woensdag 5 september 2018

Een extreem luie man.

Klik hier voor mijn noten bij de tekst.


Verhaal van een luie man waarvan de luiheid alle perken te buiten ging.


Er was eens een man, die heel erg lui (1) (indolent, traag) was, in die mate dat zijn moeder voortdurend voor hem moest zorgen, hem zijn eten en drinken moest voeren, en zelfs moest ze hem een pot brengen om te plassen en te poepen (2). Zijn verwanten hadden er vrede mee, totdat zijn twee broers er genoeg van kregen en hem wilden vermoorden. Maar hun moeder zei hun:
“Kinderen, vreest God, en trek je je niets aan van je broer tot de dag dat hij overlijdt en God hem bijschrijft in zijn boek.” Toch waren ze het op een dag erover eens om hem levend te begraven. Ze propten hem in een ton, en gingen ermee op weg naar een klein achteraf gelegen kerkhof. Daar zag hen een of andere theologiestudent en hij zei hun:
“Beste mensen, wat zijn jullie aan het doen met jullie broer?” En zij zeiden hem:
“Meneer, onze broer is heel erg lui. Zijn luiheid gaat alle perken te buiten. Hij is zo lui dat onze moeder hem zijn eten moet voeren, anders eet hij niet. En ze moet hem op de pot zetten om te plassen. En daarom willen we hem levend begraven.” (3) De theologiestudent antwoordde hen:
“Dat kun je toch niet maken, dat is “haram” (verboden door God). Laat hem maar bij mij achter, zodat ik voor hem kan zorgen en hem te eten kan geven en alles kan doen wat nodig is om hem te laten leven.”
Toen de luiaard dit hoorde, tilde hij een beetje zijn hoofd omhoog naar de theologiestudent toe en zei hem met een nauwelijks hoorbare stem:
“Olala, meneer, en wie kauwt er mijn eten voor dat ik het kan eten en brengt het naar mijn mond?” (4) Toen de theologiestudent dat hoorde, werd ook hij kwaad, en zei hun:
“Vooruit, begraaf hem vlug en ik zal er nog wel een schepje aarde bovenop doen.”(5)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten