Waarom is deze grap zo actueel?
Hou de deur in de gaten?
Toen Jeha klein was, zei zijn moeder op een dag tegen hem:
“Ik ga met de buren naar de wasplaats om kleren te wassen. Ik wil dat jij
thuis blijft om de deur in de gaten te houden, omdat de laatste tijd er veel
gestolen wordt in deze wijk. Ik reken op jou, mijn zoon. Nadat zijn moeder
vertrokken was, kwam er een buurman bij hem langs, die hem zei: “Ga naar je
moeder, en zeg haar dat ik vanavond van plan ben bij jullie op visite te
komen.” De jongen was hierdoor gedurende een paar tellen in de war om een
manier te verzinnen zijn moeder van het bezoek van de buurman op de hoogte te
brengen zonder de deur uit het oog te verliezen. Toen schoot hem iets te
binnen: hij lichtte de deur uit zijn scharnieren, en droeg hem naar de
wasplaats. Toen zijn moeder hem zag en hij dicht genoeg bij haar was, stond ze
perplex en zei hem: “Wat is er gebeurd, mijn zoon? Wat heb je gedaan?”
Daarop antwoordde hij: “Heb je mij niet gevraagd om de deur
in de gaten te houden? Ik heb hem zó uit elkaar gehaald om je te kunnen zeggen
dat de buren vanavond bij ons op visite komen.”
De deur was misschien in de oudheid wel het belangrijkste
onderdeel van een huis, maar bij uitbreiding ook van een stad. Deur en poort
zijn in deze verhalen vaak met hetzelfde woord aangeduid. Bij de poort werden
niet alleen mensen in- en uitgelaten, maar vonden er allerlei rituelen plaats
om de veiligheid van de stad te waarborgen. Bijna altijd is er net buiten de
stad een altaar om op te offeren. In Athene was er een speciale poort naar de
begraafplaats van de helden. Als je je goed gedragen had, kon je je de status van
held verwerven, net zoals in de katholieke kerk iemand heilig kan worden verklaard. Wij kennen nog altijd Petrus die staat bij de
poort die toegang verleent tot de hemel. De associatie met "toegang tot de hemel", heeft de oosters-georiënteerde filosoof Huxley ertoe
gebracht om zijn boek over geestverruimende middelen “Doors of perception” te noemen.
Zo’n 2000 jaar voor Christus vonden de rechtszaken bij de
Sumeriërs niet in een zaal plaats maar buiten de stad, bij de poort. Zó had men
de mogelijkheid om de schuldige meteen te straffen. Die straf bestond ook in
die tijd al uit het te water laten van de boef, of beter gezegd: hij werd er geboeid en wel in gegooid. Vaak was er buiten de stad een
rivier waarin de gerechtelijke uitspraak op uitliep. De Turkse Sultan werd nog
in de 19-e eeuw aan gesproken met de titel “hoge poorte”, hoewel men ook in die
tijd al niet meer wist waar het opsloeg.
De sultan kreeg deze titel, omdat vroeger uitvoerende, gerechtelijke en
wetgevende macht in een persoon waren verenigd. En die “hoge poorte” had met
een van zijn bezigheden, nl. de rechtspraak, te maken. Ook bij ons hebben lange
tijd “poorters” bestaan. Dit waren geen gerechtsdienaren, maar mensen die de
rechten hadden verworven om binnen de poorten van een stad te verblijven.
Maar wat gebeurt er nu als je een klein Heraklesje in huis
hebt, die de deur op de schouders neemt? De strekking van het verhaal is
duidelijk: iedereen zou eigenlijk altijd en overal in zijn recht moeten staan en zijn eigen verantwoordelijkheid moeten kennen. Het
op de rug nemen van de deur staat symbolisch voor het opheffen van een
dictatuur, of in ieder geval de wens daartoe….. Een Turkse variatie op dit
verhaal is onder de link te vinden waar ook de Arabische en Spaanse versie zijn
te vinden! Voor nog meer variaties, klik dan op de wijze van werken die ik bij
de analyse van deze grappen heb gevolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten