donderdag 9 april 2020

Pasen 2020: Een goddelijke verlossing? 

Amphitruo: (luidop tot zichzelf) Ik ben er geweest, stakker die ik ben. Want wat kan ik nu nog doen, als mijn vrienden en kennissen mij in de steek laten? God nog aan toe, nooit zal ik me laten uitlachen zonder wraak te nemen, wie het ook mag zijn. Het beste lijkt me nu meteen rechtstreeks naar de koning te gaan, en hem van de zaak op de hoogte stellen zoals het is gebeurd. Ik zweer dat ik vandaag wraak zal nemen op die Thessaalse tovenaar (1), die het verstand van mijn gezin op hol deed slaan. Maar waar is die nu?(om zich heen kijkend) Ook dat nog, hij is weer het huis in gegaan, naar mijn vrouw vermoed ik. Wie is er in Thebe ellendiger aan toe dan ik? Wat moet ik doen? Ik, die de mensen negeren en belachelijk maken net hoe het ze uitkomt? Mijn besluit staat vast: ik storm het huis in, daarbinnen maak ik iedereen een kopje kleiner, wie ik ook maar in de gaten krijg, of het nu mijn vrouw, een dienstmeid of knecht, vrouw of minnaar, vader of grootvader is. Noch Jupiter noch de andere Goden zullen mij dit kunnen verhinderen, zelfs niet als ze het zouden proberen. Dat ga ik doen, mijn besluit staat vast. (Als hij op de deur toeloopt, klinkt er een donderslag, en hij valt flauw op de grond.)


Bromia (dienstmeid)
(ze ziet Amphitruo) Wat zullen we nu hebben? Wie is die oude man die daar zomaar voor ons huis ligt? Mijn god, ik denk…..dat kan niet waar zijn, mijn god Jupiter. Hij ligt daar in katzwijm als een dode. Ik zal eens wat dichterbij gaan, om uit te maken wie hij wel is. (Zij gaat haar hem toe.) Maar, dit is mijn baas Amphitruo! (roept luid) Hé! Amphitruo, word wakker!


Amphitruo:Mijn vrouw maakt me gek door de schaamteloze dingen die ze doet.

Bromia:Ik denk dat ik je wel op andere gedachten kan brengen, zodat je begrijpt dat je vrouw plichtsgetrouw en kuis is. Hierover zal ik je een paar dingen vertellen, die ik je kan bewijzen. Allereerst, Alkmene is bevallen van een tweeling, jongens.

Amphitruo:Je zegt een tweeling?

BromiaEen tweeling.

Amphitruo:Dat de goden mij mogen bijstaan!

Bromia:Laat mij het uitleggen, zodat jij begrijpt dat de goden jou en je vrouw goedgezind zijn.

Amphitruo:

Zeg op.

Bromia:Eerder op de dag kreeg je vrouw weeën. Toen de barensweeën sterker werden, zoals de gewoonte is bij vrouwen die bevallen, riep ze de onsterfelijke goden aan om haar te helpen. Ze heeft haar handen gewassen en het hoofd bedekt (2). Daarop kraakte er een meer dan geweldige donderslag door de lucht. We dachten dat ons huis het begaf. Toen, de bliksem: heel jouw huis lichtte op, helder als goud.

Amphitruo:Ik vraag je, verlos me vlug uit mijn lijden: je hebt me lang genoeg in spanning gelaten. Wat gebeurde er toen?

Bromia:Terwijl dit alles gebeurde, heeft niemand van ons ook maar het minste zuchtje van jouw vrouw gehoord, geen klacht, geen kreet van pijn, en toch had zij ondertussen wel twee flinke jongens ter wereld gebracht.

Amphitruo:Gelukkig maar, zeg ik, wat ik haar ook heb toegewenst.

Bromia:Vergeet het, en luister naar wat ik nog meer heb te vertellen. Nadat ze was bevallen, vroeg ze ons de beide baby’s in bad te doen. Toen we daar aan waren begonnen, viel me op dat het kind dat ik waste, wel een bijzonder flinke baby was, een heel erg sterke baby. En niemand slaagde erin om hem in te bakeren en kleertjes aan te trekken.

Amphitruo:Daar vertel je me wat. Als alles wat je zegt waar is, dan geloof ik dat mijn vrouw hulp uit de hemel heeft ontvangen.

Bromia:Nu zal ik het je nog sterker vertellen. Nadat hij in zijn wieg was gelegd, kwamen er twee immense slangen door het dakraam naar binnen glijden. Met hun koppen naar achteren keken ze om zich heen.

Amphitruo:Mijn god!

Bromia:Wees niet bang – de slangen keken om zich heen, tot hun oog viel op de beide kinderen in de wieg, daarop gleden ze vlug in die richting. Omdat ik voor het leven van de kinderen vreesde, begon ik achterwaarts te lopen, terwijl ik de wieg heen en weer bewoog en achter mij aan trok, maar des te venijniger achtervolgden de slangen me. Toen één van de jongens de slangen in de gaten kreeg, sprong hij vlug uit de wieg, liep recht op ze af en deed een uitval naar ze. Plotseling had hij beide slangen, in ieder hand één, te pakken.

Amphitruo:Wat je me zegt! Dit is ongelooflijk! Je vertelt iets huiveringwekkends. Zo’n daad bezorgt me kippenvel over heel dat ellendige lijf van me. Wat gebeurde er toen? Vertel op!

Bromia:Het kind wist beide slangen dood te maken. Toen dit gebeurde, riep een luide stem ergens vandaan, ik weet niet waar, om jouw vrouw ……

Amphitruo:Wie mag dat dan wel niet zijn geweest …..?

Bromia:Jupiter, in hoogst eigen persoon, de oppergod over goden en mensen. Hij zei dat Hij, zonder dat zij het wist, met veel plezier in de armen van Alkmene had gelegen. Het was zijn zoon die de slangen had overwonnen. Het andere jongetje was het kind van Amphitruo. Dat is jouw kind!

Amphitruo:Mijn god, ik voel geen medelijden meer met mezelf nu ik als partner voor de helft mag delen in het werk van Jupiter. Jupiter, ga gerust naar je eigen thuis, vraag de heilige schepen zich ook voor mij gereed te houden, zodat ik met veel slachtoffers aan boord vrede kan sluiten met jou, Jupiter (3). Ik heb niemand meer nodig om een vloek uit te spreken over degene die mij dit heeft aangedaan. (De donder weerklinkt) Wat heeft dit te betekenen? Wat een verschrikkelijke donderslag: god ik smeek je om genade.

(Jupiter, niet verkleed als Amphitruo, maar als god gekleed verschijnt bovenin het toneel.)


Jupiter:Wees een goede verliezer, Amphitruo. Ik kom je te hulp, jij hebt niets te vrezen. Laat de mensen die mij willen vervloeken, mij vervloeken, het raakt me niet. Wat je te wachten staat, en wat er in het verleden is gebeurd, zal ik je deelachtig maken. En veel beter dan die mensen, die het altijd beter weten, want ik ben het Jupiter zelf! Allereerst, ik ben te leen gegaan bij Alkmene en daardoor is zij zwanger geworden van een jongen. Ook jij hebt haar zwanger gemaakt, toen je erop uittrok op expeditie. Zij is in een keer bevallen van onze beide zonen. Een van die twee, degene door mij verwekt, zal jou met onsterfelijke roem overladen door zijn daden. Breng voor Alkmene weer dezelfde warmte op als voorheen. Zij verdient het niet dat je de schuld op haar schuift. Ik was het die haar ertoe dwong te doen wat zij heeft gedaan. Nu zal ik naar de hemelen hierboven terugkeren. (Hij stijgt op naar boven)

Amphitruo:Ik zal doen zoals jij me hebt opgedragen. En ik smeek je, je aan je beloftes te houden. Ik ga naar binnen, naar mijn vrouw.


Een willekeurige acteur (4)
Toeschouwers, nu, om godswil, laat een luid applaus horen, liefst een staande ovatie!

1 opmerking:

  1. L.S.
    Mijn excuses aan iedereen die ik met het plaatsen van een afbeelding van de Geboorte van Hercules (https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Birth_of_Heracles_by_Jean_Jacques_Francois_Le_Barbier.jpg) voor het hoofd heb gestoten. Dat was niet mijn bedoeling. Afbeeldingen die een min of meer realistische voorstelling van hoe het er in de Klassieke Oudheid bij een geboorte aan toe ging, geven zijn zeldzaam. Vandaar dat ik het op mijn blog heb geplaatst. Ik kan er ook niet omheen mij af te vragen wat er op het Internet aan de hand is: heeft men deze afbeelding verwijderd, omdat men dacht met pornografie te maken te hebben? Tja, dan weten mensen toch niets meer over de Klassieken en zal de kennis hierover in toekomst alleen maar kleiner worden. Voor de zekerheid geef ik hier de definitie van pornografie, zodat duidelijk is dat deze afbeelding niets, maar dan ook volstrekt niets met pornografie te maken heeft, tenzij je een volstrekt verziekte geest bent. Pornografie is het weergeven of suggereren van menselijke seksuele handelingen met het doel om seksuele opwinding te creëren (https://nl.wikipedia.org/wiki/Pornografie). Ik hoop dat Facebook en Google voortaan deze definitie hanteren bij het verwijderen van afbeeldingen en ook beter hun best doen om de sites met echte pornografie te verwijderen. Ik dank u bij voorbaat.

    BeantwoordenVerwijderen