Huwelijksnacht
De huwelijksnacht (Rodenko, deel 7)
En de sultan liet het heugelijke feit meteen door omroepers
in het hele land bekend maken, en de stad Nefjorek werd versierd en
geïllumineerd en op alle openbare gebouwen prijkte de dubbele M van
Marilyn Maroef en uit alle huizen klonk
gezang en muziek, terwijl op alle straathoeken en pleinen de jeugd zich aan de
nationale sport, het rokkenrollen, overgaf en de duistere elementen aan het
zakkenrollen. En Maroef, de arme muilenlapper uit Kaïro, de timide pantoffelheld,
de veelgeplaagde, nam op een troon in het midden van het paleisplein plaats en
een menigte van jongleurs, worstelaars en berenleiders, balschoppers,
lichaambouwers, clowns, leukerds, jolijtmakers, kronkelaars, politieke
redenaars, pin-opslavinnen, stroopplaagsters, prikkelpoppen, omslagmeisjes,
majoortjes, heksenjagers, puzzelmeesters, antwoordmannen, zangers en
zangeressen, kroeners en kroeneressen, huilebalken, snotteraars, hete en koele toeteraars, drummelaars, dansers,
swingers en teppers, kortom de hele Al-Merikaanse folklore zong, danste,
koerde, tepte, toeterde, tokkelde, tuitte, ratelde, tetterde, klepperde,
wiegelde, wiebelde, kirde, kroende en kalypsode om hem heen. (1) En uit de vensters van de naburige huizen en
paleizen werden guirlandes en confetti gestrooid, alsmede versnipperde
adresboeken, agenda’s, kalenders en gedichtenbundels, traditionele zowel als
commercialistische.
En Maroef liet de minister de ene zak met goudstukken na de
andere uit de schatkist halen en wierp ze met handen vol te midden van de
dansende en juichende menigte; en de minister die groen en geel zag van
ergernis, had geen ogenblik rust en moest voortdurend van Maroef naar de
schatkist en weer terug hollen, zodat het zweet hem in stromen van het gelaat
liep.
En de feestelijkheden duurden drie dagen en drie nachten
achtereen; en de avond van de vierde dag was de avond van de officiële
inbezitneming van de bruid. En de bruidsstoet was van een ongehoorde pracht en
praal, zoals men zelfs in Al-Merika nog nooit aanschouwd had; en de bruid werd
bedolven onder de geschenken en een lange file van dienaressen was nauwelijks
genoeg om alles achter haar aan te dragen. En zo werd zij in triomf naar het
bruidsvertrek gebracht, terwijl Maroef intussen heimelijk de ene chocoladereep
na de andere in zijn mond stopte.
En hij dacht bij zichzelf:
“Wel, wel, Maroef, ouwe schobbejak, daar zit je nu aan een heuse prinses vast!
Tjongejongejonge, wat nu? Die bluf heeft wel wat erg hard gewerkt en Ali
…….waar zou Ali zitten? Het ging allemaal zo vlug in zijn werk, dat ik hem
helemaal uit het oog verloren heb. Misschien heb ik wat teveel van die
chocolade gegeten…. Tjongejonge, wat een toestand! Of zou het ook allemaal bluf
zijn en is dit alleen maar een soort droom? Maar stel je voor, dat het echt is,
hoe red ik me hier dan uit? En wat moet ik, arme muilenlapper, met een echte
prinses, en nog wel zo’n wereldvermaarde schoonheid? Allah, Allah! Wat doe je met
een prinses? Het is de nacht van de inbezitneming, maar hoe néém je een prinses
in bezit? Ik bedoel, hoe moet je beginnen? Je kunt toch niet zomaar
gewoon….Nee, je zult eerst een gedicht voor haar moeten opzeggen of zo iets,
maar ik ben al die dingen al lang vergeten. Hajbaj was niet zo gedichterig, die
zei gewoon als ze er zin in had: Kom hier, sukkel. En het enige dat ik me kan
herinneren is:
Hei molentje, molentje Hoog-in-de-Wind,
wat sta je weer dapper te draaien. (2)
Maar dat lijkt me niet zo toepasselijk; hoewel als ik aan
haar heupen denk…..O Allah, daar gaan ze!”
Deze laatste noodkreet gold het feit dat de haremdames, de
slavinnen en dienaressen, die prinses Marilyn naar het bruidsvertrek geleid
hadden, zich terug begonnen te trekken; en weldra deed de laatste slavin de
deur achter zich dicht, Maroef alleen latende met de jonge prinses die in een
bevallige houding achter het muskietengaas van het praalbed lag te wachten.
Het zal de lezer uit bovenstaande alleenspraak duidelijk
geworden zijn, dat het zelfvertrouwen van Maroef aan het wankelen was geraakt:
de gebeurtenissen hadden elkaar dan ook wel in een bijzonder snel tempo
gevolgd. Maar dankzij het grote aantal repen dat hij het laatste uur genuttigd
had, begon de nieuwe Maroef, die even verdrongen (3)
was door de oude, weer aan kracht te winnen. En al spoedig voelde hij zich
sterk genoeg om de oude Maroef toe te voegen:
“Weet je wat je bent? Een grote sukkel ben je!”
“ Je lijkt Hajbaj wel,” zei de oude Maroef, die zich nog niet zo gauw liet
overtuigen.
“Een sukkel!” herhaalde de nieuwe Maroef. “Wat wil je nog meer? Je bent de
grootste geluksvogel op aarde, miljoenen mensen benijden je……”
“Jawel,” zei de oude Maroef. “En die karavaan dan ( en/of ) ? En als ze er achter komen, dat ik een gewone Egyptische muilenlapper ben?”
“Klets niet, kerel!” zei de nieuwe Maroef. “Wie denkt er aan karavanen wanneer
er een prinses en een Cholliwoet-ster op je ligt te wachten? Grijp je kans en
Allah zorgt wel voor de rest: een ieder draagt zijn lot om zijn hals gebonden.”
“Maar hoe grijp je een prinses?” zei de oude Maroef. “Ik bedoel…..”
“Niks te bedoelen,” zei de nieuwe Maroef. “Een vrouw is een vrouw, ook al is ze
een prinses. Komaan, ouwe schobbejak, laat je niet kennen!”
Op dit moment schoof prinses Marilyn, die ongeduldig begon
te worden, voorzichtig het muskietengaas opzij, stak haar hoofd naar buiten en
riep:
“Oehoe!”
“Zie je wel?” zei de nieuwe Maroef.
“Wat zie ik wel?” zei de oude.
“Ze zegt: oehoe, net als iedere andere vrouw,” zei de nieuwe.
“Hoe weet je, dat iedere andere vrouw oehoe zegt?” vroeg de oude Maroef. “Je
doet net of je weet ik hoeveel vrouwen gekend hebt.”
“Dat voel je,” zei de nieuwe Maroef. “Je hoeft toch ook niet alle duiven te
horen koeren om te weten, dat de ene duif net zo koert als de andere.”
“Tjongejonge, wat een toestand!” zuchtte de oude Maroef.
“Wat bedoel je met: wat een toestand?” vroeg de nieuwe Maroef geïrriteerd.
“Niets, zomaar, in ’t algemeen,” zei de oude Maroef.
“Al dat gepraat over koerende duiven en zo; je voelt je zo opgelaten.”
“Wat heb je toch, m’n honingmannetje?” vroeg Marilyn. “Wat zit je daar zo
triest te zitten en in jezelf te mompelen?”
“Ik…eh…hoogheid…Au!” zei de oude Maroef, want de nieuwe Maroef had hem uit alle
macht op de tenen getrapt.
“Ezel! Je spreekt je eigen vrouw toch niet met hoogheid aan,” siste de nieuwe
Maroef. “Zeg schattebout of honnepon of snoekepoek.”
“Wat zeg je?” vroeg de prinses.
“Niets…eh…snoekheid” zei Maroef.
“Snoekepoek!” zei de nieuwe Maroef.
“Snoekwat?” vroeg de oude Maroef.
“Poek,” zei de nieuwe Maroef.
“Poek,” zei de oude Maroef.
“Wat zeg je toch allemaal? Ik versta er niets van,” zei Marilyn.
“Ik weet het niet meer,” zei Maroef. “Ik zei poek, geloof ik.”
“Poek?” vroeg Marilyn. “Wat betekent poek?”
“Niets, zomaar, ik weet het ook niet,” zei Maroef. “Het is zomaar een woord.”
“Maar waarom zeg je het dan?” vroeg Marilyn.
“Het ontviel me zo,” zei Maroef. “Ik dacht, kom laat ik eens poek zeggen. Nou
en toen zei ik poek.”
