zaterdag 24 december 2022

Kerst

 Kerst 2022.

Rond 1900, honderd tweeëntwintig jaar geleden, kwam de Franse filosoof Henri Bergson  met een verhaal dat onze opvatting van tijd flink aan het wankelen kan brengen. Als jonge man ondervond hij dat op het moment dat we afdalen in onszelf er plotseling helemaal geen sprake meer lijkt te zijn van minuten en uren en weken en maanden.

Als er iemand overlijdt van wie we houden of je gaat scheiden dan kan geen weegschaal wegen hoe zwaar dat verdriet is en geen liniaal kan meten hoeveel tijd we nodig hebben met het verwerken ervan. Het enige wat we merken is hoe we het verdriet beleven.


Nasreddin stelt de Soefi in opleiding (Sufi seeker), volgens Idries Shah,  in staat te begrijpen dat de gangbare manier van denken en de ideeën over tijd en plaats niet noodzakelijkerwijs die ideeën zijn, die het wijdere gebied behelzen van wat echt de werkelijkheid is. Mensen die bijvoorbeeld denken dat zij voor hun vroegere daden (goede werken) zullen worden beloond, en dat zij in de toekomst voor toekomstige acties zullen worden beloond, kunnen geen Soefi zijn. Het tijdsbesef van de Soefi is een aaneenschakeling, een voortduren in de tijd – een continuüm. (1)
Het klassieke verhaal van Nasreddin in een Turks Bad (2) schetst, volgens Idries Shah,  bij benadering wat bedoeld is en stelt ons in staat om het idee enigszins te vatten.


“Nasreddin bracht eens een bezoek aan een Turks Bad. Hij was gekleed in lompen en hij werd nogal lomp aangepakt door de badhuisbedienden. Die gaven hem een versleten handdoek en wat zeep. Toen hij wegging, gaf hij de verbaasde bedienden een gouden muntstuk. De volgende dag verscheen hij weer, dit keer prachtig gekleed, en natuurlijk stonden ze toen allemaal eerbiedig voor hem klaar om hem te helpen. Toen hij klaar was met badderen, gaf hij de bedienden het kleinste koperen muntje dat er maar was. “Dit koperen muntje is voor de eerste keer dat ik hier kwam, en de fooi van de vorige keer is voor jullie behandeling van vandaag.”


Waar gaat dit verhaal over? Gaat het over, wat je na verloop van tijd verwacht te krijgen of over vooroordelen? In eerste instantie heb ik het gehouden op vooroordelen. En ergens in de verte heeft het verhaal ook nog met toekomstverwachtingen te maken, Maar als je dat erin ziet, dan wil je het erin zien, dacht ik. Anderen zouden zeggen‎: het verhaal is gelaagd. Eén laag, de meest oppervlakkige, lijkt te zeggen dat je niet bevooroordeeld zou moeten zijn en open moet staan voor iedereen.  Een tweede laag lijkt erover te gaan, dat de toekomst onvoorspelbaar is. In het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor de toekomst. Daar is-t-ie-weer: voorspellen, profeteren en misschien wel profiteren!


De heremiet en zijn bezoek‎  (3).‎ 

“Een reiziger onderbrak zijn reis op een plaats waar een heremiet woonde in een kamertje, in zijn cel. De heremiet bood hem meteen te eten aan: 4 broden maar liefs!  ‏En hij ging linzen halen om het maal te completeren. Bij zijn terugkomst merkte hij dat zijn gast alle broden al had opgegeten. Vlug ging hij op pad om nog meer brood te halen. Bij zijn terugkeer bemerkte hij dat zijn gast ook alle linzen alweer had opgegeten. Dit herhaalde zich tien keer, toen vroeg hij zijn gast:
“Waar ga je naartoe?”
“Ik ga naar Jordanië.”
“Waarom ben je op reis?" informeerde de heremiet.
"Ik heb gehoord dat daar een heel erg competente arts woont. Ik wil hem consulteren over mijn maag, want ik heb de laatste tijd zo weinig appetijt.‏"‏
“Dan wil ik je om een gunst vragen."
"En dat mag zijn...?”
"Als je vandaar terugkomt en je bent genezen van je maagklachten, wil je dan vooral niet weer hier langs komen?


Eigenlijk zitten we hier in hetzelfde schuitje als in het Turkse bad: het gaat over vooroordelen en verwachtingen van de toekomst. Toch ligt het iets anders. De heremiet heeft de gast onbevooroordeeld ontvangen, maar de gast houdt zich niet aan een onuitgesproken verwachting, dat hij beleefd zich zal inhouden bij de maaltijd. Welke gast valt ongegeneerd aan op de maaltijd, als die wordt aangeboden door een in armoede levende heremiet? Ook de heremiet voldoet niet aan een onuitgesproken verwachting, namelijk dat je je gastvrij opstelt voor mensen op reis. Op het einde van het verhaal kan hij er zich niet van weerhouden te zeggen dat hij deze gast nooit meer wil terugzien.


Waar zit dan het verschil met het eerste verhaal? De kracht van het verhaal zit in het gegeven dat de gast zich er niet van bewust is, dat hij de heremiet heeft kaal gegeten. Misschien omdat, wat hij in één maaltijd verstouwt, de heremiet in nog geen week, geen maand of jaar zal opeten. Maar dat weet de gast niet. En de heremiet heeft geen idee van wat de reiziger drijft om zoveel te eten.


Kortom er ontstaat een vervreemdende ruimte tussen beide lotgenoten. Wat is die ruimte, niet gevuld met woorden, beelden, verwachtingen, begrip of onbegrip en zelfs niet met vooroordelen, rekenlinialen of -machines? Die ruimte, leegte, is dat het besef dat tijd ondeelbaar is? Waarom gaat de heremiet er zonder meer vanuit dat de reiziger op de terugweg weer bij hem zal belanden? Alsof tijd kan stil staan, heenweg is terugweg? Er bestaat een weg, maar geen terug of heen?
Het vorige verhaal komt, kort samengevat, neer op de volgende grap van Hebreaus


“Een of andere dwaas zei: “Mijn vader ging twee keer naar Jeruzalem, en daar is hij overleden en begraven, maar ik weet niet meer welke keer dat is geweest, bij zijn eerste of zijn laatste bezoek”.


Geleidelijk aan ontspoort het verhaal van Idries Shah over het badhuis en neemt een afslag naar een onzekere toekomst én verleden! Is dit het indalen in onszelf dat Bergson tot voorwaarde maakt om het voortduren van de tijd als onafgebroken te ervaren? Of is dit een vorm van dementie? De ongewilde geboorte van een onafgebroken tijd? Dit stilstaan in de tijd, dit mediteren, geneest ons van tomeloze dadendrang. Welk verlies is zo groot, dat je in vergetelheid verdwijnt? Misschien is mediteren wel de manier om aan dementie te ontsnappen? We zouden meer moeten mediteren en stilstaan bij wat we doen, denk ik! Met de rug naar het verleden en het gezicht naar de toekomst. In een nu dat geen nu is, altijd op reis. Maar waarom?

zaterdag 17 december 2022

Humorale Theorie

 
In de afgelopen maand heb ik afgemaakt, wat al een tijdje onafgemaakt ligt op mijn plank projectjes die afgehandeld moeten worden. Ik heb in het stuk over de Ezel  een stuk opgenomen over de rol van de ezel in het antieke Egypte. Dat was hard nodig, omdat de rol van ezel in het antieke Egypte een voorbode is voor de status, die hij later zal krijgen toebedeeld: die van (tegendraads) lastdier.


Ik ben vooral bezig geweest met aanvullende informatie over de Humorale Theorie. Er is een stuk opgenomen van Cicero over een droom die een kind van Scipio Africanus, ook Scipio geheten, heeft over zijn toekomst, waarbij hij vanaf de negende sfeer neerkijkt op een bol, de aarde. Verder is er een illustratie aan de Humorale Theorie toegevoegd van hoe een analyse in deze theorie eruit zag. Niet om hem belachelijk te maken, maar om te laten hoe men dacht. Het is een vertaald citaat uit Ibn Khaloun waarbij ook blijkt dat de westerse manier van vertalen van het woord uitgaat, niet van begrip van de tekst. Daardoor heeft men de wiskundige inslag van het stuk gemist en lijkt het als men zich er niet van bewust was dat de Humorale Theorie op de achtergrond speelt bij de interpretatie van ziekteverschijnselen.


En ik heb tekeningen van de veelhoeken van Plato toegevoegd, omdat dit verduidelijkt, hoe ik van de allereerste tekening en de tabel, ertoe ben overgegaan om een verbeelding in de vorm van bollen en vierkanten te maken bij de Humorale Theorie. Steeds meer blijkt, volgens mij, dat mijn reconstructie klopt. Daarmee wordt het ook steeds meer een oefening in het langs andere lijnen beredeneren hoe de wereld volgens toenmalige (wetenschappelijke en antropologische ) opvattingen in elkaar zat.


Ik denk dat het goed is deze teksten te publiceren en te schrijven om aan de banaliteit van het leven te kunnen ontsnappen. Huidige literatuur hamert ons in dat de realiteit super-interessant is. Ik vind een oefening om op eigen verantwoordelijkheid bij tijd en wijle aan de werkelijkheid te ontsnappen van groter belang. Het kost alleen iets meer moeite dan het oplepelen van de banale realiteit. Maar misschien heb ik de werkelijkheid te licht gemaakt en zou er iets meer zwaarwichtige ernst aan moeten worden toegevoegd.


Dat doen we op het eind van het jaar met een volgende aflevering van een Nasreddin verhaal, zoals Idries Shah het ons heeft overgeleverd.