Uit: Mille
et un conte, Basset, 3 delen, Parijs 1924, 1926 en 1927; Contes sur les femmes
et l′amour, nr. 73, pag 162: Si Djoh′a,
sa femme, les aubergines et l′amant.
Variaties op dit verhaal zijn te vinden in: (1) Naoudir el Khodja Naşr eddin, p.16; (2) Qissah Djoh′a, pag 15; (3) Wesselski, nr. 364, (4) Deel II, W. te Molder, pag 14, nr. 188; (5) Nieuwe variatie toegevoegd, 2 januari 2017 (eigen bewerking).
Mijnheer Jeha en zijn vrouw, de aubergines
en de minnaar.
(Een Oud- Nieuwjaar grap)
De
vrouw van Jeha vertelt: op een dag komt mijn man bij mij thuis en mijn minnaar
is er ook. Ik verberg hem in de kelder. Als mijn man terugkomt, heeft hij 31
aubergines bij zich, die hij in de kelder opbergt, voor iedere dag van de maand december één. Maar mijn minnaar eet er ééntje op. Mijn man gaat als hij de aubergines in de
kelder heeft gelegd, ze tellen: 1,2, 3, 4, 5, etc.….. Mijn minnaar reikt hem de
aubergines vanuit de kelder aan, en mijn man denkt dat het zijn eigen hand is
die uit de kelder komt. Dan merkt hij dat er een aubergine mist. Hij gaat de
kelder in, en ziet mijn minnaar. “Wie ben jij?” vraagt hij hem. “Ik ben een
aubergine Ik ben om op te eten op de laatste dag van de maand.!” Daarop zegt
mijn man tegen mij:” Kijk toch eens wat een schurk die aubergine koopman is.
Hij heeft mij deze man voor een aubergine verkocht! Ik wil mijn geld terug!” Daarop
brengt mijn man mijn minnaar naar de aubergine koopman, en zegt tegen hem: ”Vrees
jij God dan helemaal niet! Hoe kun je me dit hier samen met de aubergines
verkopen?” De koopman is een grappenmaker. Hij pakt mijn minnaar bij de oren en
zegt tegen hem: “Hoe vaak heb ik je niet gezegd: blijf in het schap van de
knollen, dat is het schap van 2017, en blijf
uit de buurt van het schap met de aubergines! Dat is in 2016 aan de
beurt!” Daarop geeft hij mijn man een aubergine….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten