woensdag 14 november 2018

Japanse humor (laatste deel).




Zie Noot 7 en 10.

Het religieus ontwaken van een fazant (1).

Een boeddhistische priester van een tempel in de bergen slaagde erin een fazant levend te pakken te krijgen. Hij had er erg veel zin in om haar (2) op te eten, maar had geen idee hoe je zoiets moest klaar maken (3). Net toen hij de vogel begon kaal te plukken, kwam zijn superior (master) langs. Hij belde nogal hard bij de priester aan, die daardoor zo in de war raakte, dat hij de fazant onder een oud kledingstuk (robe) verstopte en deed alsof er niets aan de hand was. Tijdens het gesprek stak opeens de fazant zijn kop onder het kleed uit en waggelde wat rond met het kleed op z’n kop (4). Precies tegenover de superior van de priester bleef hij staan. De superior raakte daardoor nogal van streek, maar zei handenwringend: “Kunt u mij hiervoor een verklaring geven?” De priester antwoordde heel serieus zonder een spier te vertrekken: “Kijk, het is vreemd, maar deze fazant getuigde ervan religieuze gevoelens te kennen (5). Ik probeerde haar ervan af te brengen (zoals dat hoort) maar daar slaagde ik niet in. Daarom was ik ertoe verplicht om haar kaal te scheren en het mijn oude kleed aan te doen.” Dit vond de superior hoogst opmerkelijk en toen hij naar huis terugging zei hij: “Uw priesterlijke houding is inderdaad heel erg prijzenswaardig!”

(Uit: Hyaku Monogatari)


(9.) Toneeluitvoering (uytkomst).

Midden op het toneel staat een groen huis. Ervoor en er omheen dansen 10 jongens in zwarte kledij, met fraaie broeken, en allen dragen ze twee degens. Eerst dansen ze met bloemen in hun handen, daarna hebben ze degens, pijlen en speren. Hun dans werd onderbroken door enige clowns (snaken) die optraden tussen twee (toespraken van) sprekers (7) in. Op het einde van de uitvoering kwamen er knechten al springend het toneel op met op hun schouders dozen (6). Hiermee dansend sloten ze de voorstelling af (8).

(10.) Toneeluitvoering.

Op  de achtergrond van het toneel is een berg te zien begroeid met bomen (9). Een gewapende jongen in het zwart en geel gekleed, verscheen op het toneel. Hij heeft een half uur lang gepraat en gedanst, als er 8 jongens in bont gekleurde kledij het toneel opkomen dansen. Tussen de jongens in is een bloemenweefsel. Na een tijdje voegt zich iemand anders aan hun gezelschap toe en daarna een aap (10),  die tegelijk met die ander persoon uit de berg tevoorschijn komt gesprongen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten