maandag 11 maart 2019

Plautus, laatste deel: de eerste detective (2).

Molière: L'Avare: reg 98 - 104.

Klik hier voor de originele tekst.
Franse kronen



Wat eraan vooraf gaat. De kok van Harpagon (de vrek) wordt er door Harpagon van verdacht de pot met goud te hebben gestolen. Natuurlijk: de tuinman of kok heeft het gedaan! Maar hij heeft het niet gedaan. Hij wordt door een commissaris aan de tand gevoeld, omdat de commissaris vindt dat Harpagon hem niet goed (bevooroordeeld) ondervraagt.


 Acte V, Scène 1: Harpagon, De commissaris en zijn helper.



De commissaris

Laat mij begaan. Het is mijn beroep, dank u. Het is niet vandaag voor het eerst dat ik te maken heb met het oplossen van diefstallen. En ik zou graag even veel zakken met duizend frank krijgen als ik boeven heb gevangen.

Harpagon

Alle gezagdragers willen deze zaak graag op zich nemen. En als ze er niet in slagen om mijn geld terug te vinden, dan schakel ik het hooggerechtshof in.

De commissaris


Men moet alle mogelijkheden open houden. U zegt in deze doos…..hoeveel?

Harpagon

10 Duizend Franse kronen, welgeteld.

De commissaris

10 miel?

Harpagon

10 miel Franse kronen!

De commissaris

Dat is geen kattepis!

Harpagon

Er is geen smoes zo overtuigend om deze ongehoorde misdaad niet meteen aan te pakken. En als de misdaad onbestraft blijft, dan zijn de heiligste dingen niet meer voor mij veilig.

De commissaris

Uit welke geldeenheden was de som gelds samengesteld?

Harpagon

Uit Louis d’ors  en  zuivere, wel afgewogen Pistolen.  

Louis d' or.
De commissaris

Wie verdenkt u van de diefstal?

Harpagon

Iedereen. En ik wil dat u iedereen die ooit gevangenisstraf uit zat in deze stad en in de buitenwijken woont direct arresteert.

De commissaris

Je moet geen slapende honden wakker maken, geloof me. Probeer beetje bij beetje bewijsstukken bij elkaar te sprokkelen om daarna met des te meer vastberadenheid verdere stappen te kunnen ondernemen om de zaak op te lossen en degenen op te pakken die u te pakken hebben genomen.

Jacques, de meesterkok (keert zich om en loopt naar het publiek toe)

Ik ga terug. Als het niet anders kan, dan moeten ze hem maar meteen de keel afsnijden, dan moeten ze hem maar met een ijzer de pootjes roosteren, moeten ze hem maar in kokend water gooien, en moeten ze hem maar aan een balk ophangen.

Harpagon

Wie? Degene, die mij beroofd heeft?

Jacques

Ik heb het over een speenvarken, dat uw rentmeester me net heeft laten bezorgen, ik wil hem u zó fantasievol mogelijk opdienen.

Harpagon

Daar is geen sprake van. Hier is iemand met wie u eens moet praten over iets heel anders.

De commissaris

Schrik niet. Ik zal u niet in verlegenheid brengen. Alles gaat zo z’n gangetje.

Jacques

Komt mijnheer vanavond bij ons eten?

De commissaris

Beste man, u moet op dit punt niets voor uw baas verborgen houden.

Jacques

Maar natuurlijk, mijnheer. Ik zal me van mijn beste kant laten zien, en ik zal u zo goed mogelijk van dienst zijn.

De commissaris

Het gaat niet om uw kookkunst. Daarvan ben ik wel overtuigd.

Jacques

Als er ook maar iets ontbreekt aan het eten dan is dat de schuld van de rentmeester, die me heeft gekortwiekt met zijn kaasschaaf van “wej bunt zuunig”.

Harpagon

Verrader! Het gaat over heel iets anders dan het avondeten. Ik wil dat je me  iets vertelt over het geld dat men mij heeft gestolen.

Jacques

Wat!? Heeft men geld bij u gestolen?

 Harpagon

Ja, grappenmaker, en ik laat je oppakken, als je het me niet meteen teruggeeft.

De commissaris (neemt Jacques apart)

Mijn god nog aan toe! Mishandel hem toch niet. Ik kan aan zijn gelaatsuitdrukking zien dat het een eerlijk man is en dat het niet nodig is hem in de gevangenis te werpen om hem te laten vertellen wat hij weet. Ja, mijn vriend, als u ons de zaak opbiecht, zal hij je niets aandoen, en je zult worden beloond zoals het behoort, door uw baas. Men heeft hem vandaag zijn geld gestolen. En ik denk dat u hier meer vanaf weet.

Jacques

Dit is net wat ik nodig heb om mij op mijn rentmeester te wreken. Sinds hij hier in dienst is, stond hij in een goed blaadje bij mijn baas. Hij luistert naar niets anders dan naar zijn adviezen. En soms voel ik nu nog de  klappen, die ik kreeg.

Harpagon

Wat sta je daar te mompelen?

De commissaris (tot Harpagon)

Laat hem z’n gang gaan. Hij bereidt zich erop voor om u tegemoet te komen. En ik heb u al gezegd dat het een eerlijk mens is!

Jacques

Mijnheer, als u wilt dat ik u iets verklap, dan kan ik niet anders dan te zeggen dat het Mijnheer de rentmeester is, die u dit heeft geflikt.

Harpagon

Valère! (de aanstaande schoonzoon en rentmeester van Harpagon)

Jacques

Ja

Harpagon

Hij?! En hij leek mij zo toegenegen?

Jacques

Hij is het. Ik denk dat hij het is geweest die u bestolen heeft.

Harpagon

En om wat geloof je dat?

Jacques

Om wat?

Harpagon

ja?

Jacques

Ik verdenk hem ….om wat ik van hem denk.

De commissaris

Maar het is noodzakelijk dat u ons de aanwijzingen die u heeft, vertelt.

Harpagon

Heb je hem in de buurt gezien van de plek waar ik mijn geld had opgeborgen?

Jacques

Dat is het, ja! Waar had u uw geld opgeborgen?

Harpagon

In de tuin.

Jacques

Precies. Ik heb hem door de tuin zien zwerven. En waarin zat dat geld?

Harpagon

In een doos.

Jacques

Zie je wel, als ik het niet gedacht had. Ik heb hem met een doos gezien.

Harpagon

En die doos, hoe zag die eruit? Ik wil er zeker van zijn dat het de mijne is.

Jacques

Hoe ze eruit zag?

Harpagon

Ja.

Jacques

Ze zag eruit als een….Ze zag eruit als een doos.

De commissaris

Natuurlijk. Maar geef er eens een beschrijving van, hoeft niet heel precies, maar van dat wat u zag.

Jacques

Het was een grote doos.

Harpagon

De gestolen doos was klein.

Jacques.

Nou, net wat u zegt, ze was klein, als u het zo wilt stellen. Maar ik noemde ze groot om wat erin zit.

De commissaris

Welke kleur had de doos?

Jacques

Welke kleur?

De commissaris

Ja.

Jacques

Van kleur was ze….Tja, hoe zeg je dat, ze was van een bepaalde kleur…Zou u me niet een beetje op weg kunnen helpen?

Harpagon

Hè?

Jacques

Is ze niet rood?

Harpagon

Nee, grijs.

Jacques

Nou je het zegt, grijs-rood.. Dat is wat ik net wilde zeggen.

Harpagon

Er is geen twijfel. Dat was de doos met geld, zeker. Schrijf, mijnheer, schrijf zijn verklaring op. Mijn hemel. Op wie kan ik nu nog vertrouwen? Vloeken heeft geen zin: alles bij elkaar genomen geloof ik eigenlijk de dief te zijn van mijn eigen portemonnee.

Jacques

Mijnheer, kijk wie eraan komt! U moet hem niet vertellen dat ik hem heb aangegeven.


Nawoord


Na verschillende ondervragingen blijkt dat ook Valère niet de doos heeft gestolen. Hij heeft alleen stiekem een huwelijkscontract met de dochter van Harpagon afgesloten. De dief, Clèante, komt zichzelf aangeven en gebruikt het bezit van de doos als chantagemiddel om met de verloofde van Harpagon te mogen trouwen. De ouwe baas, Harpagon, kiest voor het geld en staat toe dat zijn verloofde trouwt met Cléante.
De commissaris heeft steeds alles opgeschreven in verklaringen, maar heeft dus eigenlijk niets bijgedragen tot de vondst van de doos, ook al gedroeg hij zich als een volleerd detective.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten