zaterdag 22 juli 2023

 Bredero,  De Molenaer, samengevat in 4 acties (Deel 1).

De laatste keer dat het toneelstuk werd opgevoerd was in oktober 2022, een jaar
geleden in Gent. De aankondiging ging vergezeld van de hier getoonde foto.  Niet veel toneelstukken uit de 17-de eeuw kunnen bogen op zo’n staat van dienst.  Het onderwerp is dan ook Klassiek. In de eeuwen vóór Bredero, was het vooral als mondeling overgeleverd verhaal bekend. In hoeverre deze verhalen door rondtrekkende troubadours voor werden gespeeld, is mij niet bekend, maar lijkt mij wel waarschijnlijk. Dit zijn de versies waarin in verhaalvorm hetzelfde thema voorkomt:  Boccaccio, Canterbury Tales, en oraal in de Verwisseling van personen bij Nasreddin en Jeha.


Uit de samenvatting blijkt dat Bredero er toch wel een heel eigen versie van heeft gemaakt. Misschien zijn Bredero’s toneelstukken literair gezien niet altijd even mooi, maar achter deze teksten schuilt een jonge man met een groot psychologisch inzicht. En dat zal ik laten zien in onderstaand fragment.


Ik heb ervoor gekozen een soort vertaling van de oorspronkelijke tekst te maken. Als ik mij beperkt had tot de originele tekst, dan was mij niet opgevallen hoe goed de dialogen geschreven zijn als een antwoord op elkaar. Bovendien was mij ontgaan, welk een voortreffelijk psycholoog Bredero geweest moet zijn. Het gekozen fragment lijkt tamelijk willekeurig, maar volgens mijn samenvattingsmethode komt dit psychologische aspect wel precies naar voren op deze cruciale vertelmomenten. In de toelichting zijn het commentaar en de noten terug te vinden.


En dan de rol van de symboliek! De tekst staat er bol van: Trijntje (2), molen, deur, malen, kaarsje. En als later een beroemde psycholoog (Jung) zich veel moeite heeft getroost om symboliek en de betekenis ervan in de psychiatrie te duiden, dan zou je bijna kunnen zeggen dat Bredero hem daarin is voorgegaan. Ik bedoel, in het therapeutisch gebruiken van de symbolische betekenissen, niet in de duiding ervan. Toneel was therapie, en die therapie gaat op zijn beurt weer terug op het werk van de cynici, De Honden. Bredero had als motief voor het schrijven van zij toneelstukken niet alleen het beroemde “Het kan verkeren”, maar ook “fervet opus redolentque thymo fragantia mella (vert. Laat –mijn- werk doortrokken zijn met de geur van honing en tijm.) Waarbij “tijm” stond voor moed, en “honing” stond voor plezier, amusement.


Wat eraan vooraf ging.
Een vrouw, Trijntje Jans, brengt een bezoek aan de stad Amsterdam, maar komt net te laat om binnen de poorten te worden toegelaten. Zij wil niet de nacht in de openlucht doorbrengen, omdat dat te gevaarlijk is. Zo komt ze terecht bij de Molenaar Piet en zijn vrouw, Aaltje. Na wat heen en weer gepraat, kan ze blijven slapen. Maar de molenaar – en molenaars hebben in die dagen de naam losbandig te zijn – is er meteen op uit eens lekker met haar van bil te gaan.
 
Deel 1: Hoe pakt Piet het aan? Is dat verschillend van nu?
Piet: Maar die meid waar je het net over had, is die een beetje mooi?
Trijntje Jans:  Ze kan ermee door…
Piet : Ben jij niet bang dat jouw man ermee naar bed gaat? Of heeft hij geen zin in een verzetje, als jij niet thuis bent?
Trijntje Jans: Jij denkt slim te zijn, hè Piet?! Nu heb ik pas door dat jij een doortrapte deugniet bent.
Piet : Vrouwtje, hoe kom je daarbij? Denk je dat zulke dingen niet gebeuren?
Trijntje Jans
: Zou jij alleen maar om seks met mij te hebben je huwelijk te grabbel willen gooien?
Piet: Wat zullen we nou hebben? Ik heb schijt aan al die moraalridders, als ik eens lekker kan vrijen.
Trijntje Jans:  Beste man, weet je wel hoelang het duurt, voordat een zondig wipje niet meer aan je knaagt? Een getrouwd man zou zelfs aan zoiets niet mogen denken! Met wie kun je meer plezier hebben dan met je eigen vrouw?
Piet: Weet je dan niet dat onze natuur altijd weer op zoek is naar iets anders, fris en fruitig? Dat je van steeds hetzelfde moe en chagrijnig wordt? Verandering van spijs, zeggen ze, doet eten!
Trijntje Jans: Oude kost is goede kost! Die lekkere hapjes die gaan je opbreken. Wie kwaad doet, kwaad ontmoet (1). Het duurt niet lang of de straf zal over je komen.
Piet:
Klets. Een gestolen kusje smaakt beter dan een gewoon zoentje. Heeft de lucht er last van dat vleugeltjes van vogeltjes het doorklieven? Heeft de zee er last van dat er een zeilscheepje overheen vaart? En welke last heeft de aarde ervan dat er velen op rondlopen? (2)
Trijntje Jans: Dat zijn van die dingen die je in ’t algemeen kunt zeggen en waar je naar leeft als het redelijk is. Hoe dan ook mijn man ziet liever dat ik mij kuis gedraag. En hij houdt het bij zijn geliefde huisvrouw.
Piet: Dat doe ik ook! Maar als ik ergens een mooi meisje tegenkom, dan probeer ik het met haar aan te leggen (3) en met haar te dollen (4). Mijn vrouw heeft daar geen bezwaar tegen dat ik eens een ander boterhammetje aflik. Ze is daar echt niet kwaad om op mij: wij blijven even goede vrienden.
Trijntje Jans: Hoor die jongen eens liegen en dat nog wel tegen zijn eigen vader!  (5)
Piet: Ik liegen?  
 
Trijntje Jans
: Ik denk dat je op mijn man lijkt: ik denk dat die mij ook regelmatig bedriegt, ik voel het aan mijn water. Want als het al eens een keer in de maand gebeurt, dan mag ik van geluk spreken. En met mij doet hij het dan ook nog op z’n Lubberts (6). Hij roept je “hallo!” en doet dan verder niks. Ik denk dat het jouw vrouw ook niets doet, als je met een ander meisje gemeenschap hebt. Wat je teveel hebt aan aandrift, dat mag je voor mijn part naar het bejaardenhuis brengen. Het stelt niets voor.
Piet: Tjongejonge! Dat ik bij God toch eens zo’n meisje als jou te pakken zou kunnen krijgen. Ik zou me te pletter zoenen tot ik erbij neer zou vallen. Ik zou er nooit genoeg van krijgen. Mijn god ik word hier zo opgewonden van. Ik hou het niet meer! Het varken moet naar de beer!
Trijntje Jans: Ga dan toch naar je vrouw toe!
Piet: Die wordt me een beetje te vet (vollijvig). Maar meteen toen ik jou zag, was ik stapelverliefd. Mijn lijf deed mij pijn en ik stond te beven als een rietje. En tegelijk sta ik stijf van de drift als een fel rood gekamde haan.
Trijntje Jans: Schaam je, Piet! Hoe kun je zo praten. Wie kwaad doet, gaat naar de hel.
Piet: Kan me niks schelen, als ik maar eens naar hartenlust met je mocht vrijen.
Trijntje Jans: Laten we het erop houden, dat als jij mijn man zou zijn, dan zou ik je laten castreren, zoals ze doen bij ossen en kapoenen. Dan zou je niet zo krols (7) zijn als een kater en overal de kust onveilig maken.
Piet: In godsnaam, castreer me niet, dan ga ik nog liever niet naar de hoeren. Maar alle gekheid op een stokje, Trijn Jans, kom laat me toch eens begaan. Dat begrijp je toch wel: wat is het probleem hier? Dat we eens lekker vrijen? (8) Daarvan zal je man niets merken.
Trijntje Jans: Beste man, wat zeg je me nou? Het is al erg zat dat je mij houdt voor een hoer.
Piet: Wie waagt, die wint. Je mocht mij anders eens houden voor een ijsheilige boer.
Trijntje Jans: Loop naar de hoeren, slimme Piet! Mijn eer is mijn waardevolste bezit.
Piet: Kom, laat mij jou eens lekker pakken. Gun je zelf dat pleziertje (9)
Trijntje Jans: Maar wat ben jij een raar hitsig mannetje. Ik weet niet, ik zou bijna… God heeft voor ons geleden, en laat Hij me nu in mijn leed met Zijn raad en daad bijstaan!? Schei uit: zo dadelijk komt je vrouw. En als ze jou op heterdaad  betrapt, dan zou het weleens verkeerd met je kunnen aflopen. Dan gaat ze mij het huis uitjagen en de deur voor mijn neus dichtgooien. Waar moet ik dan nog heen? Langs de weg bivakkeren? Onder de blote hemel slapen?
Piet: Nee, mijn lief schaapje, daar hoef je niet bang voor te zijn. Ik hoef maar een keertje. Is dat nu teveel gevraagd?
Trijntje Jans: Alles goed en wel, hoe denk je het klaar te kunnen spelen? Want hier kan het niet.
Piet: Niet? Natuurlijk wel! Ik weet wel raad: als we zo dadelijk hebben gegeten, zal ik tegen mijn vrouw zeggen dat ze kan gaan slapen. Ik zal nog even naar de molen gaan om ’s nachts nog wat graan te malen. Ik steek een kaars aan en als die is opgebrand, kom ik een borreltje met je drinken. Ga voor de deur van je slaapkamer zitten, Trijn Jans, en als je mij hoort hoesten en kuchen, dan weet je dat Piet eraan komt. Sta zonder geluid te maken op en doe de deur van de slaapkamer zachtjes open. Je zult niet tekort komen, denk ik.
Trijn Jans: Hoe moet ik me hieruit redden? Wat moet ik doen? Ik ben helemaal uit het lood geslagen.