De Europese Unie in de Veertiende Eeuw.
Wie dit verhaal goed leest, leest daarin het ontstaan en het
reilen en zeilen daarna van de Europese Gemeenschap (EU), maar dan zoals
verteld in de veertiende eeuw door Geoffrey Chaucer. Natuurlijk komt daarbij interpretatie
om de hoek kijken. Die ga ik u in dit geval verklappen; ik weet niet of ik daar
goed aan doe. Je moet namelijk weten dat het verhaal begint aan de Syrische
kust, ongeveer op het strand, waar Zeus de Fenicische prinses Europa schaakte in een geile bui (1). De hoofdpersoon
in het verhaal van de Man van de Wet is Constance (2);
daarin zou je de moeilijke en dappere rol van de voorzitter van de Europese Commissie kunnen herkennen: Ursula von der Leyden.
Rome verruilen we voor Brussel en Strassburg . Wie er vluchten in boten, lijkt mij duidelijk. Een bekering is natuurlijk
toetreding tot de EU, en afvalligheid is ….
uittreding (Brexit). De Brexit vindt plaats in Deel 2 van dit lange
verhaal en het einde is verrassend; we beginnen in Deel 1.
Als je het verhaal op die manier decodeert, lijkt het
Verhaal van de Man van de Wet bijna profetische proporties aan te nemen, een
profetie gedaan in de veertiende eeuw. Voor de feitelijke interpretatie verwijs
ik naar de Noten en de Oorspronkelijke tekst,
want er is nog veel meer dat interessant
is aan dit verhaal…..als je je over je vooroordelen heen kunt zetten.
Eens
was er in Syrië een organisatie van rijke handelaren, die hun werk serieus
namen en beslissingen namen met vooruitziende blik. Zij handelden in kruiden,
in met goud bestikte kledingstoffen, rijk gekleurd satijn en allerhande andere
innovatieve koopwaar waarnaar door zijn verrassingseffect veel vraag was in
verschillende landen. Het was plezierig handel met ze te drijven en goederen
tegen de meest gunstige prijs van ze te kunnen afnemen.
Enkele
handelaren waren er onder hen, die besloten om het eens te gaan proberen in
Rome. Zakelijk, maar ook om er eens uit te zijn. Ze besloten zelf te gaan en
niet iemand anders namens hen te sturen. Ze wilden zelf de Middellandse Zee
oversteken naar Rome. Ze verwachtten goede zaken te kunnen doen en streken er
daarom neer.
Toen
ze een maand of misschien al langer in de stad waren naar aller tevredenheid,
bereikte hun bij toeval het nieuws van de excellente, alom geroemde naam van
Constance (dame Custance), de dochter van de Keizer. Eenmaal op haar
geattendeerd, kregen de Syriërs steeds meer bijzonderheden over haar te horen,
iedere dag weer.
In de
volksmond zei men over haar: “Onze Keizer van Rome, -- dat God op hem toe
ziet—heeft een al sinds het begin van de schepping onvergelijkbare dochter.
Nooit was er iemand anders die in haar schaduw kon staan, wat schoonheid en
goedheid aangaat. Met alle ogen op haar gericht zou zij de Koningin van Europa
kunnen zijn. Moge God haar een lang, eervol leven in gezondheid geven.” (3)
Maar haar lot staat al in de
hemelsterren beschreven: het zal anders lopen dan verwacht.
In die
boekrol, die over de aarde en wat, de mensen de hemelen noemen, zich uitstrekt
al rondwentelend, stond bij haar geboorte in de sterren al geschreven dat
liefde haar levenslot zou zijn. Want waarlijk de dood van iedereen staat hierin
opgeschreven in een sterrenbeeld, duidelijker te lezen dan in een glazen bol.
Mocht ons alleen maar gegeven zijn, dat we onbevreesd zouden kunnen zien, hoe
ons leven zich zal voltrekken. (4)
In Syrië wordt een sultan stapelverliefd, alleen van horen zeggen over
haar.
De
Sultan riep zijn Eigen Adviseurs bij elkaar en legde hun zijn plan voor om met
Juffrouw Constance te trouwen, en wel op zo kort mogelijke termijn. Meteen! Want
ze moesten toch begrijpen dat hij onder liefdesverdriet zou bezwijken, als zij
niet altijd bij hem was. Hij zei: “Hou dit goed in gedachten, want mijn leven
staat op het spel.”(5)
Maar het geloof is een obstakel.
En hij antwoordde:
Liever dan Juffrouw Constance te verliezen, laat ik me dopen! Ik ben voor haar
voorbestemd, ik heb geen keuze. Praat zoveel je wilt, het zal niet baten. Zie
je dan niet dat mijn leven gevaar loopt? Ik heb een ziekte opgelopen die alleen
zij kan genezen. De pijn kan ik niet langer verdragen.
Het heeft geen zin er
nog langer over uit te weiden. Door verdragen te sluiten, diplomatie, en de
bemiddeling van de Heilige Vader, de paus, geschraagd door Kerk en Adel die
erop uit zijn het Mohammedanisme een loer te draaien en de gezegende Wet van de
katholieke kerk te verbreiden; dat alles bij elkaar genomen, houdt in dat
iedereen het eens is, een win-win situatie. Dat is genoeg reden om het plan
(voor het huwelijk) uit te voeren.
De Sultan en zijn raad-
en leenheren in al hun waardigheid zouden ook worden gedoopt. Constance zou hoe
dan ook met hem trouwen. De bruidsschat in goud betaald –ik weet niet
hoeveel—werd vastgesteld voor als het mis zou gaan. Van beide kanten werd trouw
gezworen aan de beloftes. Schone Constance, mag God je leiden op je levensweg.(6)
Uiteindelijk brak de dag
van haar vertrek aan – beter gezegd: de fatale dag waarop alle ellende is
begonnen, brak aan. Langer uitstel en verweer kon niet meer, want iedereen was
gepokt en gemazeld voor de bootreis. Constance trok wit weg van verdriet, de
kleur op haar wangen verdween, hoe dichterbij het moment van vertrek kwam en
alle voorbereidingen waren gedaan. Zij wist dat niets haar bespaard zou
blijven.
Helaas, het is geen
wonder dat zij huilde, toen zij naar een vreemd, ver weg land werd gestuurd.
Zij nam afscheid van haar vrienden die haar zo lang vol liefde hadden omringd,
om zich te onderwerpen aan iemand waarvan zij zelfs maar bij benadering de
reputatie kende. Zoals vrouwen uit ervaring zeggen: “Alle echtgenoten zijn
goede echtgenoten”. Ik denk er het mijne van (7) (8).
Uit de stand van de sterren valt op te maken dat de onderneming
niet goed zal aflopen. Waarom heeft men die niet bijtijds geraadpleegd?
Veroorzaker van alle
Beweging (9), wreed firmament, de sterren langs hun dagelijkse
weg voortdrijvend, alles heen en weer slingerend van Oost naar West, dat van
nature geneigd zou zijn een ander pad te volgen. Jouw massaal geweld zet de
hemel zo in het gelid dat dit wel de eerste reis van Constance in de war moet
sturen. Mars zal dit huwelijk doen mislukken in zijn loopgraaf, als het nog tot
trouwen mocht komen.
Jouw ongelukkige Elliptische,
scheve gradenboog, met Mars in verval , uit zijn juiste baan gebracht en hulpeloos in het
sterrenbeeld Schorpioen terecht gekomen, duisterste sterrenbeeld van allemaal. Oh Oorlogsgod, door de
invloed van wie alle hoop teniet wordt gedaan. Oh Maan (Luna), tevergeefs in verval
met Hem tegen wie je niet op kunt, weggeslingerd van de plaats waar je zou moeten staan.(10)
En de marionet in de hand van
God is?
De
moeder van de Sultan, de aanstaande schoonmoeder van Constance, was een bron
van ondeugden. Zij zag welke weg haar zoon insloeg door de last van vroegere
gewoontes van zich af te schudden. Daarom liet zij bepaalde raadgevers
ontbieden om hun haar plannen voor te leggen. Toen deze mensen van aanzien zich
om haar heen hadden verzameld, ging ze zitten en sprak als volgt.
‘Mijne heren,’ zei ze, ‘U weet dat
mijn zoon vast besloten is om de heilige wetten van onze Alkoran en
alles dat door God aan Mohamed (Makomete) is geopenbaard, af te zweren. En tot
God zweer ik deze onbuigzame eed dat ik liever sterf dan mijn geloof, dat me in
mijn hart staat geschreven, te verloochenen.” (11)
Deze Sultane, die ik uit de
grond van mijn hart verwens, stuurde haar raadgevers in het geheim naar huis,
–waarom het verhaal langer maken dan strikt noodzakelijk? – ging daarop te paard op bezoek bij de Sultan, haar zoon, en
vertelde hem dat ook zij de Islam de rug toe keerde en zich tot christen wilde
laten dopen. Zij had berouw, zolang een heiden te zijn geweest.
En om haar bekering te vieren
wilde ze voor hem en zijn bruid een feest organiseren, waarop alle christenen
aanwezig zouden zijn. De Sultan stemde daarmee in en zei: “Ik zal me richten
naar jouw wensen.” Hij knielde voor haar neer om haar te bedanken. Omdat zij
had bereikt wat ze in de zin had, kuste ze haar zoon, en hij blij van hart, in
sprakeloze vreugde, liet haar vertrekken om aan de voorbereidingen voor het
feest te beginnen. (12)
Zelfs de triomftocht onder zijn ereboog door van Caesar, die
Lucanus zo pochend dichterlijk heeft beschreven, was
niets bij de Koninklijke optocht naar het feest van de tot christen bekeerden,
gehouden als eerbetoon voor hun zielsgelukkige gastheer. Maar die nare schorpioen
in haar verderfelijke positie, de Sultane, zat klaar ondanks al haar vleiende
woorden om haar meest dodelijke steek te prikken.
Even later verscheen de Sultan zelf op het toneel, geweldig
koninklijk in zijn optreden om te zien. Hij verwelkomde blij en lachend zijn
moeder. Houd dit moment goed in gedachten, want in mijn verhaal vertel ik alles
alleen maar beknopt (13) de vrucht van deze geschiedenis. Na een tijdje was het wel
genoeg geweest en liepen de feestelijkheden af om te gaan slapen.(14)
En toen gebeurde het:
Zoals het mij betaamt, wil ik
kort van stof zijn. De Sultan en zijn bekeerde christenen werden allemaal
opgedoekt, in stukjes gehakt, neergestoken waar ze lagen te slapen (at the
bord), allemaal behalve Constance, alleen zij werd gespaard. De ouwe Sultane,
dat vervloekte oude wijf, geholpen door haar vriendjes, voerde precies uit wat
ze had gepland, vastbesloten zelf het heft in eigen handen te nemen en het land
te gaan besturen.
Want er was er niet één van hen
die zich hadden bekeerd tot het christendom en die de gedragslijn van de Sultan
volgden, die geen kopje kleiner werd gemaakt nog voordat hij besefte wat er
gaande was. En Constance (en haar bruidsschat) werd op aanwijzing van de
Sultane hals over kop in een roerloos bootje zonder roeispanen gedumpt, terug
naar Italië. Zij kreeg te horen dat zij haar weg naar Italië maar zelf moest
vinden: ga terug naar waar je vandaan bent gekomen! (15)
Zo dreef ze daar over de oceaan en kwam veilig langs de Zuilen
van Hercules in ons stormige Kanaal tot haar bootje uiteindelijk strandde bij
een kasteel, waarvan ik de naam niet weet. Ver weg in Northumberland liep haar
vaartuig vast op het strand en lag het bij eb en vloed te dobberen in de
branding. Zoals God beschikte, kwam zij daar tot rust.
Het kasteel behoorde toe aan een opperbevelhebber, die een
kijkje ging nemen in het wrakkige vaartuigje, zoals dat in de omschrijving van
zijn functie stond dat hij moest doen. Hij doorzocht het bootje en trof daar een
vrouw aan in al haar ellende met haar bruidsschat (16). Zij smeekte
hem, in haar eigen taal, om genade. Zij vroeg hem haar te doden om uit dit
aardse tranendal verlost te worden.
Zij sprak haar smeekbede uit in het Latijn, weliswaar heel
gebrekkig, maar hoe dan ook, hij begreep haar bedoeling. Toen hij er zeker van
was (list no lenger seche: geen zin had nog langer te zoeken) dat er niet nog
ergens andere schatten verborgen waren aan boord, nam hij haar veilig mee aan
land. Zij knielde voor hem neer om hem te bedanken, want zij zag in haar
redding door hem Gods hand. Maar zij vertelde hem niet wie zij was, misschien
om zo in aanmerking te komen voor een gunst van zijn kant of omdat zij
doodsbang was.(17)
De opperbevelhebber en zijn vrouw, Hermengilde, waren heidenen zoals ook al hun buren. Hermengilde werd zeer
gesteld op Constance en zou haar leven
voor haar geven als haar iets zou overkomen. Het verblijf op het kasteel gaf Constance de tijd om weer tot zich
zelf te komen. Zij huilde
bittere tranen en bad veel tot God. Zo kwam het dat door haar gebed Jonkvrouw (Dame) Hermengilde, de kasteelvrouwe, zich bekeerde tot het christendom. (18)
De opperbevelhebber was niet de echte baas over het strand waar
Constance werd gevonden, maar hij was allang in deze regio om de orde te
handhaven in dienst van Alla, de koning van Northumberland. Alla was een wijze
koning met een sterk leger om zich te verdedigen tegen de Schotten, zoals u
ongetwijfeld wel zult weten. Maar laat ik de draad van het verhaal weer
oppakken.
Weet dat Satan altijd erop uit is om ons in de val te lokken. En
toen die de vrome perfectie (19) zag van Constance, zon hij op een list om haar te pakken te
nemen. Hij zette zich ertoe om een jonge ridder, die in de omgeving woonde,
stapelverliefd op haar te maken en lage lusten in hem te wekken. De
verliefdheid nam zulke felle proporties aan dat de arme drommel dacht dat hij
zou sterven, zo’n sterke prikkel ging er van die lust uit, tenzij hij haar kon
nemen zoals hij wou.
Hij dong naar haar hand onophoudelijk. Het bracht hem nergens,
want zij wilde van geen wijken voor zonde weten. Zo kwam het dat hij uit wrok
een plan opvatte om haar op schandelijke wijze te vermoorden. Hij zou
strategisch en tactisch wel overwogen met voorbedachten rade te werk gaan. Toen
de opperbevelhebber eens afwezig was, kroop hij zachtjes op een nacht bij
Hermengilde, die lag te slapen, in bed.
Moe van het vele bidden en de heilige meditatie (overdenking)
sliep ze in dezelfde kamer als Constance. Zij had er geen notie van hoe hij op
instigatie van de Duivel, die hem overmande met zijn verleidingskunsten, naar haar toe sloop en
stilletjes op haar ging liggen. Hij sloeg de jonkvrouw Hermengilde bewusteloos
en sneed
haar de keel door. Het bloederige mes legde hij naast Constance in
haar bed. Toen ging hij weg. Dat God hem straffe door ter plekke dood te
vallen!
De volgende dag kwam de opperbevelhebber terug in gezelschap van
Alla, zijn baas, en koning van het eromheen gelegen land. Hij trof zijn vrouw
aan meedogenloos doodgeslagen. Hij wrong zich in zijn handen, schreide en viel
op de grond. In het bed van Constance vond hij het bloederige mes. Helaas, wat
kon zij zeggen, zij was zó buiten zichzelf van schrik en ontzetting. (20)
Gelukkig getuigen haar vrienden en kennissen à decharge:
Ze kenden haar niet anders dan deugdzaam en liefdevol voor haar bazin
Hermengilde. En de hele huishouding legde in diezelfde trant getuigenis ten
gunste van Constance af. Behalve die ene ridder, die haar had vermoord. De
zachtmoedige koning die door al die getuigenissen heel erg geroerd was, wenste
een duidelijker bewijs voor haar schuld. Hij wilde dieper graven om de waarheid
te achterhalen (21). (22)
Maar is de Koning wel objectief?
King Alla begon gevoelens voor haar te krijgen –fijngevoelige mensen voelen vaak eerder medelijden met
iemand – en ook hij kon zijn tranen niet bedwingen. Ten slotte zei hij: “Laat
iemand een boek halen, en als deze ridder op dit boek zweert een eed dat zij
een mes heeft genomen om haar te vermoorden, zullen we overgaan tot haar
terechtstelling.”
Ze brachten het Britse Boek met
de Evangeliën, de Bijbel. En de ridder stond op en zwoer dat zij schuldig was.
En ongelofelijk wat er toen gebeurde: de ridder werd tegen de grond gesmeten.
Er verscheen een Hand uit de Hemel die hem zo hard sloeg tot op het bot in zijn
nek dat hij neerplofte als steen, allebei zijn ogen sprongen hem uit de
oogkassen in zijn gezicht, in aanwezigheid van iedereen duidelijk te zien (23). (24)
Deze
tussenkomst stelt niet iedereen gerust.
Groot was hun angst en groot was hun berouw, omdat zij over
Constance verkeerd hadden geoordeeld en haar onschuld in twijfel hadden
getrokken. En toen kwam uiteindelijk dit wonder uit de hemel haar te hulp, door
haar eigen godvruchtige bemiddeling. Dit alles bracht Alla ertoe zich te
bekeren tot Christus, en velen volgden zijn voorbeeld, o gezegende genade!
De bedrieger, de ridder, werd terechtgesteld voor het onder ede
onwaarheid spreken. Alla talmde niet in het ten uitvoer brengen van zijn vonnis.
Hoewel Constance het weet aan zijn jeugd, stond het oordeel onwrikbaar vast.
Toen wekte Jezus uit genadig mededogen bij de koning liefde voor haar op en hij
trouwde de heilige vrouw. Overal werd feest gevierd en vreugdekreten klonken op
van alle kanten: Constance werd op instructie van Christus tot koningin
gekroond.(25)
Zij gingen naar bed, zoals nu eenmaal de gewoonte is voor
vrouwen en mannen in een huwelijksnacht,
zelfs als ze vol zijn van heilige dingen. Die nacht moeten ze geduld oefenen,
om aan de noodzakelijke pleziertjes van een Koning of van anderen die met de
ring zijn getrouwd tegemoet te komen. Haar heiligheid – daar moet ze maar een
tijdje van afzien, heel eventjes maar, en dat is alles. (26)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten