dinsdag 27 juni 2017

Invidia (afgunst).


Hij vertrok met zijn vrouw naar hun andere dochter. Ook zij ontving hen geestdriftig. Voor het avondeten gaf ze hun brood met dadels. Hij zei haar: “M’n dochtertje, hoe kom je aan deze voortreffelijke dadels?” “Helemaal uit de Sahara, pappa!” , antwoordde ze.  Na het eten zei hij haar: “Geef me mijn deken (“tellis” geheten, eigenlijk een deken, een mat voor op een kameel!), ik ga in de kamer hier beneden slapen.”  Zij gaf hem een deken, en hij ging naar beneden, gevolgd door zijn vrouw naar de benedenverdieping, waar een vrouwtjes-kameel op stal stond. Hij zei tegen zijn vrouw: ”Maak me vast op de rug van de kamelin, ik ga dadels halen.” Maar het is donker, hoe wil je dan de weg vinden” “Je kunt me niet tegenhouden; ik wil meteen vertrekken.” Zij bond hem vast op de rug van de vrouwtjes-kameel en sloeg het beest op de kont om haar te doen opstaan. De kamelin stond op, maar het plafond was laag, de man stootte zijn hoofd tegen de balken van het plafond, het bloed kleurde zijn baard rood, hij schreeuwde het uit van pijn: “Laat die kameel (mannetje!) zakken!” Zij liet de kameel knielen. Op zijn schreeuwen kwamen zijn dochter en schoonzoon toegelopen; zij zagen hem helemaal onder het bloed. “Wat moet dit voorstellen”, schreeuwde hem zijn dochter toe. “Door jouw toedoen zijn we het mikpunt van spot van onze buren” Daar wilde hij niet van horen: “Geef me mijn geweer,” zei hij, ”ik ga naar mijn andere dochter; en wat jou betreft, jij bent geen echte dochter van mij!”


Gaat dit verhaal wel over jaloezie?

Stel, ik zou niet weten waarover dit verhaaltje gaat. Zou ik dan na afloop spontaan roepen: “Maar dat gaat over jaloezie!”  Eerlijk gezegd denk ik van niet. Maar als je erover nadenkt, zou je er verder nog aan kunnen toevoegen, dat de man het niet lijden kan dat die dochter over zulke lekkere dadels beschikt: hij wil ze ook. Daarom wil hij een vrouwtjes kameel  (ongetwijfeld dubbelzinnig) beklimmen om ze in de Sahara te gaan halen. Maar deze domme man stoot daarbij, omdat hij niet goed uitkijkt –misschien is hij scheel – zijn hoofd tot bloedens toe aan de lage zoldering met grote zware hoekige balken in de stal waar de kameel staat. Je zou bij dat “scheel kijken” aan het Boze Oog kunnen denken: invidia betekent letterlijk “niet zien”, “scheel kijken”, “loensen”. En het afweren van het Boze Oog met het handje van Fatima om zich te weren tegen het kwaad, de jaloezie, zou dan het onderwerp van dit verhaal zijn. Dat is het ook, maar er is meer!


In tegenstelling tot de vorige verhalen, is dit verhaal echt geënt op de Arabische, islamitische wereld.  We hebben al kennis gemaakt met het Boze Oog; voor meer informatie kunt u op de website hierover terecht. Verder gaan we kennis maken met: dadels, de Sahara, een vrouwtjes  (kamelin) en een mannetjes kameel. Allemaal zaken waar de westerling niet zo erg veel vanaf weet. Wij hebben zelfs niet één woord voor een vrouwtjes kameel. 


 Ik zal ze een voor een bespreken, om te besluiten met de demon van Invidia: een ons allen bekend mythisch beest, de Leviathan.  De Leviathan is bij ons bekend door de geweldige roman van de Amerikaanse schrijver Herman Melville  over de jacht op Moby Dick, een witte walvis van Bijbelse afmetingen, die daardoor doet denken aan de Leviathan. In de Koran speelt de Leviathan onder andere een indirecte rol als naam van Soera 10, Jonas (Yunes). Later wordt Jonas in de Koran ook Zunnun genoemd en is dan in gezelschap van een vis. Hij wordt door de vis verslonden en weer uitgeworpen in Soera 37, 140-146.


Dadels

Eigenlijk moet je eens met een groepje Marokkaanse mannen vóór de Ramadan naar de markt zijn geweest om dadels te kopen, om iets te begrijpen van de afgunst van de man op zijn dochters overheerlijke dadels. Men doet er op markt soms uren over om te beslissen, welke soort de beste is. Er blijkt een kennis op dit gebied aanwezig te zijn waarvan je stil wordt. Dadels kunnen dus heel goed een reden tot jaloezie zijn. Maar in zulke hevige mate?


Sahara

Het woordje “sahara” heeft in het Arabisch dezelfde medeklinkers als het woord voor magie, betovering. De actie van de man om dadels in de Sahara te gaan halen, wordt hem dan ook ingegeven door een demon, een geest die er met zijn geestelijke vermogens vandoor gaat. Deze djinn (=demon) heet volgens de Duitse theoloog Peter Binsfeld sinds 1589: Leviathan, de demon van Invidia. (Niet te verwarren met de personificatie door de Romeinen van Invidia.)


Leviathan!

Nu is de Leviathan een vreemd beest. Er bestonden er in den beginne twee van, een mannelijke en een vrouwelijke. Omdat het een monster is, en God de voortplanting van de monsters wilde voorkomen, werd het vrouwtje vernietigd en bleef het mannetje leven.


Kameel en kamelin.

De kamelin die in ons verhaal in een kameel verandert, heeft te maken met het Leviathan verhaal, denk ik. Net als in het Leviathan verhaal is er in het begin een mannetjes én een vrouwtjes kameel, maar besluit het verhaal met maar één sekse, het mannelijke. De kameel heeft ook met het geloof in de Islam te maken dat  bij de geboorte overleden kinderen op de rug van een kameel  (een nomadische kameel) meegenomen worden naar het paradijs om daar tot het einde der tijden onder bescherming van Fatima Zahara, de dochter van de profeet Mohammed,  te verblijven. Nu zijn dadels (uit de Sahara) niet alleen goed voor een voorspoedige bevalling, zij staan ook bekend als de vrucht waarmee op het einde van een Ramadandag de vasten wordt gebroken. Dit breken van de vasten wordt in dit verhaaltje dus direct geassocieerd met de geboorte van een kind. En met het eventuele overlijden van kinderen direct bij de geboorte! En dat gebeurde en gebeurt nog steeds heel erg vaak. Genoeg reden om met het handje van Fatima het Boze Oog af te weren.


Dit verhaal is inderdaad niet zomaar een verhaaltje waarin veel bloed vloeit als in een toneelstuk uit de Romantiek. We hebben hier niet alleen met een grappig verhaaltje te maken, maar ook zit er weer een veel diepere betekenis in verborgen, die helemaal niet grappig is. Heeft die diepere betekenis nog iets met Afgunst te maken? De betekenis van Invidia is breder: het gaat niet alleen om jaloezie, maar ook om woede. En hier is niet van woede in de gewone betekenis van het woord sprake, maar van Bijbelse woede: toorn. Waarover is de dochter dan zo vertoornd? Je zou kunnen denken, omdat haar een dood kind geboren is. Maar er is meer…….

Actueel?

Haar toorn vindt een klankbord in de waarschuwingen van de profeet Jonas die terecht kwam in de buik van de walvis, de Leviathan. Deze profeet werd naar Ninivé gestuurd, het huidige Mosul. De mensen in Ninivé deden alleen maar slechte dingen, en God wilde de stad vernietigen. Net als de vader in ons verhaal joegen bewoners van Ninivé alleen maar materiële welvaart  en genot na, zij benijdden elkaar, gunden elkaar het licht niet in de ogen en vergaten de transcendente waarden van het leven. God pakte uiteindelijk niet Ninivé aan, omdat de mensen luisterden naar Jonas en zich beter gingen gedragen. Maar Jonas ging koppig door met waarschuwen. Toen pakte God Jonas aan, omdat hij niet van ophouden wist. Het leek wel alsof de waarschuwingen van de profeet Jonas voortkwamen uit jaloezie en niet gedaan werden in opdracht van God. Hij wilde te graag blijven, wie hij was.  Hij leek wel jaloers op God. Zo kwam Jonas in de buik van de walvis terecht als straf voor jaloezie, op een plek met een lage zoldering vol ribben als zolderbalken. Uit die gevangenis werd hij herboren, toen de walvis hem met een zwiep op het strand uitbraakte.

Freud

Waarom gaat dit verhaaltje over Jonas en de walvis? Niet alleen vanwege een theoloog, die de vierde doodzonde associeerde met de Leviathan. Er is meer: in het Berbers wordt de deken die de man meekrijgt om beneden te slapen aangeduid met het woordje “tan-amâtt", en ieder Bijbelvast persoon herkent hierin de naam Amatta, de naam van de vader van Jonas.  Voor mensen met een voorliefde voor de freudiaanse analyse: hier ligt een kans voor het grijpen! Ik ga hem niet helemaal  uitleggen – want dan ben ik weer een paar pagina’s verder – maar ik kan je verzekeren dat “de man (=vader) boven op een kamelin (=moeder/dochter) op een dekentje (=opa) ” in dit geval een prachtig voorbeeld van een Oedipuscomplex oplevert op het moment dat de schoonzoon ten tonele komt in het verhaal. Impliciet  zijn de onderlinge relaties aangegeven behalve die van de schoonzoon!  En wie heeft het er dan nog over dat dit verhaal niets met jaloezie, woede, kortom "strijd" te maken heeft? Het verhaal zou dan als moraal hebben het taboe op incestueuze betrekkingen, een variatie op de vierde doodzonde Invidia. Verblindde ook Oedipus niet uiteindelijk zichzelf?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten