Een domme boer liep naar huis achter zich aan trekkend aan
een halter zijn ezel. Een stelletje spitsboeven kreeg hem in de gaten, en de een
zei tegen de ander: “Kom op, we gaan de ezel van die man afpakken.” Hij sloop
naar de ezel toe, maakte de halter los, en gaf de ezel aan zijn metgezel die er
vlug mee vandoor ging. Daarna deed hij de halter over zijn eigen hoofd, en liet
hij zich door de boer een stukje voorttrekken, totdat zijn metgezel met de ezel
uit zicht was. Toen hield hij plots de pas in, en stond nukkig als een ezel stil.
De boer keek verbaasd om en zag tot zijn verwondering niet de ezel maar een man
aan de halter vastgebonden achter zich staan en riep uit: “Wie mag jij wel niet wezen?” De
spitsboef antwoordde: ”Ik was jouw ezel. Nee, nee, luister nou eens goed naar
mijn verhaal! Het is een wonderlijk verhaal. Ik had een goede vrome moeder, en
op een dag kwam ik dronken thuis. Geërgerd over mij in die toestand te zien,
berispte ze mij zachtjes, maar ik –in plaats van vol berouw te schieten-- sloeg
haar met een stok, waarop zij tot Allah bad, en in antwoord op haar smeekbede
--verdorie nog aan toe-- werd ik in een ezel veranderd! Tot op de dag van vandaag had
ik die gedaante. Nu lijkt het erop dat mijn moeder bij God heeft bemiddeld om
mij weer in een gewoon mens terug te veranderen." De domme boer geloofde elk woord
van dit verhaal, sloeg zijn ogen op naar de hemel, en zei: “Echt waar, er is geen
macht groter dan die van Allah! Alsjeblieft, vergeef me wat ik je heb aangedaan!" De spitsboef vergaf de boer grif alles wat hij had misdaan, en ging weg om zich
bij zijn metgezel te voegen en de ezel tegen een schappelijk prijsje van de hand te
doen. Ondertussen ging de domme boer naar huis, liet aan zijn vrouw de breidel
met halter zien zonder ezel en vertelde haar het verhaal over de wonderlijke gedaanteverwisseling
van mens in ezel en terug. In de hoop de hemel te verzoeken gaf ze royaal aalmoezen en
bad ze vele gebeden om het kwaad af te weren, omdat zij een menselijk wezen als ezel in gebruik hadden gehad. Op een dag, toen de domme boer het thuis niet meer uithield om er
zonder iets te doen rond te hangen, ging hij naar de markt om een andere ezel
te kopen. En toen hij de marktplaats opliep waar alle beesten stonden vastgebonden,
zag hij tot zijn grote verbazing zijn eigen ezel staan, te koop aangeboden. Hij
liep naar de lange hangende oren van de ezel en fluisterde het in zijn grote
oren: “Wee jij, jij ongelukkige. Ongetwijfeld ben je opnieuw dronken geweest.
Bij Allah, ik zal je nooit meer kopen!”
Variaties op dit thema:
- Renisio, Etudes sur les dialectes berbères des Beni Iznassen du Rif et des Senhaja de Sraïr, 1932, Paris, Ernest Leroux, pag. 183-184 (ezel=koe of os).
- Contes choisis, Alfred Mörer, Nasreddin Hodja, 200 contes, illustrés, agrémentés, sélectionnés, 1980, ed. minyatur yayinlari, Istanbul, Türquie, pag. 36.
- Cursus Nederlands, Nederlands Centrum Buitenlanders (NCB), 1980.
- Jeha-verhalen uit 1977, Nawadir Jeha (نوَادرجحَا), (drukkerij, مطبعة اَلنصح لصَاحبهَا لَبكری عبد اَلعزيّز محمد), vert. Bellettrie, eigendom van Bekry Abd El Aziz Mohamed, pag. 33. (breidel van de ezel!)
- Didier Leroy, Les aventures de l’incomparable Molla Nasroddine, Bouffon de la Perse, Souffles, imprimerie France Quercy CAHORS, 1998.
- Vergelijk: Apuleius, vertaald door Vincent Hunink, De gouden ezel, Athenaeum–Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2003.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten