Zoals
in al deze verhaaltjes nooit de armoede bij naam wordt genoemd, zo geldt dat
ook voor seks, en voor wellust. Uit de verklaring die ik
heb gegeven met betrekking tot de Interpretatie van deze verhalen, blijkt dat symboliek een grote rol speelt. Dat is zeker het
geval als het om seks gaat. Dat maakt het niet altijd even gemakkelijk om een
verhaal te duiden. Een houvast is de vaste rangorde van de doodzonden. Dit is het derde verhaal in de serie van zeven ouderlijke bezoekjes aan hun dochters met als onderwerp “Wellust” dat in de lijst van doodzonden ook op de derde plaats komt. Het verhaal hierboven is het derde bezoek aan een dochter. Tot nu toe staan de verhalen in precies dezelfde volgorde als in de rangorde van de doodzonden. Waarom het derde bezoek gaat over "Luxuria"(wellust) zal ik hieronder verder uitleggen.
Onder boeren, ook in Nederland, was het gewoonte om ’s nachts bij een zieke koe te gaan slapen. Als zij overleed moesten inderdaad zo snel mogelijk de ingewanden en organen (met name de lever!) verwijderd worden om het vlees te redden. Als je de ingewanden erin liet zitten, dan “crepeerde” de koe, d.w.z. de ontstoken lichaamsdelen tasten dan ook de rest van de koe aan. Wat erger is: de boel kon openbarsten (creperen). En in tijden van hongersnood moet je kostte wat kost alles wat er te eten valt zien te redden. Dit realistische element in het verhaal maakt de interpretatie lastig. Wat wijst er dan op de derde hoofdzonde "wellust" in dit verhaal?
Op het eind van de verhaaltjes komt in het Frans
(niet in het Arabisch of Berbers) vaak een woord voor dat direct naar de
doodzonde verwijst. Dat is in dit geval “éventrée” (door de onderbuik heen gestoken).
Zoals ik al eerder heb gezegd in de bespreking van een Bar Hebraeus grap hadden in grappen de preutse Romeinen als het over seks ging het niet over “neuken”, maar over de (onder-) buik (venter) doorsteken. De verwijzing is dan wel niet een directe verwijzing naar "Luxuria", maar wel indirect een eerste hint waarover het verhaaltje gaat. In twee andere verhaaltjes die ik nog ga
bespreken, duikt opeens het woordje “irritée” op dat direct verwijst naar Ira, de zesde
doodzonde. Kortom, er lijken in de Franse
teksten verwijzingen te zitten, die in de Arabische en Berberse teksten
ontbreken. De verklaring daarvoor zou kunnen zijn dat het verhaal uit de tijd is dat er in Noord-Afrika christenen en joden woonden, die gebruikmaakten van het Latijn. Want het Latijn en het Frans hebben wel taalovereenkomsten, en het Latijn heeft geen taalovereenkomsten met het Arabisch en
Berbers. De Franse vertaling is in dit geval uit het Berbers. Met andere woorden, door de Franse vertaling komt de oorspronkelijke Latijnse tekst weer tevoorschijn: "venter" en "ira". Tja!?
Daarnaast
is in dit verhaaltje van belang dat het om allemaal vrouwelijke dieren gaat:
ezelin, koe en merrie. Deze dieren kunnen “de vrouw” aanduiden. Ik heb al
gezegd dat je in deze teksten geen vrouwvriendelijkheid moet zoeken! In het
volgende nog niet vertelde verhaaltje verandert een kamelin ineens van geslacht en wordt kameel, een betekenisvolle verandering. Het
geslacht van een dier is in deze verhalen dus belangrijk. We komen dan tot de freudiaanse
interpretatie van dit verhaal, dat het hier niet om de strijd tegen het dier,
maar om de "strijd" met de dieren gaat: geslachtsgemeenschap. Zoals naar aanleiding van een Nasreddin grap is gesteld, was een van de gebruikelijke voorstellingen door de Romeinen van seks hebben een oorlogstafereel (noot 9). Daarnaast wordt natuurlijk ook al
gesuggereerd door de opdracht dicht tegen de koe aan te gaan liggen slapen, dat het om seks gaat. De tekst
laat zich niet uit over welke relatie de man heeft met wie hij seks heeft. De
Wellust blijkt uit het tomeloze gedrag van de man. Het gaat niet zomaar om seks maar om een orgie. Het blijft mij verrassen
hoe vaak een freudiaanse analyse van deze verhaaltjes, inzicht geeft in de
betekenis ervan.
Tot nu
toe heb ik nog niet gezegd dat in 1589 de Duitse theoloog Peter Binsfeld elke doodzonde met een demon heeft geassocieerd.
Hoe hij dat gedaan heeft is mij niet duidelijk. Het kan zijn dat hij bestaande
associaties heeft gesystematiseerd. In dat geval zouden de demonen ook al in de
Romeinse tijd ermee in verband zijn gebracht, maar dat is niet zeker. Met
Superbia werd Lucifer (de gevallen engel) in verband gebracht; met Avaritia Mammon
(broodnijd). En met Luxuria werd de joodse demon Asmodeus geassocieerd. Hiervan hebben wij de uitdrukking overhouden “naar de ratsmodee” ("Naar de bliksem gaan") gaan. En dat is nou precies wat er in dit verhaaltje gebeurt.
Alles
bij elkaar lijkt me dit voldoende reden om te veronderstellen dat het onderwerp
van het derde bezoek van de man aan zijn dochters gaat over Luxuria.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten