maandag 2 augustus 2021

 De Europese Unie in de Veertiende Eeuw.

 

Wie dit verhaal goed leest, leest daarin het ontstaan en het reilen en zeilen daarna van de Europese Gemeenschap (EU), maar dan zoals verteld in de veertiende eeuw door Geoffrey Chaucer. Natuurlijk komt daarbij interpretatie om de hoek kijken. Die ga ik u in dit geval verklappen; ik weet niet of ik daar goed aan doe. Je moet namelijk weten dat het verhaal begint aan de Syrische kust, ongeveer op het strand, waar Zeus de Fenicische prinses Europa schaakte in een geile bui (1). De hoofdpersoon in het verhaal van de Man van de Wet is Constance (2); daarin zou je de moeilijke en dappere rol van de voorzitter van de Europese Commissie kunnen herkennen: Ursula von der Leyden. Rome verruilen we voor Brussel  en Strassburg . Wie er vluchten in boten, lijkt mij duidelijk. Een bekering is natuurlijk toetreding tot de EU, en afvalligheid is ….  uittreding (Brexit). De Brexit vindt plaats in Deel 2 van dit lange verhaal en het einde is verrassend; we beginnen in Deel 1.
Als je het verhaal op die manier decodeert, lijkt het Verhaal van de Man van de Wet bijna profetische proporties aan te nemen, een profetie gedaan in de veertiende eeuw. Voor de feitelijke interpretatie verwijs ik naar de Noten en de Oorspronkelijke tekst, want er is nog  veel meer dat interessant is aan dit verhaal…..als je je over je vooroordelen heen kunt zetten.

Het verhaal van de Man van de Wet.

Eens was er in Syrië een organisatie van rijke handelaren, die hun werk serieus namen en beslissingen namen met vooruitziende blik. Zij handelden in kruiden, in met goud bestikte kledingstoffen, rijk gekleurd satijn en allerhande andere innovatieve koopwaar waarnaar door zijn verrassingseffect veel vraag was in verschillende landen. Het was plezierig handel met ze te drijven en goederen tegen de meest gunstige prijs van ze te kunnen afnemen.
 
Enkele handelaren waren er onder hen, die besloten om het eens te gaan proberen in Rome. Zakelijk, maar ook om er eens uit te zijn. Ze besloten zelf te gaan en niet iemand anders namens hen te sturen. Ze wilden zelf de Middellandse Zee oversteken naar Rome. Ze verwachtten goede zaken te kunnen doen en streken er daarom neer.
 
Toen ze een maand of misschien al langer in de stad waren naar aller tevredenheid, bereikte hun bij toeval het nieuws van de excellente, alom geroemde naam van Constance (dame Custance), de dochter van de Keizer. Eenmaal op haar geattendeerd, kregen de Syriërs steeds meer bijzonderheden over haar te horen, iedere dag weer.
 
In de volksmond zei men over haar: “Onze Keizer van Rome, -- dat God op hem toe ziet—heeft een al sinds het begin van de schepping onvergelijkbare dochter. Nooit was er iemand anders die in haar schaduw kon staan, wat schoonheid en goedheid aangaat. Met alle ogen op haar gericht zou zij de Koningin van Europa kunnen zijn. Moge God haar een lang, eervol leven in gezondheid geven.” (3)
 
Maar haar lot staat al in de hemelsterren beschreven: het zal anders lopen dan verwacht.
 
In die boekrol, die over de aarde en wat, de mensen de hemelen noemen, zich uitstrekt al rondwentelend, stond bij haar geboorte in de sterren al geschreven dat liefde haar levenslot zou zijn. Want waarlijk de dood van iedereen staat hierin opgeschreven in een sterrenbeeld, duidelijker te lezen dan in een glazen bol. Mocht ons alleen maar gegeven zijn, dat we onbevreesd zouden kunnen zien, hoe ons leven zich zal voltrekken.
(4)
 
In Syrië wordt een sultan stapelverliefd, alleen van horen zeggen over haar.
 
De Sultan riep zijn Eigen Adviseurs bij elkaar en legde hun zijn plan voor om met Juffrouw Constance te trouwen, en wel op zo kort mogelijke termijn. Meteen! Want ze moesten toch begrijpen dat hij onder liefdesverdriet zou bezwijken, als zij niet altijd bij hem was. Hij zei: “Hou dit goed in gedachten, want mijn leven staat op het spel.”(5)


Maar het geloof is een obstakel.
 
En hij antwoordde: Liever dan Juffrouw Constance te verliezen, laat ik me dopen! Ik ben voor haar voorbestemd, ik heb geen keuze. Praat zoveel je wilt, het zal niet baten. Zie je dan niet dat mijn leven gevaar loopt? Ik heb een ziekte opgelopen die alleen zij kan genezen. De pijn kan ik niet langer verdragen.


Het heeft geen zin er nog langer over uit te weiden. Door verdragen te sluiten, diplomatie, en de bemiddeling van de Heilige Vader, de paus, geschraagd door Kerk en Adel die erop uit zijn het Mohammedanisme een loer te draaien en de gezegende Wet van de katholieke kerk te verbreiden; dat alles bij elkaar genomen, houdt in dat iedereen het eens is, een win-win situatie. Dat is genoeg reden om het plan (voor het huwelijk) uit te voeren.


De Sultan en zijn raad- en leenheren in al hun waardigheid zouden ook worden gedoopt. Constance zou hoe dan ook met hem trouwen. De bruidsschat in goud betaald –ik weet niet hoeveel—werd vastgesteld voor als het mis zou gaan. Van beide kanten werd trouw gezworen aan de beloftes. Schone Constance, mag God je leiden op je levensweg.(6)


Uiteindelijk brak de dag van haar vertrek aan – beter gezegd: de fatale dag waarop alle ellende is begonnen, brak aan. Langer uitstel en verweer kon niet meer, want iedereen was gepokt en gemazeld voor de bootreis. Constance trok wit weg van verdriet, de kleur op haar wangen verdween, hoe dichterbij het moment van vertrek kwam en alle voorbereidingen waren gedaan. Zij wist dat niets haar bespaard zou blijven.


Helaas, het is geen wonder dat zij huilde, toen zij naar een vreemd, ver weg land werd gestuurd. Zij nam afscheid van haar vrienden die haar zo lang vol liefde hadden omringd, om zich te onderwerpen aan iemand waarvan zij zelfs maar bij benadering de reputatie kende. Zoals vrouwen uit ervaring zeggen: “Alle echtgenoten zijn goede echtgenoten”. Ik denk er het mijne van (7) (8).


Uit de stand van de sterren valt op te maken dat de onderneming niet goed zal aflopen. Waarom heeft men die niet bijtijds geraadpleegd?


Veroorzaker van alle Beweging (9), wreed firmament, de sterren langs hun dagelijkse weg voortdrijvend, alles heen en weer slingerend van Oost naar West, dat van nature geneigd zou zijn een ander pad te volgen. Jouw massaal geweld zet de hemel zo in het gelid dat dit wel de eerste reis van Constance in de war moet sturen. Mars zal dit huwelijk doen mislukken in zijn loopgraaf, als het nog tot trouwen mocht komen.


Jouw ongelukkige Elliptische, scheve gradenboog, met Mars in verval , uit zijn juiste baan gebracht en hulpeloos in het sterrenbeeld Schorpioen terecht gekomen, duisterste sterrenbeeld van allemaal. Oh Oorlogsgod, door de invloed van wie alle hoop teniet wordt gedaan. Oh Maan (Luna), tevergeefs in verval met Hem tegen wie je niet op kunt, weggeslingerd van de plaats waar je zou moeten staan.(10)


En de marionet in de hand van God is?


De moeder van de Sultan, de aanstaande schoonmoeder van Constance, was een bron van ondeugden. Zij zag welke weg haar zoon insloeg door de last van vroegere gewoontes van zich af te schudden. Daarom liet zij bepaalde raadgevers ontbieden om hun haar plannen voor te leggen. Toen deze mensen van aanzien zich om haar heen hadden verzameld, ging ze zitten en sprak als volgt.
 
‘Mijne heren,’ zei ze, ‘U weet dat mijn zoon vast besloten is om de heilige wetten van onze Alkoran en alles dat door God aan Mohamed (Makomete) is geopenbaard, af te zweren. En tot God zweer ik deze onbuigzame eed dat ik liever sterf dan mijn geloof, dat me in mijn hart staat geschreven, te verloochenen.” (11)
 
Deze
Sultane, die ik uit de grond van mijn hart verwens, stuurde haar raadgevers in het geheim naar huis, –waarom het verhaal langer maken dan strikt noodzakelijk? – ging daarop te  paard op bezoek bij de Sultan, haar zoon, en vertelde hem dat ook zij de Islam de rug toe keerde en zich tot christen wilde laten dopen. Zij had berouw, zolang een heiden te zijn geweest.


En om haar bekering te vieren wilde ze voor hem en zijn bruid een feest organiseren, waarop alle christenen aanwezig zouden zijn. De Sultan stemde daarmee in en zei: “Ik zal me richten naar jouw wensen.” Hij knielde voor haar neer om haar te bedanken. Omdat zij had bereikt wat ze in de zin had, kuste ze haar zoon, en hij blij van hart, in sprakeloze vreugde, liet haar vertrekken om aan de voorbereidingen voor het feest te beginnen. (12)


Zelfs de triomftocht onder zijn ereboog door van Caesar, die Lucanus zo pochend dichterlijk heeft beschreven, was niets bij de Koninklijke optocht naar het feest van de tot christen bekeerden, gehouden als eerbetoon voor hun zielsgelukkige gastheer. Maar die nare schorpioen in haar verderfelijke positie, de Sultane, zat klaar ondanks al haar vleiende woorden om haar meest dodelijke steek te prikken.


Even later verscheen de Sultan zelf op het toneel, geweldig koninklijk in zijn optreden om te zien. Hij verwelkomde blij en lachend zijn moeder. Houd dit moment goed in gedachten, want in mijn verhaal vertel ik alles alleen maar beknopt (13) de vrucht van deze geschiedenis. Na een tijdje was het wel genoeg geweest en liepen de feestelijkheden af om te gaan slapen.(14)


En toen gebeurde het:
Zoals het mij betaamt, wil ik kort van stof zijn. De Sultan en zijn bekeerde christenen werden allemaal opgedoekt, in stukjes gehakt, neergestoken waar ze lagen te slapen (at the bord), allemaal behalve Constance, alleen zij werd gespaard. De ouwe Sultane, dat vervloekte oude wijf, geholpen door haar vriendjes, voerde precies uit wat ze had gepland, vastbesloten zelf het heft in eigen handen te nemen en het land te gaan besturen.


Want er was er niet één van hen die zich hadden bekeerd tot het christendom en die de gedragslijn van de Sultan volgden, die geen kopje kleiner werd gemaakt nog voordat hij besefte wat er gaande was. En Constance (en haar bruidsschat) werd op aanwijzing van de Sultane hals over kop in een roerloos bootje zonder roeispanen gedumpt, terug naar Italië. Zij kreeg te horen dat zij haar weg naar Italië maar zelf moest vinden: ga terug naar waar je vandaan bent gekomen! (15)


Zo dreef ze daar over de oceaan en kwam veilig langs de Zuilen van Hercules in ons stormige Kanaal tot haar bootje uiteindelijk strandde bij een kasteel, waarvan ik de naam niet weet. Ver weg in Northumberland
liep haar vaartuig vast op het strand en lag het bij eb en vloed te dobberen in de branding. Zoals God beschikte, kwam zij daar tot rust.


Het kasteel behoorde toe aan een opperbevelhebber, die een kijkje ging nemen in het wrakkige vaartuigje, zoals dat in de omschrijving van zijn functie stond dat hij moest doen. Hij doorzocht het bootje en trof daar een vrouw aan in al haar ellende met haar bruidsschat (16). Zij smeekte hem, in haar eigen taal, om genade. Zij vroeg hem haar te doden om uit dit aardse tranendal verlost te worden.


Zij sprak haar smeekbede uit in het Latijn, weliswaar heel gebrekkig, maar hoe dan ook, hij begreep haar bedoeling. Toen hij er zeker van was (list no lenger seche: geen zin had nog langer te zoeken) dat er niet nog ergens andere schatten verborgen waren aan boord, nam hij haar veilig mee aan land. Zij knielde voor hem neer om hem te bedanken, want zij zag in haar redding door hem Gods hand. Maar zij vertelde hem niet wie zij was, misschien om zo in aanmerking te komen voor een gunst van zijn kant of omdat zij doodsbang was.(17)


De opperbevelhebber en zijn vrouw, Hermengilde, waren heidenen zoals ook al hun buren. Hermengilde werd zeer gesteld op Constance en zou haar leven voor haar geven als haar iets zou overkomen. Het verblijf op het kasteel gaf Constance de tijd om weer tot zich zelf te komen. Zij huilde bittere tranen en bad veel tot God. Zo kwam het dat door haar gebed Jonkvrouw (Dame) Hermengilde, de kasteelvrouwe, zich bekeerde tot het christendom. (18)


De opperbevelhebber was niet de echte baas over het strand waar Constance werd gevonden, maar hij was allang in deze regio om de orde te handhaven in dienst van Alla, de koning van Northumberland. Alla was een wijze koning met een sterk leger om zich te verdedigen tegen de Schotten, zoals u ongetwijfeld wel zult weten. Maar laat ik de draad van het verhaal weer oppakken.


Weet dat Satan altijd erop uit is om ons in de val te lokken. En toen die de vrome perfectie (19) zag van Constance, zon hij op een list om haar te pakken te nemen. Hij zette zich ertoe om een jonge ridder, die in de omgeving woonde, stapelverliefd op haar te maken en lage lusten in hem te wekken. De verliefdheid nam zulke felle proporties aan dat de arme drommel dacht dat hij zou sterven, zo’n sterke prikkel ging er van die lust uit, tenzij hij haar kon nemen zoals hij wou.


Hij dong naar haar hand onophoudelijk. Het bracht hem nergens, want zij wilde van geen wijken voor zonde weten. Zo kwam het dat hij uit wrok een plan opvatte om haar op schandelijke wijze te vermoorden. Hij zou strategisch en tactisch wel overwogen met voorbedachten rade te werk gaan. Toen de opperbevelhebber eens afwezig was, kroop hij zachtjes op een nacht bij Hermengilde, die lag te slapen, in bed.


Moe van het vele bidden en de heilige meditatie (overdenking) sliep ze in dezelfde kamer als Constance. Zij had er geen notie van hoe hij op instigatie van de Duivel, die hem overmande met zijn  verleidingskunsten, naar haar toe sloop en stilletjes op haar ging liggen. Hij sloeg de jonkvrouw Hermengilde bewusteloos en sneed

haar de keel door. Het bloederige mes legde hij naast Constance in haar bed. Toen ging hij weg. Dat God hem straffe door ter plekke dood te vallen!


De volgende dag kwam de opperbevelhebber terug in gezelschap van Alla, zijn baas, en koning van het eromheen gelegen land. Hij trof zijn vrouw aan meedogenloos doodgeslagen. Hij wrong zich in zijn handen, schreide en viel op de grond. In het bed van Constance vond hij het bloederige mes. Helaas, wat kon zij zeggen, zij was zó buiten zichzelf van schrik en ontzetting. (20)


Gelukkig getuigen haar vrienden en kennissen à decharge:

Ze kenden haar niet anders dan deugdzaam en liefdevol voor haar bazin Hermengilde. En de hele huishouding legde in diezelfde trant getuigenis ten gunste van Constance af. Behalve die ene ridder, die haar had vermoord. De zachtmoedige koning die door al die getuigenissen heel erg geroerd was, wenste een duidelijker bewijs voor haar schuld. Hij wilde dieper graven om de waarheid te achterhalen (21). (22)


Maar is de Koning wel objectief?


King Alla begon gevoelens voor haar te krijgen –fijngevoelige mensen voelen vaak eerder medelijden met iemand – en ook hij kon zijn tranen niet bedwingen. Ten slotte zei hij: “Laat iemand een boek halen, en als deze ridder op dit boek zweert een eed dat zij een mes heeft genomen om haar te vermoorden, zullen we overgaan tot haar terechtstelling.”


Ze brachten het Britse Boek met de Evangeliën, de Bijbel. En de ridder stond op en zwoer dat zij schuldig was. En ongelofelijk wat er toen gebeurde: de ridder werd tegen de grond gesmeten. Er verscheen een Hand uit de Hemel die hem zo hard sloeg tot op het bot in zijn nek dat hij neerplofte als steen, allebei zijn ogen sprongen hem uit de oogkassen in zijn gezicht, in aanwezigheid van iedereen duidelijk te zien (23). (24)


Deze tussenkomst stelt niet iedereen gerust.


Groot was hun angst en groot was hun berouw, omdat zij over Constance verkeerd hadden geoordeeld en haar onschuld in twijfel hadden getrokken. En toen kwam uiteindelijk dit wonder uit de hemel haar te hulp, door haar eigen godvruchtige bemiddeling. Dit alles bracht Alla ertoe zich te bekeren tot Christus, en velen volgden zijn voorbeeld, o gezegende genade!


De bedrieger, de ridder, werd terechtgesteld voor het onder ede onwaarheid spreken. Alla talmde niet in het ten uitvoer brengen van zijn vonnis. Hoewel Constance het weet aan zijn jeugd, stond het oordeel onwrikbaar vast. Toen wekte Jezus uit genadig mededogen bij de koning liefde voor haar op en hij trouwde de heilige vrouw. Overal werd feest gevierd en vreugdekreten klonken op van alle kanten: Constance werd op instructie van Christus tot koningin gekroond.(25)


Zij gingen naar bed, zoals nu eenmaal de gewoonte is voor vrouwen  en mannen in een huwelijksnacht, zelfs als ze vol zijn van heilige dingen. Die nacht moeten ze geduld oefenen, om aan de noodzakelijke pleziertjes van een Koning of van anderen die met de ring zijn getrouwd tegemoet te komen. Haar heiligheid – daar moet ze maar een tijdje van afzien, heel eventjes maar, en dat is alles. (26)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten