Japanse humor (deel 2).
Probeert u zich wat er in de grap verteld wordt voor ogen te
halen.
Twee struikrovers staan met elkaar ruzie te maken, omdat ze
een mogelijk slachtoffer hebben laten ontsnappen. Onder het vechten hebben ze een grappige
woordenwisseling:
“Duw toch niet zo hard. Zo dadelijk val ik nog in die
prikstruikjes!”
“Wat geeft dat: je gaat er toch aan?” Dat gaat een tijdje zo
door. Dan stelt een van beiden voor:
“Het is toch wel heel erg jammer dat niemand ons kent, ook
niet nadat we dit mooie gevecht met elkaar hebben geleverd; zouden we hier niet
een brief moeten achter laten waarin we ons bekend maken?”
“Dat is een goed idee!” En ze laten elkaar los uit de
wurggreep, en een van hen schrijft het volgende op:
“Vanochtend ging ik van huis,
en toen ik iemand wilde beroven, bracht ik er niets van terecht, en begon ik met mijn
collega en vriend ruzie te maken…..(Over de schouder heen naar zijn vriend
toe: “Ik wil niet dat mensen denken dat ik door een reiziger (1) werd
vermoord, daarom wil ik eraan toevoegen voor mijn arme vrouw en kind….”)
Toen begonnen ze ineens beiden te huilen en zeiden,
“Zou het niet beter zijn om de dood een paar jaar uit te
stellen, of misschien nog langer?”
En ze gingen goed gemutst beiden zingend naar huis terug.
We komen langzaamaan bij de essentie van deze grappen: de
reis. Hoe belangrijk reizen is, wordt nog jaarlijks in verschillende plaatsen
herdacht door het houden van een processie ter ere van een heilige. Alle
Tricksters hebben ermee van doen: Prairiewolf, Nasreddin, Jeha, Marduk (een
trickster?), Tijl Uilenspiegel etc. Zo ook in Japan, maar in Japan kun je zien
hoe deze grappen zich met feestdagen van heiligen (voorouders) verbinden:
(Vertaling uit het Nederlands! Een merkwaardige mengeling
van feiten en fantasieën over Japan (fake-news?), te berde gebracht door de
geneesheer Engelbert Kaempfer in 1733. Dus, lees die noten nou toch maar! Wat
is belangrijker: dat de uitleg saai is, of dat je er bewust niets van wilt
begrijpen?)
De matsuri, (2)
zoals ik hiervoor al heb opgemerkt, wordt tot aan Nagaski gevierd ter
ere van Suwa (3) op de negende van de negende maand, de
geboortedag van Suwa. Het feest houdt niet in dat ze staan te preken,
bidden of naar de tempel gaan, maar dat ze een processie houden (4) door de
belangrijkste straten van de stad. In prachtige kledij treedt men dan op op een
podium dat op de markt wordt opgebouwd. Die dag worden naar de markt de beelden
van Suwa en zijn metgezellen gedragen die eerder die dag in een
processie door de stad zijn gedragen. Dit wordt Oo Tabi Tokora genoemd,
wat wil zeggen plaats van de grootste verre reis. (5) Op die dag is om
de plechtigheid te vieren een Tempel van Bamboes gebouwd (6) met
vleugels aan weerskanten (7), de voorste is naar de kant van de markt gericht, en
het dak is bedekt met stro (8) wat uitloopt in een top van tsugi takken.
Dit hele gebouw verdient nauwelijks met wat bij ons een
Schuur heet te worden vergeleken (9), omdat het zo slecht in elkaar zit en
eenvoudig in elkaar geknutseld is. De behoeftige voorouders (10) wilden dat het
zo gebouwd moest worden volgens de slechte en lompe architecturale richtlijnen.
Aan weerskanten van de voorgevel staat een hoge dennenboom (11). Drie kanten
van het gebouw worden bezet door banken en kamertjes voor toezieners
(toeschouwers of opzichters?).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten