maandag 27 maart 2017


Een domme boer liep naar huis achter zich aan trekkend aan een halter zijn ezel. Een stelletje spitsboeven kreeg hem in de gaten, en de een zei tegen de ander: “Kom op, we gaan de ezel van die man afpakken.” Hij sloop naar de ezel toe, maakte de halter los, en gaf de ezel aan zijn metgezel die er vlug mee vandoor ging. Daarna deed hij de halter over zijn eigen hoofd, en liet hij zich door de boer een stukje voorttrekken, totdat zijn metgezel met de ezel uit zicht was. Toen hield hij plots de pas in, en stond nukkig als een ezel stil. De boer keek verbaasd om en zag tot zijn verwondering niet de ezel maar een man aan de halter vastgebonden achter zich staan en  riep uit: “Wie mag jij wel niet wezen?” De spitsboef antwoordde: ”Ik was jouw ezel. Nee, nee, luister nou eens goed naar mijn verhaal! Het is een wonderlijk verhaal. Ik had een goede vrome moeder, en op een dag kwam ik dronken thuis. Geërgerd over mij in die toestand te zien, berispte ze mij zachtjes, maar ik –in plaats van vol berouw te schieten-- sloeg haar met een stok, waarop zij tot Allah bad, en in antwoord op haar smeekbede --verdorie nog aan toe-- werd ik in een ezel veranderd! Tot op de dag van vandaag had ik die gedaante. Nu lijkt het erop dat mijn moeder bij God heeft bemiddeld om mij weer in een gewoon mens terug te veranderen." De domme boer geloofde elk woord van dit verhaal, sloeg zijn ogen op naar de hemel, en zei: “Echt waar, er is geen macht groter dan die van Allah! Alsjeblieft, vergeef me wat ik je heb aangedaan!" De spitsboef vergaf de boer grif alles wat hij had misdaan, en ging weg om zich bij zijn metgezel te voegen en de ezel tegen een schappelijk prijsje van de hand te doen. Ondertussen ging de domme boer naar huis, liet aan zijn vrouw de breidel met halter zien zonder ezel en vertelde haar het verhaal over de wonderlijke gedaanteverwisseling van mens in ezel en terug. In de hoop de hemel te verzoeken gaf ze royaal aalmoezen en bad ze vele gebeden om het kwaad af te weren, omdat zij een menselijk wezen als ezel in gebruik hadden gehad. Op een dag, toen de domme boer het thuis niet meer uithield om er zonder iets te doen rond te hangen, ging hij naar de markt om een andere ezel te kopen. En toen hij de marktplaats opliep waar alle beesten stonden vastgebonden, zag hij tot zijn grote verbazing zijn eigen ezel staan, te koop aangeboden. Hij liep naar de lange hangende oren van de ezel en fluisterde het in zijn grote oren: “Wee jij, jij ongelukkige. Ongetwijfeld ben je opnieuw dronken geweest. Bij Allah, ik zal je nooit meer kopen!”

Variaties op dit thema:
  1. Renisio, Etudes sur les dialectes berbères des Beni Iznassen du Rif et des Senhaja de Sraïr, 1932, Paris, Ernest Leroux, pag. 183-184 (ezel=koe of os).
  2. Contes choisis, Alfred Mörer, Nasreddin Hodja, 200 contes, illustrés, agrémentés, sélectionnés, 1980, ed. minyatur yayinlari, Istanbul, Türquie, pag. 36.
  3.  Cursus Nederlands, Nederlands Centrum Buitenlanders (NCB), 1980. 
  4. Jeha-verhalen uit 1977, Nawadir Jeha (نوَادرجحَا), (drukkerij, مطبعة اَلنصح لصَاحبهَا لَبكری عبد اَلعزيّز محمد), vert. Bellettrie, eigendom van Bekry Abd El Aziz Mohamed, pag. 33. (breidel van de ezel!)
  5.  Didier Leroy, Les aventures de l’incomparable Molla Nasroddine, Bouffon de la Perse, Souffles, imprimerie France Quercy CAHORS, 1998. 
  6.  Vergelijk: Apuleius, vertaald door Vincent Hunink, De gouden ezel, Athenaeum–Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2003.

     Het lijstje hierboven is niet uitputtend. Dit thema is zo oud als de wereld! Waarover gaat het dan? Het gaat om het optuigen (van de ezel) en dat je dat goed moet doen. Het gaat dus helemaal niet om de diefstal, maar hoe je diefstal zo kunt verwoorden dat het eigenlijk geen diefstal meer is. Wij zeggen nog steeds een proces-verbaal of een aanklacht optuigen. Als je je zaak dus goed optuigt, kun je er veel bij winnen. De uitdrukking “(een ezel) optuigen” (harnachement) komt al van de Sumeriërs ( Les Métamorphoses de la sagesse au proche-orient assiatique, Daniel Arnaud, pag. 113).  In het Franse woord voor spotdicht “harranque”  is het ook nog terug te vinden. De ezel werd burro (mnl) of burra (vrl) genoemd; zelfs wij herkennen daarin nog ons woord “bureau”.  In de Marokkaanse versie van het verhaal gaat het alleen maar om de breidel, die de boer op een andere ezel herkent nadat zijn eigen ezel hem is ontstolen. Waarschijnlijk is dit de oudste versie. Het verhaal gaat dus terug in de tijd tot zo’n 3000 jaar voor Christus! Wie zou dat gedacht hebben, en dan is het nog steeds herkenbaar als hetzelfde verhaal in 2017. Misschien is dit nog verwonderlijker dan dat de domme boer gelooft in de transformatie van een ezel in een mens en omgekeerd.  

  

     De gedaanteverwisseling wijst ook op de oude oorsprong van het verhaal. Het gaat namelijk niet zomaar om een gedaanteverwisseling maar om de hergeboorte van de een in een ander wezen, zoals men daarin gelooft in het boeddhisme. Langs een omweggetje word je er dus fijntjes op gewezen dat de domheid van de boer van tijdelijke aard is: niet alleen verandert de ezel terug in een dief, maar lijkt het verhaal ons ook te vertellen dat de dief de boer echt dommer maakt. Maar is dat wel zó? Het geweldige mededogen waarvan de boer en de boerin getuigen voor mens en dier, lijkt eerder een zegen voor ze dan de stress waaronder de dief moet leven. Steeds is hij weer afhankelijk van wat zijn pad kruist. En ja, daar zitten we alweer met een klein verhaaltje midden in diepgaande theologische kwesties. Is God hetzelfde als het lot (karma) dat ons ten deel valt door een min of meer berustende houding (gebreideld) of kun je het lot naar je hand zetten (ongebreideld)? En welke advocaat doet een goed woordje voor een domme boer? En wie voor een slimme bankier?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten