De intelligente ezel (deel 3).
Klik hier voor mijn noten bij de tekst.
Tropenjaren (1).
Tropenjaren (1).
Maar de wolf
kwam niet dichterbij, en een paar stappen van de ezel af, begroette hij hem en
zei hem goedendag. De luie ezel beantwoordde de begroeting en hij liep in
gedachten zijn literatuur (2) erop na wat het betekende als een wolf je
begroette, en liet geenszins zijn waakzaamheid varen sinds het verschijnen van
de wolf ten tonele. De wolf zei liefelijk: “Hoe gaat het broer ezel, vandaag is het heel erg warm. Hoe kun je zulke drukkende hitte verdragen (تضايق)…?” (3) Daarop schudde de vos oplettend zijn hoofd, en hij
bleef achter de wolf op grote afstand staan wachten op wat ging gebeuren. De
wolf deed een paar stappen in de richting van de ezel. En als om het gesprek te
beëindigen, zei hij: “Deze hitte is heel slecht voor je gezondheid. En ik kan
aan jou de sporen daarvan zien. De kleur van je vacht is verschoten, ja
inderdaad je kleur is ongetwijfeld echt anders. Maar bij ezels verandert de
kleur toch niet door de zon? Wat is er dan met jou aan de hand?” En toen hield
de wolf de mond en schudde nadenkend met zijn hoofd. Na een poosje hervatte hij
zijn betoog: “Ah, ik ben bang dat je bedorven water hebt gedronken. Daardoor
ben je gaan liggen dommelen en heb je je een beetje laten gaan. De vliegen zagen toen hun kans je aan te
vallen, omdat je ze niet wegjoeg, en dat is de oorzaak van veel ziektes. Hoe
dan ook je hebt geluk, omdat ik een dokter ben die van ezeltjes houdt, en het
verheugt mij je te behandelen en te genezen”. Hierop antwoordde de ezel de wolf
spottend: “Dit is de eerste keer in mijn leven dat ik ervan hoor dat een wolf
dokter is geworden en een vriend is van ezels, en dan ook nog, waarom stel je zo’n groot belang
in mijn geval?” Daarop schudde de wolf zijn hoofd en beweerde dat hij door de
woorden van de ezel onaangenaam was getroffen(تضايق) (4). Hij zei: “Wat is hieraan verkeerd dat ik van alle dieren
houd als mijn broeders en van ezeltjes in het bijzonder…?” Daarop onderbrak de
ezel hem en zei: “dat zou best weleens allemaal waar kunnen zijn, maar dan
verbaast mij toch wel, broer wolf, dat ik je nog niet eerder ben tegengekomen.
Weet je wie ik ben, en ken je mijn naam?” Daardoor was de wolf enigszins uit
het veld geslagen en hij riep uit: “Hebben ezels dan een naam zoals de
mensenkinderen (5), dat ik jouw naam zou moeten kennen?” En de ezel dreef
lachend de spot met hem en zei: “Weet je dan helemaal niets (جاهل)! Natuurlijk, broer wolf,
hebben ezels namen! En je moet weten dat de naam van een ezel altijd op de hoef
van zijn rechter achterpoot staat geschreven. En hij tilde zijn rechter
achterpoot langzaam gestrekt op en de wolf kwam dichterbij en keek op de hoef
om de naam van de ezel te zien. Plotseling trapte de ezel een geweldig harde
trap achterwaarts, verbrijzelde de tanden van de wolf, en de wolf werd als een
raket hoog de lucht in gelanceerd en belandde daarop met een plof op de grond
en hij jankte het uit van pijn en rende vlug het bos dichtbij in en hij huilde
en schreeuwde. De vos beefde over al zijn ledematen en hij verbaasde zich over
wat er was gebeurd. En de ezel zei tegen hem: “En jij broer vos, wil jij ook
mijn naam weten?” Maar de vos rende vlug terug naar waar hij vandaan was
gekomen, en hij bleef voor zich heen zeggen: nee, nee, nee, het spijt me, dat kan ik niet, ik kan niet
lezen, en ik kan niet schrijven”, en de vos rende het nabije bos in.