Japanse humor (laatste deel).
Zie Noot 7 en 10. |
Het religieus ontwaken van een fazant (1).
Een boeddhistische priester van een tempel in de bergen
slaagde erin een fazant levend te pakken te krijgen. Hij had er erg veel zin in
om haar (2) op te eten, maar had geen idee hoe je zoiets moest klaar maken (3).
Net toen hij de vogel begon kaal te plukken, kwam zijn superior (master) langs.
Hij belde nogal hard bij de priester aan, die daardoor zo in de war raakte, dat
hij de fazant onder een oud kledingstuk (robe) verstopte en deed alsof er niets
aan de hand was. Tijdens het gesprek stak opeens de fazant zijn kop onder het
kleed uit en waggelde wat rond met het kleed op z’n kop (4). Precies tegenover
de superior van de priester bleef hij staan. De superior raakte daardoor nogal
van streek, maar zei handenwringend: “Kunt u mij hiervoor een verklaring
geven?” De priester antwoordde heel serieus zonder een spier te vertrekken:
“Kijk, het is vreemd, maar deze fazant getuigde ervan religieuze gevoelens te
kennen (5). Ik probeerde haar ervan af te brengen (zoals dat hoort) maar daar
slaagde ik niet in. Daarom was ik ertoe verplicht om haar kaal te scheren en
het mijn oude kleed aan te doen.” Dit vond de superior hoogst opmerkelijk en
toen hij naar huis terugging zei hij: “Uw priesterlijke houding is inderdaad
heel erg prijzenswaardig!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten