Invidia (afgunst).
Hij
vertrok met zijn vrouw naar hun andere dochter. Ook zij ontving hen
geestdriftig. Voor het avondeten gaf ze hun brood met dadels. Hij zei haar:
“M’n dochtertje, hoe kom je aan deze voortreffelijke dadels?” “Helemaal uit de
Sahara, pappa!” , antwoordde ze. Na het
eten zei hij haar: “Geef me mijn deken (“tellis” geheten, eigenlijk een deken,
een mat voor op een kameel!), ik ga in de kamer hier beneden slapen.” Zij gaf hem een deken, en hij ging naar beneden,
gevolgd door zijn vrouw naar de benedenverdieping, waar een vrouwtjes-kameel op
stal stond. Hij zei tegen zijn vrouw: ”Maak me vast op de rug van de kamelin,
ik ga dadels halen.” Maar het is donker, hoe wil je dan de weg vinden” “Je kunt
me niet tegenhouden; ik wil meteen vertrekken.” Zij bond hem vast op de rug van
de vrouwtjes-kameel en sloeg het beest op de kont om haar te doen opstaan. De
kamelin stond op, maar het plafond was laag, de man stootte zijn hoofd tegen de
balken van het plafond, het bloed kleurde zijn baard rood, hij schreeuwde het
uit van pijn: “Laat die kameel (mannetje!) zakken!” Zij liet de kameel knielen.
Op zijn schreeuwen kwamen zijn dochter en schoonzoon toegelopen; zij zagen hem
helemaal onder het bloed. “Wat moet dit voorstellen”, schreeuwde hem zijn
dochter toe. “Door jouw toedoen zijn we het mikpunt van spot van onze buren”
Daar wilde hij niet van horen: “Geef me mijn geweer,” zei hij, ”ik ga naar mijn
andere dochter; en wat jou betreft, jij bent geen echte dochter van mij!”
Gaat dit verhaal wel over jaloezie?
Stel,
ik zou niet weten waarover dit verhaaltje gaat. Zou ik dan na afloop spontaan
roepen: “Maar dat gaat over jaloezie!” Eerlijk gezegd denk ik van niet. Maar als je
erover nadenkt, zou je er verder nog aan kunnen toevoegen, dat de man het niet
lijden kan dat die dochter over zulke lekkere dadels beschikt: hij wil ze ook. Daarom
wil hij een vrouwtjes kameel (ongetwijfeld dubbelzinnig) beklimmen om ze in
de Sahara te gaan halen. Maar deze domme man stoot daarbij, omdat hij niet goed
uitkijkt –misschien is hij scheel – zijn hoofd tot bloedens toe aan de lage
zoldering met grote zware hoekige balken in de stal waar de kameel staat. Je
zou bij dat “scheel kijken” aan het Boze Oog kunnen denken: invidia betekent
letterlijk “niet zien”, “scheel kijken”, “loensen”. En het afweren van het Boze Oog met het handje van Fatima om zich te weren tegen het kwaad, de jaloezie, zou
dan het onderwerp van dit verhaal zijn. Dat is het ook, maar er is meer!
In
tegenstelling tot de vorige verhalen, is dit verhaal echt geënt op de
Arabische, islamitische wereld. We
hebben al kennis gemaakt met het Boze Oog; voor meer informatie kunt u op de
website hierover terecht. Verder gaan we kennis maken
met: dadels, de Sahara, een vrouwtjes
(kamelin) en een mannetjes kameel. Allemaal zaken waar de westerling niet
zo erg veel vanaf weet. Wij hebben zelfs niet één woord voor een vrouwtjes kameel.
Ik zal
ze een voor een bespreken, om te besluiten met de demon van Invidia: een ons
allen bekend mythisch beest, de Leviathan. De Leviathan is bij ons bekend door de
geweldige roman van de Amerikaanse schrijver Herman Melville over de jacht op Moby Dick, een witte walvis van Bijbelse afmetingen, die daardoor doet denken aan de
Leviathan. In de Koran speelt de Leviathan onder andere een indirecte rol als naam
van Soera 10, Jonas (Yunes). Later wordt Jonas in de Koran ook Zunnun genoemd
en is dan in gezelschap van een vis. Hij wordt door de vis verslonden en weer
uitgeworpen in Soera 37, 140-146.
Dadels
Eigenlijk
moet je eens met een groepje Marokkaanse mannen vóór de Ramadan naar de markt
zijn geweest om dadels te kopen, om iets te begrijpen van de afgunst van de man
op zijn dochters overheerlijke dadels. Men doet er op markt soms uren over om
te beslissen, welke soort de beste is. Er blijkt een kennis op dit gebied aanwezig
te zijn waarvan je stil wordt. Dadels kunnen dus heel goed een reden tot
jaloezie zijn. Maar in zulke hevige mate?
Sahara
Het
woordje “sahara” heeft in het Arabisch dezelfde medeklinkers als het woord voor
magie, betovering. De actie van de man om dadels in de Sahara te gaan halen,
wordt hem dan ook ingegeven door een demon, een geest die er met zijn
geestelijke vermogens vandoor gaat. Deze djinn (=demon) heet volgens de Duitse
theoloog Peter Binsfeld sinds 1589: Leviathan, de demon van Invidia. (Niet te
verwarren met de personificatie door de Romeinen van Invidia.)
Leviathan!
Nu is de Leviathan een vreemd beest. Er bestonden er in den beginne twee van, een mannelijke en
een vrouwelijke. Omdat het een monster is, en God de voortplanting van de
monsters wilde voorkomen, werd het vrouwtje vernietigd en bleef het mannetje
leven.
Kameel en kamelin.
De
kamelin die in ons verhaal in een kameel verandert, heeft te maken met het
Leviathan verhaal, denk ik. Net als in het Leviathan verhaal is er in het begin
een mannetjes én een vrouwtjes kameel, maar besluit het verhaal met maar één
sekse, het mannelijke. De kameel heeft ook met het geloof in de Islam te maken
dat bij de geboorte overleden kinderen
op de rug van een kameel (een nomadische
kameel) meegenomen worden naar het paradijs om daar tot het einde der tijden
onder bescherming van Fatima Zahara, de dochter van de profeet Mohammed, te verblijven. Nu zijn dadels (uit de Sahara)
niet alleen goed voor een voorspoedige bevalling, zij staan ook bekend als de
vrucht waarmee op het einde van een Ramadandag de vasten wordt gebroken. Dit
breken van de vasten wordt in dit verhaaltje dus direct geassocieerd met de
geboorte van een kind. En met het eventuele overlijden van kinderen direct bij de
geboorte! En dat gebeurde en gebeurt nog steeds heel erg vaak. Genoeg reden om met
het handje van Fatima het Boze Oog af te weren.
Dit
verhaal is inderdaad niet zomaar een verhaaltje waarin veel bloed vloeit als in
een toneelstuk uit de Romantiek. We hebben hier niet alleen met een grappig
verhaaltje te maken, maar ook zit er weer een veel diepere betekenis in
verborgen, die helemaal niet grappig is. Heeft die diepere betekenis nog iets
met Afgunst te maken? De betekenis van Invidia is breder: het gaat niet alleen
om jaloezie, maar ook om woede. En hier is niet van woede in de gewone betekenis
van het woord sprake, maar van Bijbelse woede: toorn. Waarover is de dochter dan zo
vertoornd? Je zou kunnen denken, omdat haar een dood kind geboren is. Maar er
is meer…….
Actueel?
Haar
toorn vindt een klankbord in de waarschuwingen van de profeet Jonas die terecht
kwam in de buik van de walvis, de Leviathan. Deze profeet werd naar Ninivé
gestuurd, het huidige Mosul. De mensen in Ninivé deden alleen maar slechte
dingen, en God wilde de stad vernietigen. Net als de vader in ons verhaal joegen
bewoners van Ninivé alleen maar materiële welvaart en genot na, zij benijdden elkaar, gunden
elkaar het licht niet in de ogen en vergaten de transcendente waarden van het leven.
God pakte uiteindelijk niet Ninivé aan, omdat de mensen luisterden naar Jonas
en zich beter gingen gedragen. Maar Jonas ging koppig door met waarschuwen. Toen pakte
God Jonas aan, omdat hij niet van ophouden wist. Het leek wel alsof de
waarschuwingen van de profeet Jonas voortkwamen uit jaloezie en niet gedaan
werden in opdracht van God. Hij wilde te graag blijven, wie hij was. Hij leek wel jaloers op God. Zo kwam Jonas in
de buik van de walvis terecht als straf voor jaloezie, op een plek met een lage
zoldering vol ribben als zolderbalken. Uit die gevangenis werd hij herboren, toen
de walvis hem met een zwiep op het strand uitbraakte.
Waarom
gaat dit verhaaltje over Jonas en de walvis? Niet alleen vanwege een theoloog,
die de vierde doodzonde associeerde met de Leviathan. Er is meer: in het
Berbers wordt de deken die de man meekrijgt om beneden te slapen aangeduid met het
woordje “tan-amâtt", en ieder Bijbelvast
persoon herkent hierin de
naam Amatta, de naam van de vader van Jonas.
Voor mensen met een voorliefde voor de freudiaanse analyse: hier ligt
een kans voor het grijpen! Ik ga hem niet helemaal uitleggen – want dan ben ik weer een paar
pagina’s verder – maar ik kan je verzekeren dat “de man (=vader) boven op een
kamelin (=moeder/dochter) op een dekentje (=opa) ” in dit geval een prachtig voorbeeld
van een Oedipuscomplex oplevert op het moment dat de schoonzoon ten tonele komt in het verhaal. Impliciet zijn de onderlinge relaties aangegeven behalve die van de schoonzoon! En wie heeft het er dan nog over dat dit
verhaal niets met jaloezie, woede, kortom "strijd" te maken heeft? Het verhaal zou dan als
moraal hebben het taboe op incestueuze betrekkingen, een variatie op de vierde
doodzonde Invidia. Verblindde ook Oedipus niet uiteindelijk zichzelf?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten