Freud, de Logica en De Grap (3).
Freud beroept zich regelmatig op de logica.
In de negentiende eeuw was dit een geliefd wetenschappelijk onderwerp. Uit deze
discussie vloeien de huidige wetenschappelijke uitgangspunten voort, die over
het algemeen nog maar weinig gemeen hebben met de manier, waarop de bekendste
grondlegger van de logica, Aristoteles, de logica zag. Net als Wittgenstein (zie blog 16 oktober 2017- 6 november
2017, waaronder een blog over Wittgenstein en Freud) isoleert Freud onderdelen om te kunnen focussen op zijn eigen interessegebied.
In de volgende grap is het uit elkaar halen van een grap in zijn onderdelen de
reden waarom het om een grap gaat:
“A. heeft van B. een koperen ketel
geleend. Als hij de ketel teruggeeft, klaagt B., omdat er nu een groot gat in
de ketel zit waardoor je hem niet meer kunt gebruiken, hierover tegen A. A. verdedigt
zich: “In de eerste plaats heb ik van B geen ketel geleend. In de tweede plaats
had de ketel al een gat, toen ik de ketel van B. kreeg. En in de derde plaats
heb ik de ketel heel teruggegeven.”
In “Interpretation of Dreams”,
Deel 2, pag 196-197, (Freuds standaardwerk over het interpreteren van dromen)
gebruikt Freud deze grap om zijn collega Otto Rank die kritiek op hem durfde te hebben, neer te sabelen. Van de manier waarop Otto
Rank -- een vooraanstaande arts-collega en vriend van Freud in Wenen waaraan
hij veel te danken heeft-- te werk gaat bij het analyseren van een
psychiatrisch patiënte blijkt niets te kloppen, omdat hij bij de analyse op
dezelfde manier te werk gaat als in de grap beschreven. De grap kan dus uiteindelijk
ook als een wapen worden ingezet om een concurrent te bestrijden.
Commentaar van Freud bij deze
grap:
“Iedere reden op zich is juist,
maar als je ze achter elkaar bij elkaar neemt, sluiten ze elkaar uit…..Je zou
ook kunnen zeggen: A. zet tussen de verschillende redenen een “en” (...en “niet
geleend”, en “had al een gat” en “heel teruggegeven”) terwijl hij in plaats van met “en” de
zinsdelen met “of” had moeten verbinden….. Het is een voortreffelijk voorbeeld
van hoe een opsomming grappig kan werken als je er te weinig bij nadenkt…..Dit
is ook de wijze waarop “het onbewuste” te werk gaat door in een droom
onderdelen in te dikken, te vervangen, verschuiven of belachelijk te maken.”
Ook door symbolen in een
droom te smokkelen lijkt een droom, maar ook een grap onzinnig en onlogisch. Want
de hiervoor vermelde werkwijze van de droom “indikken” (bijvoorbeeld in het Frans “roux”=rossig
haar, en “sot”= dwaas, indikken tot de naam Rousseau), of “vervangen” (bijvoorbeeld in het Italiaans “traduttore" door "traditore”) hebben
beide tot gevolg dat de grap onsamenhangend wordt, omdat er tussen het ene
gegeven en het andere geen enkele logische relatie bestaat. In de volgende grap
komen nog twee werkwijzen in grappen én dromen,
aan de orde:
“Joschko zit verveeld uit het raam te kijken en roept voor de
grap een langskomende kennis toe: ‘Op het marktplein danst een zalm!’ De kennis
maakt onmiddellijk rechtsomkeert en holt naar het marktplein. Binnen zeer korte
tijd heeft het sensationele bericht de ronde gedaan en de hele bevolking van
het stadje komt aanlopen om het wonder te zien. Plotseling zegt Joschko tegen
zijn vrouw: ‘Ik ga ook naar het marktplein. Wie weet, misschien danst er
werkelijk een zalm‘ ”.
Deze “zalm”, dat is
duidelijk, staat ergens symbool voor. In het Duits heeft de zalm ook nog zijn
naam mee: “Lachs”. Er valt op de markt
dus te lachen, er is iemand die grappig is, en je rooie oortjes kan bezorgen.
Maar de ”zalm” staat niet alleen voor “iemand die grappige dingen doet”, hij
staat ook voor ”iets gymnastisch en
lenig”, zoals een “zalm” zwemt op weg naar zijn paaigebied om eitjes te leggen
tegen de stroom in af en toe boven het water uitspringend. Dit gebruik van symbolen lijkt het werk van
het onbewuste, dat beeld vervangt voor een omhaal van woorden. De betekenis van de grap
verschuift van slechts een absurde grap uit verveling naar een grap over iemand met een denkprobleem. De grap die hij maakt, keert zich tegen zich zelf. Hij maakt zich zelf belachelijk, terwijl hij een ander belachelijk wilde maken.
verschuift van slechts een absurde grap uit verveling naar een grap over iemand met een denkprobleem. De grap die hij maakt, keert zich tegen zich zelf. Hij maakt zich zelf belachelijk, terwijl hij een ander belachelijk wilde maken.
Dat lijkt ook het geval
in de grap die Freud vertelt over de Atheense staatsman en redenaar, Phokion, maar uiteindelijk is hij niet belachelijk:
“Toen er eens na een rede
van Phokion werd geapplaudisseerd, vroeg hij aan zijn vrienden verbaasd: ‘Heb
ik iets doms gezegd?’ En hij vervolgde: ‘Wat heb ik dan gezegd, dat bij dit
domme volk in de smaak kon vallen. Eigenlijk zou ik mij ervoor moeten schamen
dat ze voor mij applaudisseerden. Als mijn rede bij de dommen in de smaak is
gevallen, kan het geen echt goede, wijze rede zijn geweest.”
Treffender zou ik dit blog niet
kunnen afsluiten, omdat het zo goed Freuds obsessie met intelligentie aangeeft.
Gecombineerd met logica kan dit psychische wrakken maken van vrienden, kennissen
en familieleden, zoals blijkt uit de passage in “Interpretation of Dreams” over Otto Frank.
Dat nu juist de psychoanalyticus zo blind is voor de dwingende werking van het
woord. Hij lijkt daarin wel op Wittgenstein.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten