zelf zag dat er altijd en overal beweging was. Dat benadrukte hij door het element water als scheppingskern te kiezen.


Wie beseft er dat achter zijn visie  de discussie over het creationisme schuil gaat 2500 jaar geleden!? Thales beschouwde geladen elementen de bouwstenen voor het ontstaan van de wereld, in tegenstelling tot alle filosofen voor hem, die zwaar leunden op de mythologie en de goden. Door “water” als het oerelement, waaruit alles was ontstaan te nemen, bereikte hij dat godsdienst en mythologie zaken werden, waarover de wetenschap (filosofie) geen uitspraken kon doen. Zijn wijze van redeneren, kennen wij tot op de dag van vandaag als deductie  (Arnaud:290): 

Als inductie al de manier was om tot ontdekkingen te komen, Thales beargumenteerde zijn stellingen langs deductieve weg. Weliswaar bleef zijn manier van werken impliciet: toch was zijn wijze van denken er niet minder volslagen nieuw om. Noch hij noch zijn Zesde-eeuwse tijdgenoten leverden kritiek op al bestaande kennis.


Maar het begin van het leveren van kritiek op elkaar, waarbij deductie de manier van redeneren werd, was Thales. Je zou denken dat moet terug te vinden zijn in de manier waarop erover hem werd geschreven. Niets is minder waar. Diogenes Laërtius in Leven en leer van beroemde filosiofen, 800 jaar later geschreven en vertaald door Rein Ferweda en Jan Eykman (Ambo, Baarn, 1989), vertelt over Thales het volgende grappige verhaal (pag. 18) :

Hij zelf zegt, volgens Heraclitus, dat hij altijd ongehuwd  en teruggetrokken geleefd heeft (1). Sommige schrijvers zeggen dat hij gehuwd is geweest en een zoon Cybisthus had; anderen zeggen dat hij ongehuwd is gebleven en de zoon van zijn zuster heeft geadopteerd en dat hij, toen hem gevraagd werd waarom hij geen eigen kinderen verwekt had, geantwoord zou hebben: “Omdat ik zo van kinderen hou.” Het verhaal gaat, dat hij, toen zijn moeder probeerde hem tot een huwelijk te dwingen, geantwoord zou hebben dat het daar nog te vroeg voor was, en toen ze later in zijn leven nogmaals aandrong, dat het er te laat voor was.

Als je dit leest begrijp je niet hoe er over zo’n helder man zoveel tegenstrijdige informatie in omloop is. Het is een voorbeeld van inductie die geen uitweg kent en nooit zal kennen via deductie. Wetenschap kent zijn grenzen, waarzeggerij niet. Maar daarmee is alles wel begonnen!









Geen opmerkingen:

Een reactie posten