dinsdag 28 mei 2019

Hoe Gargantua de Parijzenaren verwelkomde.

 Klik hier voor de originele teksten en noten.


Hoe Gargantua de Parijzenaars bij zijn aankomst onthaalde en hoe hij de klokken van de Notre Dame meenam.


Een paar dagen na zich te hebben opgefrist, bezocht Gargantua de stad. Iedereen bekeek hem met grote verbazing, want het volk van Parijs is zo zot dat als het een kunstenmaker, een verkoper van medailles, een muilezel met schellen aan of een draaiorgelman,  hoort, er meer mensen van alle kanten toestromen om die attractie te zien dan wanneer iemand met een goede preek over de bijbel zich laat horen.

Hij kreeg zo’n last van ze dat hij besloot even op toren van de Notre Dame uit te rusten. Daar aangekomen zag hij zoveel mensen om zich heen dat hij daarover luid en duidelijk zijn mening ten beste gaf:
“Ik heb de indruk dat deze vlegels willen dat ik hun te kennen geef dat ik het op prijs stel dat ze mij welkom heten, en er geld op toeleg. (1) Ze hebben gelijk. Ik zal uit dankbaarheid hun mijn wijn te drinken geven, maar dat zal alleen gaan in gulpen.”

Toen al grinnikend maakte hij zijn mooie broek los, haalde zijn geslacht te voorschijn, richtte het naar boven, en plaste zo krachtig op hen dat  er tweehonderdzestigduizend vierhonderd achttien verdronken, niet meegerekend vrouwen en kleine kinderen.

Slechts enkelen die vlug ter been waren, wisten aan deze plaspartij te ontkomen. En toen zij zwetend, hoestend en buiten adem ter hoogte van de Universiteit (Sorbonne) kwamen, begonnen ze te vloeken en te tieren, sommigen echt kwaad, anderen meer ingehouden: “Nondeju, Getverdrie, sodeju, Carymari, Carymara. Moedertje lief, wie neemt er overdag nou zo’n stortbad? Die wildplasser betaalt ons met zíjn p(a)rijs.” En sinds die tijd heet Lutetia, zoals Strabo het nog noemt (wat komt van leuketia= de blanke, vanwege de blanke dijen van de dames van de stad): P-a-rijs! En alle omstaanders legden een eed af bij die nieuwe naam ieder bij de heilige van zijn parochie. Want Parijzenaren komen uit alle streken, standen en lagen. Ze zijn er in alle vormen en maten, maar hebben een ding gemeen: ze kunnen goed vloeken en zweren(2). En ze zijn uitstekende juristen, maar wel een beetje ijdel. Hierdoor vindt Joaninus van Barranco dat de naam Parijs toch afgeleid is uit het Grieks, maar dan van het Griekse Pharhesiaan (3), wat “hanig” betekent.

Nadat hij dit had gedaan, nam hij de klokken van deze torens eens in ogenschouw. Hij liet ze eens mooi harmonieus opklinken. Toen hij dat hoorde, bedacht hij dat dit wel mooi zou klinken om de hals van zijn paard, dat hij naar zijn vader wilde terugsturen, volgepakt met verse haringen en Brie(kaas) . En inderdaad, hij nam de klokken mee naar zijn verblijf.

Hij zette ze neer voor zijn deur, toen er een “opperkeurmeester” van hammen van het Gilde van  de HeiligeTeunis (bedelmonniken) voorbij kwam. Hij was naar zijn portie varkensdij op zoek. Om van zich te laten horen en het spek te laten sidderen in de pan, wilde hij deze klokken stiekem meenemen. Maar uit fatsoen liet hij ze toch maar staan, niet omdat hij er zijn handen aan zou branden, maar omdat ze een klein beetje te zwaar voor hem waren. Ik wil hier uitdrukkelijk verklaren dat dit niet de bedelaar van Bourg (4) was, want dat is een te grote vriend van mij.

De hele stad kwam in opstand. U weet dat de Parijzenaren daartoe vlug zijn te verleiden, in die mate dat buitenlandse mogendheden verbaasd staan over het geduld van de Franse koningen die hen niet arresteren, wat hun goed recht is, gezien de ongemakken die dit dagelijks met zich meebrengt.

Gave God, dat ik het kantoor kon achterhalen waar deze schisma’s en complotten worden bekokstoofd, zodat ik ze kon verklikken aan de kloosterbroeders van mijn parochie (5). Geloof maar van mij dat waar dat volk bij elkaar kwam, Nesle (6)  heet, de plaats waar vroeger het orakel van Lutetia was, dat er nu niet meer is. Daar werd van de diefstal aangifte gedaan en de overlast die het weghalen van de klokken had veroorzaakt.

Men besluit iemand naar Gargantua te sturen om de klokken terug te vragen. En zoals u weet zijn ze ook ooit eens terug geweest in de torens van de Notre Dame. Maar nu niet meer.

1 opmerking: