maandag 19 juni 2017
Luxuria (wellust)
(voor de originele versies, klik hier)
Hij ging op weg naar zijn andere dochter, gevolgd door zijn vrouw. Zij kwamen bij haar aan en werden ook door haar hartelijk ontvangen. Toen het moment was aangebroken waarop ze gingen slapen, zei zijn dochter tegen hem: “Pappa onze koe is ziek, ga dicht tegen haar aan liggen. Hier heb je een mes. Als je haar hoort trappelen, moet je haar de keel doorsnijden, voordat ze echt dood gaat (crepeert)!” Hij ging naast de koe liggen slapen, en werd midden in de nacht wakker van het lawaai dat de ezelin maakte omdat zij zich op haar rug rolde. Hij dacht dat het het trappelen van de koe was die op het punt stond dood te gaan. Hij stond op en sneed de keel van de ezelin door. Hij haalde de ingewanden en de lever eruit en roosterde de lever en deed zich eraan te goed. Het braadspit gooide hij van zich af en doorboorde daarmee de buik van een merrie, in de veronderstelling dat hij het in de wand van de stal prikte. Toen het dag werd kwam zijn dochter hem begroeten: “Pappa, heb je goed geslapen?” Hij antwoordde: “Je vader heeft niet kunnen slapen, omdat de lever die hij gegeten had, hem opspeelde.” Daarop liet zij haar blik rond gaan: zij constateerde dat de ezelin de keel was doorgesneden, dat de koe was dood gegaan en dat de buik van de merrie was doorboord. Zij werd boos en schreeuwde: “Vader, wat een schande in de ogen van de mensen!” “Geef me mijn geweer, en wat jij betreft: jij ben geen dochter van mij!”
Commentaar:
Zoals in al deze verhaaltjes nooit de armoede bij naam wordt genoemd, zo geldt dat ook voor seks, en voor wellust. Uit de verklaring die ik heb gegeven met betrekking tot de Interpretatie van deze verhalen, blijkt dat symboliek een grote rol speelt. Dat is zeker het geval als het om seks gaat. Dat maakt het niet altijd even gemakkelijk om een verhaal te duiden. Een houvast is de vaste rangorde van de doodzonden. Dit is het derde verhaal in de serie van zeven ouderlijke bezoekjes aan hun dochters met als onderwerp “Wellust” dat in de lijst van doodzonden ook op de derde plaats komt. Het verhaal hierboven is het derde bezoek aan een dochter. Tot nu toe staan de verhalen in precies dezelfde volgorde als in de rangorde van de doodzonden. Waarom het derde bezoek gaat over "Luxuria"(wellust) zal ik hieronder verder uitleggen.
Onder boeren, ook in Nederland, was het gewoonte om ’s nachts bij een zieke koe te gaan slapen. Als zij overleed moesten inderdaad zo snel mogelijk de ingewanden en organen (met name de lever!) verwijderd worden om het vlees te redden. Als je de ingewanden erin liet zitten, dan “crepeerde” de koe, d.w.z. de ontstoken lichaamsdelen tasten dan ook de rest van de koe aan. Wat erger is: de boel kon openbarsten (creperen). En in tijden van hongersnood moet je kostte wat kost alles wat er te eten valt zien te redden. Dit realistische element in het verhaal maakt de interpretatie lastig. Wat wijst er dan op de derde hoofdzonde "wellust" in dit verhaal?
Op het eind van de verhaaltjes komt in het Frans (niet in het Arabisch of Berbers) vaak een woord voor dat direct naar de doodzonde verwijst. Dat is in dit geval “éventrée” (door de onderbuik heen gestoken). Zoals ik al eerder heb gezegd in de bespreking van een Bar Hebraeus grap hadden in grappen de preutse Romeinen als het over seks ging het niet over “neuken”, maar over de (onder-) buik (venter) doorsteken. De verwijzing is dan wel niet een directe verwijzing naar "Luxuria", maar wel indirect een eerste hint waarover het verhaaltje gaat. In twee andere verhaaltjes die ik nog ga bespreken, duikt opeens het woordje “irritée” op dat direct verwijst naar Ira, de zesde doodzonde. Kortom, er lijken in de Franse teksten verwijzingen te zitten, die in de Arabische en Berberse teksten ontbreken. De verklaring daarvoor zou kunnen zijn dat het verhaal uit de tijd is dat er in Noord-Afrika christenen en joden woonden, die gebruikmaakten van het Latijn. Want het Latijn en het Frans hebben wel taalovereenkomsten, en het Latijn heeft geen taalovereenkomsten met het Arabisch en Berbers. De Franse vertaling is in dit geval uit het Berbers. Met andere woorden, door de Franse vertaling komt de oorspronkelijke Latijnse tekst weer tevoorschijn: "venter" en "ira". Tja!?
Daarnaast is in dit verhaaltje van belang dat het om allemaal vrouwelijke dieren gaat: ezelin, koe en merrie. Deze dieren kunnen “de vrouw” aanduiden. Ik heb al gezegd dat je in deze teksten geen vrouwvriendelijkheid moet zoeken! In het volgende nog niet vertelde verhaaltje verandert een kamelin ineens van geslacht en wordt kameel, een betekenisvolle verandering. Het geslacht van een dier is in deze verhalen dus belangrijk. We komen dan tot de freudiaanse interpretatie van dit verhaal, dat het hier niet om de strijd tegen het dier, maar om de "strijd" met de dieren gaat: geslachtsgemeenschap. Zoals naar aanleiding van een Nasreddin grap is gesteld, was een van de gebruikelijke voorstellingen door de Romeinen van seks hebben een oorlogstafereel (noot 9). Daarnaast wordt natuurlijk ook al gesuggereerd door de opdracht dicht tegen de koe aan te gaan liggen slapen, dat het om seks gaat. De tekst laat zich niet uit over welke relatie de man heeft met wie hij seks heeft. De Wellust blijkt uit het tomeloze gedrag van de man. Het gaat niet zomaar om seks maar om een orgie. Het blijft mij verrassen hoe vaak een freudiaanse analyse van deze verhaaltjes, inzicht geeft in de betekenis ervan.
Tot nu toe heb ik nog niet gezegd dat in 1589 de Duitse theoloog Peter Binsfeld elke doodzonde met een demon heeft geassocieerd. Hoe hij dat gedaan heeft is mij niet duidelijk. Het kan zijn dat hij bestaande associaties heeft gesystematiseerd. In dat geval zouden de demonen ook al in de Romeinse tijd ermee in verband zijn gebracht, maar dat is niet zeker. Met Superbia werd Lucifer (de gevallen engel) in verband gebracht; met Avaritia Mammon (broodnijd). En met Luxuria werd de joodse demon Asmodeus geassocieerd. Hiervan hebben wij de uitdrukking overhouden “naar de ratsmodee” ("Naar de bliksem gaan") gaan. En dat is nou precies wat er in dit verhaaltje gebeurt.
Alles bij elkaar lijkt me dit voldoende reden om te veronderstellen dat het onderwerp van het derde bezoek van de man aan zijn dochters gaat over Luxuria.
maandag 12 juni 2017
Avaritia (hebzucht)
Gevolgd door zijn vrouw, gaat hij op weg naar zijn andere dochter, de tweede. Zij toonde zich erg verheugd hen te zien, ze zette de ezelin vast, nam het geweer van haar vader aan en zette het weg. Toen het tijd was voor het avondeten, zette zij hun brood en boerenboter voor. Haar vader vroeg haar: “Mijn dochter, waar heb je deze boter vandaan?” “Uit de karnton, pappa!” Naast hem bevond zich een tonnetje; hij dacht dat daar de boter uitkwam, hij deed het licht uit en stak z’n hand in het tonnetje. Maar toen het licht weer aan was, zag hij dat zijn hand helemaal zwart was van teer; hij verstopte zijn hand onder zijn jellaba, en ging door met eten met z’n linker hand. “Vader, waarom eet je met je linker hand?” vroeg zijn dochter hem?” “Laat maar, mijn dochter, t’is voor de grap.” Maar zijn dochter raadde wat er aan de hand was, en ook zij overlaadde hem met verwijten. Hij ging slapen, en bij het krieken van de dag, zei hij haar: “Geef me mijn geweer terug; wat jou betreft, jij bent niet een echte dochter van mij!”
Door E. W. Kemble(1861-1933) |
De uitleg bij dit verhaal is eenvoudig en lijkt bijna voor zich te spreken. Uit hebzucht wil de man meer boter dan hij op kan. Daarbij maakt hij zich te schande. Pek (teer en veren) was een straf voor inhalige burgers. Deze straf werd uitgevoerd door de burgers van de stad, niet door rechters (eigenrichting). Tenminste, dat is in deze versie het geval. Misschien werd het ook wel meer in het algemeen in zo’n geval als strafmaat toegepast. Het gaat in dit geval om eigenrichting, waarbij het niet om gewone inwoners gaat die door rechters veroordeeld konden worden. Maar om de rechters zelf, de regenten van een stad, die vonden dat ze boven de wet waren geplaatst. Die regenten konden door volksgerichten tot de orde worden geroepen en de stad uitgezet. Dat wil zeggen dat ook deze man, niet zomaar een man is, maar ooit eens iets in de melk te brokkelen heeft gehad. Het oordeel van de dochter, is het oordeel van alle inwoners. Uit het eerste verhaal van deze serie (superbia) bleek dat duidelijker.
Toch zit er nog een ander randje aan het verhaal. Het gaat namelijk niet om zomaar hebberigheid. Om welke reden wordt nergens duidelijk gemaakt, maar de ouders zijn arm. In feite maken ze deze tocht, omdat de dochters allen min of meer in goeden doen zijn, terwijl de ouders dat zeker niet zijn. Daar komt bij dat de man eerzuchtig is, en zich voor zijn armoede schaamt. Mogelijk heeft een of andere ramp ze getroffen en zijn de ouders daarom tot armoede vervallen. Nog geen eeuw geleden waren er heel vaak hongersnoden en ging men migreren op zoek naar werk om te kunnen overleven. Nu lijkt dit verschijnsel zich globaal aan te dienen. In zo’n geval kun je je afvragen, of er wel sprake is van hebberigheid van de kant van de vader? Misschien kun je je zelfs afvragen, of de dochters niet iets te verwijten valt, omdat zij het zo ver hebben laten komen? Shame on you!?
dinsdag 6 juni 2017
Superbia (hoogmoed)
(klik voor de oorspronkelijk Franse en Berber tekst hier.)
Hij had al zijn zeven dochters uitgehuwelijkt, ieder in een andere stad. Op een dag zei hij tegen zijn vrouw: “Laten we eens op bezoek gaan bij onze dochters. We hebben ze niet meer gezien sinds ze zijn getrouwd. Toen ze ervoor klaar waren, vertrokken ze; hij gezeten op zijn ezelin, zij te voet achter het beest lopend. Onder weg kreeg hij een scheur in zijn jellaba; hij naaide de scheur dicht, maar had niet in de gaten dat hij onder het naaien de jellaba vastnaaide aan het zadel van de ezelin. Bij de poort van de stad hadden zich veel mensen verzameld en onder hen bevond zich zijn dochter, die heel blij was haar ouders te zien. Zij liep ze tegemoet om ze te verwelkomen, de vader sprong van de ezelin, maar omdat zijn jellaba bleef haken achter het zadel, waaraan hij het had vastgenaaid, kwam hij naakt voor zijn dochter te staan. Zijn dochter verstopte zich uit schaamte voor de mensen die zich ten koste van haar en haar vader vermaakten. Men gaf hem iets om zijn naaktheid te bedekken, zijn dochter overlaadde hem met verwijten: “Wat een schande in de ogen van de mensen”, zei ze. Daar wilde hij niets van horen: “Geef me mijn geweer terug, “ zei hij, “ik ga naar mijn andere dochter, jij, jij bent geen dochter van mij!”
Als we dit verhaal vergelijken met het verhaal van een week geleden dan vallen in eerste instantie de overeenkomsten op: de man zit op zijn ezelin en zijn vrouw loopt
erachter. Het verhaal van verleden week begon met te vertellen dat vader Jeha
op de ezel ging zitten en zijn zoon er achter liep. Je vermoedt dat dit verhaal
ook zo’n verhaal uit de “adab”-literatuur is, dus een verhaal met een opvoedkundige
strekking. En dat is het ook. Maar er is een groot verschil. In het verhaal van
vorige week kwamen verschillende invalshoeken aan de orde om te bepalen wie er
op de ezel mocht zitten. In dit geval is van het begin af aan duidelijk dat het
de man is die erop zit en de vrouw die erachter loopt. Bovendien, het is niet
zomaar een ezel, het is een ezelin! Meteen in het begin van het verhaal wordt
de lezer gewaarschuwd dat de strekking van het verhaal misschien wel een beetje
onfatsoenlijk zou kunnen zijn. En wat gebeurt er in loop van de gebeurtenissen:
hij komt in z’n nakie voor zijn dochter te staan. Een seksuele associatie valt
niet te ontkennen. Daar hoef je geen Freud voor te heten!
Toch is er nog meer aan de hand dan alleen maar opvoeding. U bent het met mij eens dat het onfatsoenlijk is om hoe dan ook ergens in het openbaar naakt rond te lopen. Dat is een opvoedkundige regel die ons van jongs af aan wordt bijgebracht. Maar
in dit verhaal is geen sprake van een kind. De rollen lijken wel omgedraaid:
niet de man bepaalt wat zedelijk of onzedelijk gedrag is, maar de dochter.
Kortom in het verhaal komt een belangrijk moment in de opvoeding aan de orde,
waarin de ouders niet meer kosteloos kunnen denken dat ze hun kinderen goed
opvoeden, maar zijn het de kinderen die de ouders beoordelen op hun
opvoedkundige kwaliteiten. Daarvoor heb je criteria nodig, een maatlat
waarlangs je de opvoeding van je ouders kunt leggen in vergelijking met hoe het
eigenlijk zou moeten. Zo’n lijst bestaat en wordt aangeduid als de lijst met de zeven doodzonden . De lijst werd vooral gebruikt in de Katholieke
(Roomse) kerk vanaf ongeveer de vierde
eeuw na Christus.
De zeven dochters die deze vader gaat bezoeken staan voor de
zeven doodzonden, niet zozeer de doodzondes van de
dochters (misschien ook wel een beetje), maar vooral van de vader. De vrouw in deze verhaaltjes speelt een
ondergeschikte rol. In het laatste verhaal (het achtste!) blijkt dat dit
neerkijken op het vrouwelijk geslacht, voortkomt uit de verwachting die men
heeft ten aanzien van vrouwen in het algemeen. Maar om welke doodzonde gaat het in dit geval?
Je zou het niet meteen denken, maar dit verhaal heeft met de
belangrijkste doodzonde te maken van de lijst van zeven doodzondes: de superbia
( hoogmoed). De hoogmoed zit hem in het gedrag van de man, want het is niet
normaal dat een man zich laat rijden en de vrouw hem te voet volgt. Dat hoort
andersom. Dat hij zijn eigen kleren naait, is heel erg gebruikelijk in Marokko,
en is geen teken van deemoedigheid. Maar hij doet het niet goed, hij denkt het
te kunnen, maar kan het eigenlijk niet goed. Met een jeugdige sprong, komt hij
naakt voor zijn dochter te staan: dat is wel hoogmoedig! Het
innemende van het verhaal is, dat het zo levendig in herinnering brengt dat
oudere mannen vaak denken dat ze nog altijd even jong zijn als toen zij twintig
waren. Maar je wordt ouder, en als je dat niet beseft, dan bega je volgens dit
verhaal een doodzonde, de zonde van de hoogmoed.
Abonneren op:
Posts (Atom)