“O,” zei Marilyn. “Ik geloof er geen woord van,” vervolgde zij. “Het is vast
iets obsceens, in het Grieks of zo. Maar waarom zou je er in het Grieks omheen
draaien, m’n hartebloempje? We zijn toch getrouwd? Zeg maar ronduit wat je
wilt, dan zullen we eens kijken wat we eraan kunnen doen.”
“O Allah,” zei Maroef, “wat een toestand, wat een toestand!”
“Maar wat heb je dan toch?” vroeg Marilyn ongeduldig. “Waarom zet je een
gezicht als een ongeluksprofeet? Vind je het niet fijn om met mij getrouwd te
zijn?”
“Natuurlijk, natuurlijk,” zei Maroef. “Alleen….”
“Wat alleen?” vroeg Marilyn, terwijl haar ogen gevaarlijk begonnen te fonkelen.
“Is er iets niet goed aan me? Deugt m’n lijn soms niet? Heb ik soms kromme
benen? Zit mijn boezem niet op de juiste plaats? Of heb je te veel
commercialistische gedichten gelezen?”
“Nee, o nee,” zei Maroef haastig, “u…je bent volmaakt, veel te volmaakt,
overweldigend volmaakt! Daarom juist. Het is allemaal de schuld van uw…. van je
vader.”
“Hoe allemaal? Wat allemaal?” vroeg de prinses.
“Nou, dat ik…dat we getrouwd zijn,” zei Maroef.
“De schuld…?”begon Marilyn; maar de nieuwe Maroef vond, dat het nu de hoogste
tijd werd om in te grijpen en met een laatste krachtsinspanning slaagde hij
erin de oude Maroef definitief het zwijgen op te leggen. “Hij bedoelt,” nam hij
het gesprek over….”ik bedoel, bedoel ik, dat je vader mij niet de gelegenheid
gegeven heeft ons huwelijk te vieren zoals het hoort; dat is het wat me zo
dwars zit. Heb je niet gezien hoe krenterig ik geweest ben tegenover jou en de
dames van het paleis? En het is allemaal de schuld van je vader die me niet op
de aankomst van mijn grote karavaan heeft willen laten wachten. Want ik had je
toch minstens een dozijn zesdubbele colliers van parels zo groot als
duiveneieren moeten geven, een garderobe zoals alle koningsdochters ter wereld
bij elkaar nog niet hebben en een collectie juwelen waar je een apart paleis
voor had moeten bouwen om ze onder te brengen. En ik voel me gewoon een
schraalhans, zo weinig als ik je ouders en gasten heb kunnen aanbieden! Maar je
vader had het nu eenmaal in zijn hoofd gezet, dat we meteen moesten trouwen en
vandaar deze toestand. Tjongejonge, ik geneer me dood!”
Bij deze woorden begon de prinses hard te lachen en zei:
“Malle vent, ik ben toch met jou getrouwd en niet met je juwelen! En we hebben
vannacht toch zeker wel wat anders te doen dan over juwelen te praten? Ik ben
maar in één juweel geïnteresseerd en je mag driemaal raden wat voor juweel.”
“Een robijn,” zei Maroef.
“Bravo!” zei de prinses. “Heb je mijn Cholliwoet wel eens gezien?”
“En of!” zei Maroef.
“Nou, dat was nog maar een flauwe afspiegeling van wat ik je nu zal laten
zien,” zei de prinses. “Komaan, suikerbaby, laat eens zien of je Marilyn waard
bent!”
En Maroef ontdeed zich snel van zijn kleren en haastte zich
naar het huwelijksbed, waar Marilyn hem in de meest verleidelijke pose
opwachtte; en de blik die zij hem vanonder half-geloken oogleden toezond was
van een zodanige gloed, dat het vuur ervan eerst zijn ogen verschroeide,
vervolgens zijn hart in vlammen zette en vandaar als een lavastroom in zijn
onderlichaam drong! En hij dacht bij zich zelf (maar het was geen denken meer
te noemen, het was een hersenstorm): “Ik Maroef, schobbejak Marilyn molentje
molentje Hoog-in-de-Wind en grijp o grijp wat uw hand o ouwe jongen boezem
dubbele rozen tulpenbollen bolle tulpen tulpetuilen ballen bolle bekkens en wie
heeft er de kleine bugel gezien en wie heeft er de grote bugel gezien en o golf
o Cholliwoet een ieder draagt zijn lot om zijn hals gebonden!” Toen hij zich
echter naast haar had neergevlijd en armen en benen handen en dijen zich in
elkaar verstrengelden en bloot aan bloot zijn warmte meedeelde, kon hij alleen
nog maar denken: “Hoei!”
En na de eerste amoureuze terreinverkenningen en
schermutselingen legde Maroef zijn hand op de knieën van de prinses, die
onmiddellijk overeind veerde en op zijn schoot wipte. En de lippen spraken de
taal der lippen en de tongen de taal der tongen; en het was een taal rijk aan
fricatieven en mouilleringen en met een soepel en gevarieerd systeem van
vervoegingen. En Maroef drukte haar zo stevig tegen zijn borst, als wilde hij
alle honing uit haar zoetgeurend lichaam persen en van haar lippen drinken. En
hij schoof zijn rechter hand onder haar linker oksel en steunde zijn linker
hand in de plooi van haar lies, en het was of er een stormvlaag door hun lichamen
ging en al hun snaren begonnen te trillen. Daarop sloeg hij haar met de
gestrekte hand tussen de borsten en de schok plantte zich voort tussen haar
dijen die zich sidderend openden; en hij schoof meteen in de opening en legde
haar benen om zijn lendenen en terwijl hij de stormram richtte op de poort van
de citadel (4) , de in het warme dal verscholen liefdesvesting, riep hij uit:
“Hei hop! Val aan!”
En prinses Marilyn antwoordde: “Kom op, o haan!” En zo
gezegd zo gedaan; en in snelle galop drong hij steeds verder op, tot de
slotpoort zei: stop, maar toen er op zijn geklop niet werd opengedaan, beukte
hij zich met de stormram baan en toen was het gauw met de weerstand gedaan. En
de poort vloog aan splinters en reeds sloeg hij een bres, en zijn snelle succes ontlokte de prinses een
luid: “Oh-óóóh!” Maar hij riep: “O zo!” en terwijl zijn ogen glunderden en zijn
handen plunderden, drong zijn mankracht in golf na golf de vesting binnen,
rovend wat er te roven viel, klovend wat er te kloven viel, dovend wat er te
doven viel; want al gauw stond het hele
fort in lichtelaaie, zodat er heel wat viel te blussen, terwijl prinses Marilyn
intussen spartelde aan het spit, gebraden boven haar eigen vuur. En zo ontrolde
zich het heroïeke avontuur, adembenemend en puur, en zonder rust noch duur,
want Maroef was flink van postuur en Marilyn een onvermoeibaar creatuur en uur
na uur brandde het vuur der natuur. Maar geloofd zij Hij, die de lichamen der
geliefden aaneensmeedt op het aambeeld der passie, tot heil van de progenituur!
En na een nacht van strelingen en omhelzingen, van kussen en
omstrengelingen stond Maroef tenslotte op om zich naar het hammambad te
begeven, hoewel Marilyn hem slechts met een zucht van spijt kon laten gaan. En
na gebaad en uit de voor hem gereedliggende gewaden het uniform van
grootadmiraal gekozen te hebben, nam hij in de hefstoel plaats die hem naar de
troonzaal bracht, waar hij plaats nam aan de rechterhand van de sultan ten
einde de complimenten en gelukwensen van de emirs, hofdignitarissen en verdere
autoriteiten in ontvangst te nemen. En hij liet op eigen gezag de minister,
zijn vijand, halen en beval hem, aan alle aanwezigen eregewaden uit te delen en
de meest royale schenkingen te doen aan de emirs en hun echtgenoten, de
autoriteiten en hun echtgenoten, de paleiswachten en hun echtgenoten en ten
slotte aan alle eunuchen van het paleis, jong en oud, groot en klein. En
bovendien liet hij steeds weer nieuwe zakken met geld halen en deelde handenvol
dollaren uit aan ieder die maar wilde hebben. En zo maakte hij zich in een
ommezien in hoge mate bemind en ieder was vol lof over zijn wijsheid, zijn
verstandig beleid en zijn inzicht in de noden van de tijd; iedereen hoopte, dat
hij spoedig de oude sultan Sam zou opvolgen.
En zo gingen twintig dagen voorbij, die Maroef voor het
daagse deel besteedde aan het rondstrooien van dollaren en voor het nachtelijk
deel aan de echtelijke genoegens met prinses Marilyn die een hartstochtelijke
liefde voor hem had opgevat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten