De vergelijking: Zó ziet een
ontdekking eruit.
Klik hier voor originele teksten en commentaar.
De kern van de verhalen leid ik af van de versie van de humanist Chaucer in het Verhaal van de Vrouw uit Bath en dan nog in het bijzonder de verwijzing
naar Sokrates hierin. Dit verhaal (1) over Sokrates is te
vinden bij Diogenes Laërtius, in zijn werk over Leven en leer van Beroemde
Filosofen. Zoals al eerder opgemerkt, is Diogenes Laërtius als bron van deze verhaaltjes een
belangrijke figuur. We kwamen hem ook al tegen in de levensbeschrijving van
Thales van Milete. Deze Diogenes moeten we wel onderscheiden van de Diogenes van Sinope, die Antisthenes ontmoette. Antistenes komen we tegen bij het ontstaan van dit verhaal over
Sokrates, omdat dit verhaal min of meer Antisthenes door de andere Diogenes
(Laërtes) in de mond wordt gelegd. Laërtius was van veel latere datum dan Diogenes van Sinope: de een was van de derde eeuw vóór en de ander van de derde
eeuw na christus. Diogenes van Sinope was net als Antisthenes uit de tijd van
Socrates. Hij was de stichter van de Cynische School en ik heb hem genoemd in mijn
verhandeling over De Ezel.Waarom neem ik het verhaal over Sokrates als de kern van de zes verhalen over Koppigheid? Dit verhaal geeft de meeste informatie over de achterliggende betekenis van de verschillende elementen in deze verhalen. Het gaat dan om de volgende elementen:
De vergelijking: Zó ziet een
ontdekking eruit.
Klik hier voor originele teksten en commentaar.
De kern van de verhalen leid ik af van de versie van de humanist Chaucer in het Verhaal van de Vrouw uit Bath en dan nog in het bijzonder de verwijzing
naar Sokrates hierin. Dit verhaal (1) over Sokrates is te
vinden bij Diogenes Laërtius, in zijn werk over Leven en leer van Beroemde
Filosofen. Zoals al eerder opgemerkt, is Diogenes Laërtius als bron van deze verhaaltjes een
belangrijke figuur. We kwamen hem ook al tegen in de levensbeschrijving van
Thales van Milete. Deze Diogenes moeten we wel onderscheiden van de Diogenes van Sinope, die Antisthenes ontmoette. Antistenes komen we tegen bij het ontstaan van dit verhaal over
Sokrates, omdat dit verhaal min of meer Antisthenes door de andere Diogenes
(Laërtes) in de mond wordt gelegd. Laërtius was van veel latere datum dan Diogenes van Sinope: de een was van de derde eeuw vóór en de ander van de derde
eeuw na christus. Diogenes van Sinope was net als Antisthenes uit de tijd van
Socrates. Hij was de stichter van de Cynische School en ik heb hem genoemd in mijn
verhandeling over De Ezel.