maandag 26 maart 2018

4. De Trickster van de Nez Perce.

Klik hier voor de originele tekst.



Prairiewolf schept de Mens.


Eens, lang geleden voordat er mensen op aarde leefden, kwam er een monster uit het noorden afdalen naar de aarde. Het was een geweldig groot monster, en het at alles op waar zijn oog opviel. Hij at kleine dieren zoals  hertjes, eekhoorntjes (chipmonks), wasbeertjes en muizen, maar ook grote dieren. Hij at damherten. elanden en zelfs bergleeuwen.

Prairiewolf ging op zoek naar zijn vrienden, maar hij kon er geen meer vinden. Dat maakte hem heel erg kwaad. Hij besloot dat het tijd werd om het monster een halt toe te roepen.

Prairiewolf stak de Snake River over, en bond zich vast aan de hoogste piek van de Wallowa Mountains. Daarop daagde hij het monster uit door het van de andere kant van de rivier toe te roepen. “Pak me dan, als je kan…Kom me dan opeten, als je kunt!” Daarop baande het monster zich een weg naar de overkant, liep met grote brede schreden de bergen in. Hij probeerde door zo hard mogelijk de lucht in te ademen Prairiewolf van de bergtop op te zuigen, maar dat lukte helemaal niet. Prairiewolf had zich een touw gemaakt dat ijzersterk was en bestand tegen de rukwind die het monster maakte om hem van de bergtop af te krijgen.

Dat boezemde het monster ontzag en angst voor Prairiewolf in. Hij besloot vrienden met hem te worden en hij nodigde Prairiewolf uit om een tijdje bij hem te logeren. Op een dag vertelde Prairiewolf het monster dat hij graag eens weer alle dieren wilde terugzien, die het monster had opgegeten en nu in de buik van het monster zaten. Het monster stemde ermee in dat Prairiewolf de buik van het monster mocht bezoeken.

Toen hij binnen was, zag Prairiewolf zijn vrienden weer, en ze zaten allemaal veilig in de buik van het monster. Hij zei ze dat ze zich erop moesten voorbereiden te ontsnappen. En hij ging aan het werk. Met de vuur-starter maakte hij een immens groot vuur in de buik van het monster. Toen pakte hij zijn mes en doorboorde daarmee het hart van het monster. Het monster ging glorieus ten onder en stierf en alle dieren konden ontsnappen. Prairiewolf was de laatste die het zinkende schip verliet.

Prairiewolf zei dat hij ter herinnering aan deze gebeurtenis, een nieuw dier zou scheppen, een mens. Prairiewolf sneed het monster in stukken en gooide de stukken in de vier windrichtingen. Waar een stuk neerkwam op de grond, sommige in het noorden, sommige in het zuiden, andere in het oosten en weer andere in het westen,  in de dalen, in de bergkloven en langs de rivieren, overal werd een stam geboren. Zo ontstonden alle stammen.

Toen hij hiermee klaar was, zei de Vos, de beste vriend van Prairiewolf, dat er nog geen stam bestond op de plaats waar ze stonden. Prairiewolf zei hem dat het hem speet, maar hij had geen stukken monster meer tot zijn beschikking. Toen kreeg hij een idee. Hij waste het bloed van het monster van zijn handen en sproeide druppels bloed op de grond.

Prairiewolf zei: Hier, op deze grond, komen de Nez Perce  te leven. Zij zullen niet erg talrijk zijn, maar sterk en zuiver.” En zó kwamen de eerste mensen op aarde.

vrijdag 23 maart 2018

3. De Trickster van de Kwakiutl.

Klik hier voor commentaar en de originele tekst.
(Deze keer echt de moeite waard!)


(Picture by Edward S. Curtis - This image came from The North American Indian by Edward S. Curtis. These images were published between 1907 and 1930. According to the U.S. Library of Congress, they are in the public domain in the United States., Public Domain.)


Zoals bij herhaling gezegd: geen van deze verhaaltjes zijn vrouw-vriendelijk. Toch heb ik dit verhaaltje op mijn blog gezet, omdat de aanstoot gevende passage verduidelijkt hoe dit verhaal moet worden gelezen. Ik vraag dan ook dit keer uitdrukkelijk om het commentaar dat de tekst vergezelt telkens erop na te slaan. Dit zal vergemakkelijkt worden door linken naar het commentaar en een nummer voor de desbetreffende uitleg bij die bepaalde passage in de tekst.




Altijd- aan- de- kust- Verblijvend. (= naam)


Prairiewolf peddelde met zijn kano langs de kust, toen hij vanaf het strand werd geroepen. “Prairiewolf, waar ga je naartoe?” ”Ik ga trouwen met de dochter van Altijd- aan- de- kust- Verblijvend.” “Alleen een gek mens zou zoiets doen!” Daar werd Prairiewolf boos om en hij peddelde naar de kust. Hij veranderde alle mensen in vogels en vervolgens veranderde hij de vlucht vogels in een kudde herten. “Jullie zullen herten zijn die voorzien in de behoeftes van de mensen,” zei hij en ging weg (1).Daarop voer hij langs een ander groepje mensen op het strand. “Prairiewolf, waar gaat de reis heen?” Hij vertelde het hun. “Je moet op je tellen passen. De botten van hen die die vrouw hebben willen trouwen, liggen hoog opgestapeld.” Prairiewolf waardeerde hun bezorgdheid. Hij kwam aan land en zorgde voor mosselen (2) en zalm in de wateren. Daarom worden die dingen (3!) daar nog steeds geoogst.


Even later riepen weer anderen hem met dezelfde vraag, waar hij wel naar op weg was. Hij vertelde het hun. Het opperhoofd zei hem: “Wees voorzichtig, Prairiewolf. Al mijn jongeren zijn daarnaartoe gegaan om haar te trouwen en niemand is ooit teruggekomen. Prairiewolf ging aan wal en weer zorgde hij in deze wateren voor mosselen in overvloed. En hij gaf de mensen geroosterde zalm te eten. Bij een plek aangekomen met de naam Koperen Bodem (4) ging Prairiewolf opnieuw aan land. Hij liep door de bossen naar een dorp waar hij een oude vrouw ontmoette die klaverwortelen (5) stoomde . De vrouw was blind, maar zij rook (6) hem meteen. “Prairiewolf! Wat kom je hier doen?” vroeg ze hem. Hij bukte zich en pakte een handje vol klaverwortelen om ze op te eten. “Wat doe je me nu? Wie pakt er van mijn klaverwortelen?” “Kun je dat dan niet zien?” De vrouw zei dat ze blind was. Prairiewolf nam wat gom (7), kauwde erop en spuugde midden in de ogen van de vrouw (8). “Kun je nu zien?” “Ja, nu kan ik zelfs goed zien!” Prairiewolf zei haar waar hij naar op weg was. Zij zei hem voorzichtig te zijn en gaf hem wat te eten voor onder weg. Prairiewolf vervolgde zijn weg tot hij bij een vrouw kwam die een kano aan het maken was. Hij liep naar haar toe, en kneep het kindje op haar rug in de voet. Het kind begon daarop te huilen en de vrouw zei: “Raak mijn kind niet aan. Hij heeft nog nooit gehuild.” Daarop ging ze verder met haar werk aan de kano. Ze holde al beitelend de kano uit, maar de beitel schoot uit en maakte een gat in de bodem. “Kijk nou eens wat je gedaan hebt. Ben je soms blind?” vroeg Prairiewolf haar(9). “Ja, dat ben ik,” antwoordde de vrouw. Prairiewolf kauwde op wat gom en spuugde het in haar ogen. En zij kon weer zien. “Waar ga je naartoe?” vroeg de vrouw. “Ik ga trouwen met de dochter van Altijd- aan- de- kust- Verblijvend.” “Je moet voorzichtig met haar zijn. Zij heeft tanden in haar vagina (10). Daarmee heeft ze alle jonge mannen die met haar wilden trouwen gedood. Neem deze stenen beitel. Als je met haar slaapt, stop je dat in haar en haar tanden zullen afbreken.” De vrouw masseerde de rug van Prairiewolf met de steen en gaf hem maskers van een winterkoninkje, een hert, de berggeit en de grijze beer ( grizzlybeer). Prairiewolf zette een masker op dat hem ouder (11) deed lijken en ging het grondgebied van Altijd- aan- de- kust- Verblijvend binnen (12). Daar ging hij bij een rivier zitten. Hij had daar nog niet lang gezeten, toen de dochter van Altijd- aan- de- kust- Verblijvend met haar vriendinnen daar ook kwam. Zij heette Dood-brengende-Vrouw (zie namenlijst van Kwakiutl!). Toen ze hem zag, zei ze: ”Ooh, ooh (13) dat zou een goede slaaf (14) voor ons zijn.” Ze namen hem mee naar hun kamp. Die nacht vroeg Dood-brengende-Vrouw Prairiewolf om met haar te slapen. Prairiewolf hoorde het knarsen van de tanden dat tussen haar benen onder haar kleren vandaan kwam. Toen hij bij haar in bed stapte hoorde hij het geluid dat ratelslangen (15) maken. Hij duwde de stenen beitel in haar en draaide hem een slag om, waarop alle tanden in haar vagina afbraken. Hij zei dat hij Prairiewolf was en dat hij gekomen was om met haar, Dood-brengende-Vrouw, te trouwen. Toen sliepen ze met elkaar.


De volgende dag gingen ze naar het huis van Altijd- aan- de- kust- Verblijvend. ’s Nachts hoorde Altijd- aan- de- kust- Verblijvend lachen dat kwam uit de kamer van zijn dochter. Hij stond op en ging haar kamer binnen. “Met wie lig je daar te lachen?” “Dat is mijn echtgenoot. Verwelkom hem.” Altijd- aan- de- kust- Verblijvend groette Prairiewolf en ging terug naar zijn eigen kamer. De volgende ochtend kloofde Altijd- aan- de- kust- Verblijvend wat cederhout, verwijderde de bast en maakte een strik (16)  om beesten te vangen. Toen ging hij de slaapkamer van zijn dochter in en zei: “Schoonzoon, ik wil dat jij door de deur naar het donkere midden van het huis springt. Prairiewolf zette het hertenmasker (17) op, sprong door deur naar het midden van het huis (18) en raakte verstrikt in de val die Altijd- aan- de- kust- Verblijvend voor hem had opgezet. Hij stierf. “Net goed, “ zei de oude man,” zo maar mijn huis komen binnenvallen en me voor schut zetten. Dit zal hem leren.” Maar Prairiewolf zette zijn masker af en ging terug naar de slaapkamer van zijn echtgenote. Die nacht hoorde de oude man weer het gelach van zijn dochter. De volgende ochtend zette hij een andere val op voor Prairiewolf. Dit keer zei hij hem ook door de deur te springen naar het midden van het huis. Prairiewolf zette het masker op van de berggeit, viel in de val en stierf ter plekke. Toen de oude man naar buiten ging, zette Prairiewolf zijn masker af en ging naar zijn vrouw.


Die nacht hoorde Altijd- aan- de- kust- Verblijvend het geluid van mensen die seks hebben en hij riep luid: “Wie is daar bij je, mijn dochter?” “Dat is mijn echtgenoot,” antwoordde ze hem. De volgende ochtend zette hij weer een val uit voor zijn schoonzoon en beviel hij hem opnieuw door de deur naar het midden van het huis te springen, waar de val stond in het schemerduister. Dit keer zette Prairiewolf het masker op van de grizzly beer. Hij liep naar het midden van het huis, verpulverde de val (19) en ging zitten eten.


De oude man dacht er nog steeds over, hoe hij hem kon vermoorden (20). Hij vroeg hem om met hem in een kano naar de overkant van een inham te varen, waar ze een andere kano zouden maken. Ze peddelden het water over en ging de bossen in. Daar velden ze een boom en begonnen ze de stam uit te hollen om er een kano van te maken (21). Ondertussen kauwde Prairiewolf op een stuk elzenhout. Ze waren zo gezamenlijk aan het werk, toen de hamer van Altijd- aan- de- kust- Verblijvend in een spleet viel. Hij vroeg Prairiewolf die kleiner dan hij was, om in de spleet te kruipen om de hamer te halen. Toen Prairiewolf erin klom, klopte de oude man de wiggen die de spleet open hielden er tussen uit. Prairiewolf spuugde het stuk elzenhout waarop hij had gekauwd uit en er ontstond een grote rode vlek op de plaats waar hij in de kano vast zat. De oude man dacht dat het bloed was en dat zijn schoonzoon dood was. “Hij krijgt wat hij verdient voor te denken dat hij zomaar kan komen aanwaaien en mijn dochter trouwen,” zei de oude man, en ging weg (22).


Prairiewolf zette het masker van het winterkoninkje op en vloog uit de spleet naar boven. Hij haalde Altijd- aan- de- kust- Verblijvend in. “Waarom laat je me alleen achter, vastgeklemd in de spleet van de boom, schoonvader? De spleet sloeg dicht en ik zat er bijna in gevangen.” “Ooh-ooh (23), wat ben ik blij je te zien. Ik heb me bijna dood gehuild, toen het gebeurde. Ik ben nu op weg naar huis om het mijn dochter te vertellen. Ik dacht dat je dood was. Ik ben blij dat je je los hebt weten wrikken. Ik dacht dat het niet mogelijk was.” Ze stapten beiden in de kano van de oude man en begonnen te peddelen naar huis. Prairiewolf kauwde op een stuk hout. Toen hij het zacht had gekauwd (24), kneedde hij het tot een orka (25) en gooide het in het water. “Jij zult de eerste orka zijn van alle komende orka’s na je,” zei hij. De orka kwam van onder uit het water omhoog en met een geweldige ruk greep hij Altijd- aan- de- kust- Verblijvend uit de kano.

Alleen kwam hij thuis bij Dood-brengende-Vrouw. Zij vroeg waar haar vader gebleven was en Prairiewolf zei, dat hij dat niet wist. Later kreeg de vrouw een zoon. Op een ochtend nam Prairiewolf de zoon met zich mee en ging hij weg.


woensdag 7 maart 2018

2. De Trickster van de Crow.

Klik hier voor commentaar en de originele tekst.

Hoe de prairiewolf de aarde schiep.


Lang geleden was er geen aarde. De prairiewolf dreef op de uitgestrekte wereldzee rond op een klein vlot (verg. vorig blog) , toen hij eenden tegenkwam (vergelijk opm. Aristofanes naar aanleiding van Aesopus, de kuifleeuwerik) . Behalve de prairiewolf waren er geen andere schepselen dan de eenden. “Mijn broeders,” zei hij, “hier is verder niemand in de buurt. Het is niet goed om zó alleen te zijn. Kunnen jullie niet voor wat aarde zorgen, zodat ik alles beter een plaats kan geven?” Hij wendde zich tot de roodkopeend, de tafeleend, die heel goed kan duiken. “Duik onder water en probeer van de bodem wat aarde naar de oppervlakte te brengen. Dat kunnen we gebruiken om ons leven in te richten.” De roodkop-eend dook. Hij bleef lang onder water, maar kwam boven zonder aarde.


De prairiewolf wendde zich daarop tot de gevlekte eend (pinto=gevlekte; het indianenpaard heet een pinto-paard, vandaar afgeleid: pinto-eend). “Ik heb me gewend tot die eend die eerder is geschapen dan jij, maar hij kwam zonder aarde weer terug. Nu wil ik jou hetzelfde vragen. De gevlekte eend kwam na lange tijd boven water en zei: “Mijn broer, ik heb het niet voor elkaar gekregen.” “Hoe is het mogelijk! Ik dacht toch echt dat jij mij een beetje aarde zou brengen.” Daarop vroeg de prairiewolf een kleinere blauw geveerde eend (?) om aarde op te duiken. “Als jij er niet in slaagt, hebben we geen land om op te leven.” Hij dook naar beneden, maar toen hij boven kwam, had hij geen aarde bij zich. Toen wist de prairiewolf niet meer wat hij moest doen.


De fuut nam daarop het woord: “Mijn oudere broeder, je had mij als eerste voor de anderen moeten vragen om naar aarde te duiken. Zij staan boven mij, maar zijn zonder mij hulpeloos verloren.” Dit keer dook hij naar beneden, en bleef lang weg. Toen hij weer opdook, vroeg de prairiewolf hem: “Is het jou op de een of andere manier wel gelukt?” “Ik heb een beetje aarde meegebracht, kijk.” Hij had een beetje modder tussen zijn zwemvliezen. De prairiewolf sprak: “Voor iedere onderneming geldt dat er altijd vier pogingen ondernomen moeten worden. Jij bent geslaagd.” Daarop pakte hij de modder en zei: “Ik zal hiervan de aarde maken. En jij zult in vijvers en beken leven. En je zult je vermenigvuldigen, daar waar je nesten bouwt. Nu ga ik over tot het scheppen van de aarde.”

De prairiewolf nam de modder in zijn handen en hij keerde zich naar het oosten. “Ik zal de aarde zo groot maken, dat er genoeg ruimte is voor iedereen.” Op z’n reis vanuit het oosten, spreidde hij de modder om zich heen en er ontstond aarde. (Het rees als het ware uit de zee omhoog.) Zó reisde hij verder en verder lange tijd naar het westen. Toen hij aan het einde van zijn reis was, zei hij: “Nu er aarde is, moeten er ook dingen (!) op zijn.”

Zij hoorden in de verte een wolf huilen. “Daar is er al eentje aan het huilen,” sprak de prairiewolf. Hij wees naar de zon, die op het punt stond onder te gaan, en zei: “Luister, er is daarginds nog een andere.” Dat was ook een prairiewolf. “De prairiewolf is tot leven gekomen op eigen kracht, “ zei de prairiewolf. “ Maar dat is geweldig!” 

Daarop gingen ze met z’n allen een wandeling maken. In de vlakte (de Crow zijn de indianen van de vlakte=plains) zagen ze wat schitterende objecten. Toen ze dichterbij kwamen, zagen ze dat het medicinale stenen waren. “ Dit deel van de aarde,” zei de prairiewolf, terwijl hij een steen opraapte in de vorm van een bizon, “dit is het oudste deel van de aarde. Overal zullen er zulke stenen te vinden zijn. Het zijn wezens op zich.” Toen ze een stuk verderop waren gegaan, zagen ze een figuur staan dicht bij een heuvel. Laten we hem eens van dichtbij bekijken.” Toen ze er dicht genoeg bij waren, veranderde de sterrenfiguur in een plant (hennep?). Het was een tabaksplant. Er waren geen andere planten op dat moment op aarde. De tabaksplant was de eerste plant. De prairiewolf zei: “Van nu af aan kunnen alle mensen over deze plant beschikken. Plant het in de lente en verbouw het. De sterren uit de hemel zijn naar hier beneden afgedaald in de vorm van een plant. Zij zullen voor de mensen zorgen. En de mens moet voor deze planten zorgen. Zij zullen ervan kunnen leven. Ze kunnen het bij hun dansfestijnen gebruiken. Als je het in de lente plant, moet je zingen:

“Vriend Vrouw Aarde, waar zal ik je uitzetten in je grond?”


Toen merkte de prairiewolf op dat er geen gras was. “Dat is niet goed,” zei hij en hij schiep gras. “Laten we een paar bergen maken, heuvels en bomen.” (De Crow wonen in de buurt van de Black Hills, South Dakota). En hij schiep alles. Hij zag dat er geen vis was in de beken, daarom plaatste hij vissen in het water. Zó was hij het begin van alles.