Het verhaal van de vrouw uit Bath .
Lees dit commentaar: het is interessant.
Voorwoord
Als er geen autoriteit (gezag?) op deze wereld was dan dat
gebaseerd op ervaring, dan toont mijn ervaring
aan, --wat mijn mening ook waard mag zijn, voor mij is hij toereikend, -- dat
het huwelijk kommer en kwel met zich meebrengt. Als ik zo vrij mag zijn, wil ik
u zeggen, mijne heren, dat ik sinds mijn twaalfde - dank zij God voor altijd en
eeuwig - vijf echtgenoten kerkelijke ingezegend en wel heb gehad. Ja, dat is
een feit, zoveel heb ik er gehad, alle op hun eigen wijze waardige echtgenoten,
net zo goed als wie dan ook.
Voor originele tekst: klik (1).
Haar eerste drie mannen waren oudere mannen. Voor hen had
ze een beproefde methode om ze eronder te krijgen.
Jij houdt ervan om uit de Bijbel Job aan te halen, om geduld te oefenen. Wees
dan ook eens geduldig! Breng in praktijk wat je preekt. En als dat dan niet
lukt, mijn schat, dan zal ik je dat moeten bijbrengen, en je moeten leren dat
het goed is een rustig leven te leiden. Een van ons beiden moet de baas zijn,
de man of de vrouw, en aangezien de man de meest redelijke van de twee is,
moet hij degene zijn die geduld oefent, nietwaar? Waar heb je last van, beste
man? Wat is er waarom je zou kreunen en grommelen? Alleen maar omdat je “je-weet-wel”
van mij wil en dat wel alleen voor jezelf? Waarom in godsnaam, neem alles maar,
pak elk klein stukje van mij! Je mag het hebben! Heilige Petrus nog aan toe,
wat hou je daar toch ziels veel van, van dat lief hebben.
Voor originele tekst: klik (2 ).
Zo heb ik mijn eerste drie echtgenoten afgeserveerd. Nu ga
ik u vertellen hoe het mij is vergaan met de vierde, de op een na laatste. Dat
was een echte feestvierder, hij hield er naast mij een ander liefje op na.
Jong, sterk en koppig als ik was, zat ik vol woede, vrolijk als een ekster in
een kooitje. Speel voor mij harp en ik ga dansen en zingen, geloof mij maar,
als een nachtegaal in de lente, als ik tenminste een slokje wijn ophad.
Voor originele tekst: klik (3).
Om bij mijn verhaal te blijven: luister en huiver om te
weten te komen hoe ik een pak slaag kreeg om een boek! Op een avond zat Johnny driftig uit zijn boek
voor te lezen bij het open haardvuur. Eerst las hij voor over Eva, die door haar slechtheid de mensheid
rampen en verdriet bracht, de voornaamste reden waarom Jezus Christus aan het kruis werd genageld. En waarom hij zijn bloed voor ons vergoot om ons
van de erfzonde te verlossen, onze schuld in te lossen. Dat is natuurlijk dé
passage waarin uitdrukkelijk staat vermeld dat de vrouw de mensheid, de wereld
van de man, in het verderf heeft gestort. Daarna las hij voor over Samson die tijdens zijn slaap door Delila werd kaal geschoren en door dat bedrog
blind werd. En vervolgens las hij mij voor, ik vertel geen leugens, van
Hercules en Deinira: met een truc wist ze hem er toe te brengen zichzelf in brand te steken. En natuurlijk vertelde hij tot in de finesses
over de rottigheden die de vrouwen van Socrates hem aandeden. Xantippe goot een
pot pis uit over zijn hoofd. De dwaze man zat daar maar te zitten, alsof hij
dood was (6), ten slotte zich over
zijn kale hoofdje wrijvend, durfde hij niet meer uit te brengen dan dit:
“Voordat de donder stopt, begint het te regenen.”
Voor originele tekst: klik (4).
Je kunt je niet voorstellen, je kunt je niet indenken hoe
dit mij pijn deed. Mijn hart kromp ineen bij elk woord dat hij zei. Toen was de
grens bereikt, toen ik zag dat hij nooit zou ophouden om uit dat vervloekte
boek voor te lezen, de hele nacht door
ongetwijfeld, toen greep ik onverwacht het boek beet en scheurde er drie pagina’s
uit, precies daar waar hij aan het lezen
was. Daarop gaf ik hem een roffel vuistslagen in zijn gezicht, waardoor hij
achterwaarts in het haardvuur belandde (net als Hercules en Oenothea)
. Hij sprong op als een getergde leeuw, met een schreeuw, en gaf mij een dreun
op mijn hoofd, waarop ik slap als een vaatdoek naar de grond zeeg. En toen hij
me daar zo roerloos zag liggen, werd het hem bang te moede en dacht over vluchten.
Toen zag hij dat ik weer bij kwam. “Oh, je dacht dat je mij vermoord had, hè?
Jij vechtersbaas van niets. En dat alles om mijn land te kunnen erven,” zei ik.
“Was het je daarom begonnen? Stond dat op spel? Was je daarnaar op jacht? Laat
me je ondanks alles kussen, voordat ik heen ga voor goed.” Hij kwam dicht naar
mij toe, knielde lief bij mij neer en zei: “Mijn schat, mijn beste Alison, zo
helpe mij God, ik zal je nooit meer slaan, nooit meer, mijn schatje. En mocht
ik het toch doen, dan heb je erom gevraagd. Vergeef mij!” Maar hoe mak hij zich
ook voordeed, ik sprong overeind en gaf hem een dreun op zijn kaak. En zei: “En
deze heb je verdiend om de score recht te trekken: het is gelijk spel! Nu wil
ik sterven, ik zeg niets meer.”
Voor originele tekst: klik (5).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten