dinsdag 6 juni 2017

Superbia (hoogmoed)

Hij had al zijn zeven dochters uitgehuwelijkt, ieder in een andere stad. Op een dag zei hij tegen zijn vrouw: “Laten we eens op bezoek gaan bij onze dochters. We hebben ze niet meer gezien sinds ze zijn getrouwd. Toen ze ervoor klaar waren, vertrokken ze; hij gezeten op zijn ezelin, zij te voet achter het beest lopend. Onder weg kreeg hij een scheur in zijn jellaba; hij naaide de scheur dicht, maar had niet in de gaten dat hij onder het naaien de jellaba vastnaaide aan het zadel van de ezelin. Bij de poort van de stad hadden zich veel mensen verzameld en onder hen bevond zich zijn dochter, die heel blij was haar ouders te zien. Zij liep ze tegemoet om ze te verwelkomen, de vader sprong van de ezelin, maar omdat zijn jellaba bleef haken achter het zadel, waaraan hij het had vastgenaaid, kwam hij naakt voor zijn dochter te staan. Zijn dochter verstopte zich uit schaamte voor de mensen die zich ten koste van haar en haar vader vermaakten. Men gaf hem iets om zijn naaktheid te bedekken, zijn dochter overlaadde hem met verwijten: “Wat een schande in de ogen van de mensen”, zei ze. Daar wilde hij niets van horen: “Geef me mijn geweer terug, “ zei hij, “ik ga naar mijn andere dochter, jij, jij bent geen dochter van mij!”

Als we dit verhaal vergelijken met het verhaal van een week geleden  dan vallen in eerste instantie de overeenkomsten op:  de man zit op zijn ezelin en zijn vrouw loopt erachter. Het verhaal van verleden week begon met te vertellen dat vader Jeha op de ezel ging zitten en zijn zoon er achter liep. Je vermoedt dat dit verhaal ook zo’n verhaal uit de “adab”-literatuur is, dus een verhaal met een opvoedkundige strekking. En dat is het ook. Maar er is een groot verschil. In het verhaal van vorige week kwamen verschillende invalshoeken aan de orde om te bepalen wie er op de ezel mocht zitten. In dit geval is van het begin af aan duidelijk dat het de man is die erop zit en de vrouw die erachter loopt. Bovendien, het is niet zomaar een ezel, het is een ezelin! Meteen in het begin van het verhaal wordt de lezer gewaarschuwd dat de strekking van het verhaal misschien wel een beetje onfatsoenlijk zou kunnen zijn. En wat gebeurt er in loop van de gebeurtenissen: hij komt in z’n nakie voor zijn dochter te staan. Een seksuele associatie valt niet te ontkennen. Daar hoef je geen Freud voor te heten! 

Toch is er nog meer aan de hand dan alleen maar opvoeding. U bent het met mij eens dat het onfatsoenlijk is om hoe dan ook ergens in het openbaar naakt rond te lopen. Dat is een opvoedkundige regel die ons van jongs af aan wordt bijgebracht. Maar in dit verhaal is geen sprake van een kind. De rollen lijken wel omgedraaid: niet de man bepaalt wat zedelijk of onzedelijk gedrag is, maar de dochter. Kortom in het verhaal komt een belangrijk moment in de opvoeding aan de orde, waarin de ouders niet meer kosteloos kunnen denken dat ze hun kinderen goed opvoeden, maar zijn het de kinderen die de ouders beoordelen op hun opvoedkundige kwaliteiten. Daarvoor heb je criteria nodig, een maatlat waarlangs je de opvoeding van je ouders kunt leggen in vergelijking met hoe het eigenlijk zou moeten. Zo’n lijst bestaat en wordt aangeduid als de lijst met de zeven doodzonden .  De lijst werd vooral gebruikt in de Katholieke (Roomse) kerk vanaf  ongeveer de vierde eeuw na Christus.

De zeven dochters die deze vader gaat bezoeken staan voor de zeven doodzonden, niet  zozeer de doodzondes van de  dochters (misschien ook wel een beetje), maar vooral van de vader. De vrouw in deze verhaaltjes speelt een ondergeschikte rol. In het laatste verhaal (het achtste!) blijkt dat dit neerkijken op het vrouwelijk geslacht, voortkomt uit de verwachting die men heeft ten aanzien van vrouwen in het algemeen. Maar om welke doodzonde gaat het in dit geval?

Je zou het niet meteen denken, maar dit verhaal heeft met de belangrijkste doodzonde te maken van de lijst van zeven doodzondes: de superbia ( hoogmoed). De hoogmoed zit hem in het gedrag van de man, want het is niet normaal dat een man zich laat rijden en de vrouw hem te voet volgt. Dat hoort andersom. Dat hij zijn eigen kleren naait, is heel erg gebruikelijk in Marokko, en is geen teken van deemoedigheid. Maar hij doet het niet goed, hij denkt het te kunnen, maar kan het eigenlijk niet goed. Met een jeugdige sprong,  komt hij  naakt voor zijn dochter te staan: dat is wel hoogmoedig! Het innemende van het verhaal is, dat het zo levendig in herinnering brengt dat oudere mannen vaak denken dat ze nog altijd even jong zijn als toen zij twintig waren. Maar je wordt ouder, en als je dat niet beseft, dan bega je volgens dit verhaal een doodzonde, de zonde van de hoogmoed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten