woensdag 7 maart 2018

2. De Trickster van de Crow.

Klik hier voor commentaar en de originele tekst.

Hoe de prairiewolf de aarde schiep.


Lang geleden was er geen aarde. De prairiewolf dreef op de uitgestrekte wereldzee rond op een klein vlot (verg. vorig blog) , toen hij eenden tegenkwam (vergelijk opm. Aristofanes naar aanleiding van Aesopus, de kuifleeuwerik) . Behalve de prairiewolf waren er geen andere schepselen dan de eenden. “Mijn broeders,” zei hij, “hier is verder niemand in de buurt. Het is niet goed om zó alleen te zijn. Kunnen jullie niet voor wat aarde zorgen, zodat ik alles beter een plaats kan geven?” Hij wendde zich tot de roodkopeend, de tafeleend, die heel goed kan duiken. “Duik onder water en probeer van de bodem wat aarde naar de oppervlakte te brengen. Dat kunnen we gebruiken om ons leven in te richten.” De roodkop-eend dook. Hij bleef lang onder water, maar kwam boven zonder aarde.


De prairiewolf wendde zich daarop tot de gevlekte eend (pinto=gevlekte; het indianenpaard heet een pinto-paard, vandaar afgeleid: pinto-eend). “Ik heb me gewend tot die eend die eerder is geschapen dan jij, maar hij kwam zonder aarde weer terug. Nu wil ik jou hetzelfde vragen. De gevlekte eend kwam na lange tijd boven water en zei: “Mijn broer, ik heb het niet voor elkaar gekregen.” “Hoe is het mogelijk! Ik dacht toch echt dat jij mij een beetje aarde zou brengen.” Daarop vroeg de prairiewolf een kleinere blauw geveerde eend (?) om aarde op te duiken. “Als jij er niet in slaagt, hebben we geen land om op te leven.” Hij dook naar beneden, maar toen hij boven kwam, had hij geen aarde bij zich. Toen wist de prairiewolf niet meer wat hij moest doen.


De fuut nam daarop het woord: “Mijn oudere broeder, je had mij als eerste voor de anderen moeten vragen om naar aarde te duiken. Zij staan boven mij, maar zijn zonder mij hulpeloos verloren.” Dit keer dook hij naar beneden, en bleef lang weg. Toen hij weer opdook, vroeg de prairiewolf hem: “Is het jou op de een of andere manier wel gelukt?” “Ik heb een beetje aarde meegebracht, kijk.” Hij had een beetje modder tussen zijn zwemvliezen. De prairiewolf sprak: “Voor iedere onderneming geldt dat er altijd vier pogingen ondernomen moeten worden. Jij bent geslaagd.” Daarop pakte hij de modder en zei: “Ik zal hiervan de aarde maken. En jij zult in vijvers en beken leven. En je zult je vermenigvuldigen, daar waar je nesten bouwt. Nu ga ik over tot het scheppen van de aarde.”

De prairiewolf nam de modder in zijn handen en hij keerde zich naar het oosten. “Ik zal de aarde zo groot maken, dat er genoeg ruimte is voor iedereen.” Op z’n reis vanuit het oosten, spreidde hij de modder om zich heen en er ontstond aarde. (Het rees als het ware uit de zee omhoog.) Zó reisde hij verder en verder lange tijd naar het westen. Toen hij aan het einde van zijn reis was, zei hij: “Nu er aarde is, moeten er ook dingen (!) op zijn.”

Zij hoorden in de verte een wolf huilen. “Daar is er al eentje aan het huilen,” sprak de prairiewolf. Hij wees naar de zon, die op het punt stond onder te gaan, en zei: “Luister, er is daarginds nog een andere.” Dat was ook een prairiewolf. “De prairiewolf is tot leven gekomen op eigen kracht, “ zei de prairiewolf. “ Maar dat is geweldig!” 

Daarop gingen ze met z’n allen een wandeling maken. In de vlakte (de Crow zijn de indianen van de vlakte=plains) zagen ze wat schitterende objecten. Toen ze dichterbij kwamen, zagen ze dat het medicinale stenen waren. “ Dit deel van de aarde,” zei de prairiewolf, terwijl hij een steen opraapte in de vorm van een bizon, “dit is het oudste deel van de aarde. Overal zullen er zulke stenen te vinden zijn. Het zijn wezens op zich.” Toen ze een stuk verderop waren gegaan, zagen ze een figuur staan dicht bij een heuvel. Laten we hem eens van dichtbij bekijken.” Toen ze er dicht genoeg bij waren, veranderde de sterrenfiguur in een plant (hennep?). Het was een tabaksplant. Er waren geen andere planten op dat moment op aarde. De tabaksplant was de eerste plant. De prairiewolf zei: “Van nu af aan kunnen alle mensen over deze plant beschikken. Plant het in de lente en verbouw het. De sterren uit de hemel zijn naar hier beneden afgedaald in de vorm van een plant. Zij zullen voor de mensen zorgen. En de mens moet voor deze planten zorgen. Zij zullen ervan kunnen leven. Ze kunnen het bij hun dansfestijnen gebruiken. Als je het in de lente plant, moet je zingen:

“Vriend Vrouw Aarde, waar zal ik je uitzetten in je grond?”


Toen merkte de prairiewolf op dat er geen gras was. “Dat is niet goed,” zei hij en hij schiep gras. “Laten we een paar bergen maken, heuvels en bomen.” (De Crow wonen in de buurt van de Black Hills, South Dakota). En hij schiep alles. Hij zag dat er geen vis was in de beken, daarom plaatste hij vissen in het water. Zó was hij het begin van alles.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten