Dit is deel twee van een serie van zeven delen Lala Foufouya.
Deel 2 schermutselingen.
Mohamed Aroesie was doof voor alle geruchten. Zijn
echtgenote ontving geen enkele vrouw meer, totdat enige weken later er een
vrouw van zijn familie bij hen kwam met drie kippen, en hij zei tegen zijn
echtgenote: “Ik heb enige gasten voor vrijdag te eten gevraagd. Pak deze drie
kippen aan, maak ze zoals gewoonlijk klaar om ze aan mijn gasten te kunnen voorzetten, hier heb je kippenvoer en water, en maak ze helemaal kant en klaar
zoals gebruikelijk.”
Het was gewoonte bij vrouwen om vóór een feestje naar de
sauna (het Turks bad, de hammaam ) te gaan. De vrouwen huurden ieder voor zich een
plaatsje in de sauna, opdat niemand hen naakt te zien zou krijgen. Mohamed
Aroesie huurde voor lala Foufouya ook een plaatsje in de sauna. Zij stopte de kippen in een zak en nam die
mee naar de sauna. Daar aangekomen waste ze de kippen met warm water en wreef
ze ze in met zeep. Terwijl zij hiermee bezig was, gingen ze nog in haar handen dood, en zij begreep er niets
van. Ze dacht dat de kippen sliepen. Toen ze thuis kwam, nam ze de kippen mee
naar haar slaapkamer en legde ze te slapen op haar bed en dekte ze toe.
Toen Mohamed Aroesie
thuis kwam, vertelde ze hem in al haar onschuld en naïviteit hoe ze de
kippen met zeep had gewassen. Zij vertelde hem uitgebreid hierover en maakte
hem duidelijk dat zij veel moeite had gedaan, zodat de kippen al vlug gingen
slapen en zij ze in bed had ingestopt. Mohamed gaf een schreeuw, toen hij zag
dat de kippen dood waren en netjes opgebaard op de matras van zijn bed lagen.
Maar hij zag geen mogelijkheid om haar terecht te wijzen, omdat zij in alle onschuld en naïviteit naar zijn
woorden had geluisterd en zijn bevelen opgevolgd. Had hij haar niet gevraagd om
de kippen helemaal kant-en-klaar te maken zoals gewoonlijk en had
zij ze niet met liefde (Arabisch "hobb: woordspel met
“kippenvoer”) en water behandeld?! En had zij ze niet als haar metgezellen met zich
meegenomen naar de sauna, ze gewassen,
om zeep gebracht en ze te rusten gelegd, ook al was dat helemaal niet zijn
bedoeling. Zij had hem verkeerd begrepen. Zij verontschuldigde zich lachend en
had niets anders gedaan dan wat haar was gevraagd.
Vrijdagochtend haalde Mohamed drie andere kippen, en vroeg
haar om ze klaar te maken en te koken en er veel saffraan op te doen. Hij
zei: “Ik wil saffraan; ik zal het je niet nog eens zeggen, maar ik wil saffraan!”
Even later kwamen de gasten, en toen het tijd was om te
gaan eten, waren de kippen nog helemaal
niet gaar en hij schold op zijn echtgenote, en vroeg haar
naar de reden waarom
zij zo laat was. En zij antwoordde dat zij urenlang achter de rooie kater (vanwege
hun oranje kleur, die doet denken aan saffraan, heten in Marokko veel katers Saffraan) had lopen rennen tot ze hem te pakken kreeg. Toen
had ze hem geslacht en samen met de kippen in een grote kookpot gedaan. Mohamed
gooide de pot omver op het vuur. Hij was verbijsterd en schreeuwde haar toe: “Heb
ik je gevraagd om de kater te slachten en samen met de kippen te koken?” Zij antwoordde
in al haar naïviteit: “Ja zeker. Je hebt mij dat opgedragen en gezegd dat je
Saffraan wilde. Of is er nog een andere kater hier in huis?” Toen begreep hij
pas wat de gekkin onder saffraan had verstaan, namelijk de kater en niet het
kruid. En hij riep: “Dat God mededogen met je mag hebben. Mijn moeder heeft alles begrepen
en heeft mij gewaarschuwd voor jouw woorden.”
Wordt vervolgd, klik hier voor deel 3: de koe en de deur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten