maandag 13 februari 2017

De spiegel.
(Sublimes paroles et idioties de Nasr Eddinn Hodja,
Phébus libretto, Parijs, 2002, pag. 126)

Toen Nasreddin op een ochtend de deur uit ging, zag hij op de grond de stukken liggen van een kapot gevallen spiegel. Hij pakte een stuk van de grond op en keek erin. Hij zag een gezicht, dat hem niet beviel, vermoeide gelaatstrekken, een beetje rood aangelopen, en een stevige neus, geërfd van zijn vader Abdullah Effendi. In zijn woede gooide hij het stuk spiegel zo ver van zich af als hij maar kon: “Uit mijn ogen”, schreeuwde hij. “Nu begrijp ik waarom ze je kapot hebben gegooid!”


De spiegel van Timoer Lenk.
(Sublimes paroles et idioties de Nasr Eddinn Hodja, Phébus libretto, Parijs, 2002, pag. 71)

Timoer Lenk (een wrede tiran) was niet alleen mank, maar had  een bochel en was van een stuitende lelijkheid. Op een dag ging hij naar de kapper en beraadslaagde de stand van zaken in aanwezigheid van  Nasreddin en nog andere raadgevers. Toen de kapper met hem klaar was, reikte hij hem een spiegel aan, en nauwelijks had hij daarin een blik geworpen of hij barstte uit in huilen met lange snikkende uithalen als van een kind. Meteen volgde Nasreddin zijn voorbeeld en spetterden de tranen in het rond, ondertussen zuchtend en kreunend. Deze treurnis duurde wel een uur. Eindelijk wist Timoer Lenk zich te hernemen en droogde zijn tranen, maar Nasreddin bleef maar snikkend huilen. Daarop vroeg Timoer Lenk hem verbaasd: “Wat is er toch met jou aan de hand? De reden waarom ik huil is overduidelijk. Ik werd weer eens met de neus op de feiten gedrukt: ik ben echt lelijk! Geen ontkomen aan! Maar wat is de reden dat jij er zo erg aan toe bent?” “Respect! M’n beste vorst, u hebt maar even in de spiegel gekeken, en dat was genoeg voor een uurtje huilen. Maar ik, die u de hele dag zie, heb ik geen reden om een stuk langer te huilen?”


De komende vier weken staat er telkens een Nasreddin verhaaltje op het programma. Daarbij komen net als bij Hebreaus (zie blogs afgelopen 4 weken) telkens andere aspecten van Nasreddin aan de orde. Een vast aandachtspunt is de oorsprong van deze verhaaltjes. Hebreaus was een bestaand persoon, waarvan ik heel in het kort heb verteld, waar en wanneer hij leefde, en wat hij deed om in zijn levensonderhoud te voorzien. Bij Nasreddin ligt dat anders. Ook al bestaat er een legende rond Nasreddin. Hij heeft nooit als persoon bestaan. De legende was een manier om politiek gevaarlijke opponenten belachelijk te maken en daarmee onschadelijk.

Waarom heeft hij nooit bestaan? Het antwoord is in eerste instantie eenvoudig. In de tweede grap komt hij voor in gezelschap van Timoer Lenk die leefde van 1336-1405 na Chr. Nasreddin zou volgens de legende geleefd hebben van 1209 na Chr (605 Islamitische kalender) tot 1284 na Chr (683 Islamitische kalender). De beiden kunnen elkaar dus nooit ontmoet hebben. Dit wil natuurlijk niet afdoende bewijzen dat Nasreddin geen bestaand persoon is geweest, maar er zit in ieder geval iets scheef in zijn levensgeschiedenis. Ook zegt het nog niets waarom bijna anderhalve eeuw later Nasreddin opduikt in verhalen rond Timoer Lenk. Vandaag wil ik alleen nog iets meer over de legende vertellen. In de weken hierna zullen ook kort de andere onderwerpen aan de orde komen. 

De schrijver die de legende van Nasreddin op zijn naam mag schrijven is Effendi Hassan, die te Sivri Hisar woonde. Volgens hem werd Nasreddin Hodja te Horto geboren. Zijn vader was de imam Abdullah. Als kind viel hij al op: toen hij 3 blinde bedelaars passeerde, schudde hij met zijn beurs zodat de muntstukjes rinkelden. De blinden dachten dat hij het geld voor hun voeten had geworpen, en buitelden over elkaar heen en begonnen met elkaar te vechten om het geld. Is dat nou wel echt een leuk kind, deze Nasreddin? Ik vertel het omdat het een belangrijke karaktertrek van hem verraadt: hij heeft heel veel met geld te maken. Waarom dat zo is, komt in de volgende blog aan de orde over zijn geschiedenis, die tot heel ver in het verleden teruggaat. Hij blijkt namelijk veel minder Turks te zijn dan menigeen denkt.

Nasreddin zit als kind bij zijn vader in de klas. En als oplettende leerling weet hij te vertellen dat de maan veel belangrijker is dan de zon, omdat de maan bij nacht licht geeft! En wat gebeurt er met de maan als hij weg is? Dan wordt hij in stukjes geknipt om als sterretjes aan de hemel te staan! De sterretjes zijn net als in het eerste verhaal over de spiegel splinters van de maan. Waarom? Ook dat komt in de volgende blog. 

Nasreddin wordt zelf weer imam, net als zijn vader en bouwt zich een reputatie op van alwetende wijsgeer. Hij studeerde in Konya, een belangrijk meditatiecentrum voor soefi’s. Hij is ook veel meer wijsgeer dan je op het eerste gezicht zou denken. Je denkt met een idioot te maken te hebben. Maar we hebben hier met een idioot te maken in de klassieke zin van het woord: een zelfstandig denkend mens, die zich daardoor van de anderen weet te onderscheiden. De Nasreddin verhaaltjes worden door soefi’s gebruikt als meditatieteksten. De beroemdste Turkse soefi, Jallal udDin Rumi, heeft verschillende van deze grappen in zijn werk opgenomen. Ook die komen in een volgend blog aan de orde.

Hij trouwde met Khadija. Maar volgens een aantal andere grappen had hij niet één maar zelfs vier vrouwen. Van de andere drie vrouwen zijn de namen onbekend. Maar het was zo druk in zijn bed dat hij op een nacht uit zijn bed valt en opmerkt dat het zo niet langer kan gaan. Een van de echtgenotes of hij zelf zal opstappen. Met zijn echtgenotes had hij hetzelfde probleem als met Timoer Lenk wat betreft hun uiterlijk: “Overdag kun je hen niet zien omdat ze zo lelijk zijn, en ’s nachts kun je haar niet in huis houden omdat ze zo onrustig zijn….” Achter deze opmerking zit veel meer dan je zou denken. Volgend blog! Natuurlijk krijgt hij kinderen, en heeft hij moeite met de opvoeding. Nasreddin neemt zijn zoon op schoot. En het plast op hem. Hij zet het kind op de grond en híj plast op zijn beurt op het kind! Khadija ziet dat en roept: "Wat doe je, ben je nou helemaal gek geworden?" Waarop hij antwoordt: "Als iemand anders dan mijn zoon dat zou hebben gedaan, zou ik op hem gepoept hebben!”  Tja, is dat grappig? Wij vinden van niet, maar dat komt voornamelijk omdat deze grappen veel ouder zijn dan 1200 na Chr. Deze vieze grappen kenmerken de Romeinse en Griekse humor en ze zijn niet Turks. Zijn dochter geeft hij een stevige klap en hij draagt haar daarna op om een kruik met water te gaan vullen. Anderen die daarbij aanwezig zijn, zeggen: "Waarom sla je je dochter. Ze heeft toch niets misdaan?" Waarop hij antwoordt: "Is het niet beter te straffen om te voorkomen dat iemand iets fout doet? Ik weet zeker dat ze zo dadelijk de kruik laat vallen en dan is hij stuk, als ik haar niet tevoren klappen geef. Nu bestaat er nog een kans dat ze met de kruik heel thuis terug komt."

Volgens de legende stierf Nasreddin in 1284 na Chr. in Akshehir in Turkije. Nog steeds staat daar een grafmonument  ter zijner nagedachtenis. Overigens wil ik over de informatie die her en der op het internet over Nasreddin te vinden is, opmerken, dat veel ervan niet klopt. Dat is op zich niet erg, maar als iemand denkt “maar dat heb ik ergens anders toch heel anders gelezen”, dan wil ik hem vragen de tegenstrijdige antwoorden te controleren. En dan zul je zien dat je bij mij de juiste antwoorden vindt!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten